De mooiste wandeltips in coronatijd

In tijden waarin de regering de leiband voor ieders bestwil wat strakker aanspant, laat de Brusselaar naast zijn cockerspaniel ook even zichzelf uit. Weet u even niet meer waarheen met de jeukende flaneerbenen? Wij geven graag enkele wandeltips mee om van deze isolatieperiode een lieve lust te maken.

Noot van de redactie: Volgens de maatregelen van de Nationale Veiligheidsraad wordt fysieke activiteit in de openlucht aangemoedigd. Er wordt wel uitdrukkelijk gevraagd om in de eigen buurt te blijven, ten allen tijde een afstand van anderhalve meter te bewaren en in het gezelschap van maximum één persoon (liefst een familielid) zich buiten te begeven.

Ook de gidsen van Brussel zitten ongeduldig aan huis gekluisterd nu de lente aanbreekt in volle coronacrisistijd. Gids Bert De Bisschop van Brukselbinnestebuiten klinkt alsof hij blij is dat hij toch even zijn kennis mag doorgeven via dit kanaal.

“De straten zijn in sommige wijken bijna zo leeg als op een autoloze zondag", heeft de gids gezien. "Daarom kan je nu gaan wandelen op plaatsen die daar normaal gezien helemaal niet geschikt voor zijn." Er is in ieder geval meer dan genoeg onontgonnen wandelterrein in de grootstad om dagen zoet mee te zijn. Het aandeel aan uitlaatgassen in Brussel is sinds de quarantaine ook verminderd, dus ook dat is een reden om je neus, zij het voorzichtig, even buiten te steken.

1. De Europese wijk

“Wandelen kan je gaan doen in een park, maar ook op plekken waar je anders nooit zou durven te komen. Het beste voorbeeld is de Europese wijk. Normaal is het er veel te druk, maar nu kan je op je dooie gemak genieten van de breedte van de straten en je tijd nemen om de architectuur in je op te nemen, in de plaats van de uitlaatgassen”, zegt Bert. Hij gidst ons telefonisch door de wijk met stalen en glazen mastodonten afgewisseld met de herenhuizen waar de Europese ambtenaren thuis zijn.

“De Leopoldwijk is geëvolueerd van een woonwijk waar hele rijke mensen en adel stadspaleizen bouwden", vertelt hij. "Maar in het begin van de 20e eeuw trokken die rijken weg, en bleven hun paleizen staan. Die worden sindsdien ingenomen door advocaten en notarissen, maar ook instituten zoals Sabam en het Katholiek Onderwijs namen er hun intrek. Gaandeweg kwamen er meer kantoren, en in de jaren ‘50 was de wijk rijp om ruimte te bieden voor Europa, zoals het nu is.”

“De architectuur in de Leopoldbuurt is een mooie staalkaart van de architecturale evoluties van 1870 tot vandaag. Je gaat er met een hink-stap-sprong van het neoclassissisme over art nouveau naar de high-tech gebouwen van vandaag zoals de Raad van Europa.”

2. Leuven in Woluwe

Als meest notoir onderbelichte buurt - vooral door Vlamingen - nomineert Bert de wijk rond station Alma in Sint-Lambrechts-Woluwe. Architect Lucien Kroll drukte er zijn betonnen stempel tijdens de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.

“Echt een fantastisch kunstwerk, dat metrostation”, bejubelt Bert het bovengrondse station Alma. De Belgische architect Kroll maakte vanaf de jaren zestig furore als architect van onder andere de universiteitscampus van Louvain- la-Neuve in Sint-Lambrechts-Woluwe, en het bijhorende universitaire ziekenhuis Saint-Luc. Het metrostation is, net als zijn andere werk, geïnspireerd op dat van de Oostenrijkse architect Hundertwasser, met klassieke gewelven en sprookjesachtige rondingen. Ook La Mémé, het legendarische studentenwoningencomplex, is van de hand van Kroll.

3. Art Nouveau om de hoek

Dat er in elke Brusselse wijk bijzondere art nouveau te spotten valt, is geen nieuws, maar vaak hebben we geen tijd om er bij stil te staan.

“Ik wil de mensen op dit moment niet overrompelen met wandelingen van twee uur lang”, zegt Tom Packet, Hortaliefhebber en ex-gids bij jongerengidsplatform Use-It. “Er zijn genoeg plekken waar je nauwelijks het blokje om moet lopen om vier à vijf art-nouveauparels vanjewelste te kunnen aanschouwen.”

De Squares

Rond de Ambiorixsquare en het Marie-Louisesquare bijvoorbeeld. Zo kan je via de Filips de Goedestraat (nr. 55, 70) naar het Gutenbergplein stappen(5,7,18), met huizen van Armand van Waesberghe en Victor Taelemans, naar het Hotel van Eetvelde van Victor Horta aan het begin van de Palmertonlaan (nr. 4, maar ook de latere uitbreidingen op 2 en 6), waarop zich ook nog het werk van Léon Govaerts bevindt (nr. 18). Ook in de omliggende straten valt er een weelde aan art-nouveauwoningen te ontdekken, zoals in de Sint-Kwintensstraat (30, 32, twee huizen door Gustave Strauven)

Schaarbeek

Ook in Schaarbeek valt er natuurlijk heel wat te bekijken. Volg daar de Haachtsesteenweg tot aan nummer 266, waar Horta zijn Hotel Autrique liet bouwen, één van zijn eerste verwezenlijkingen. Wandel tot op de Louis Bertrandlaan, en laat je daar overweldigen door de huizen van François Hemelsoet (nr. 38) en Gustave Strauven (nr. 55 tot 65). Ook in de omliggende Henri Bergéstraat en Kesselstraat (nr. 88) mag je je ogen de kost geven.

Sint-Gillis

Verder is ook hoog Sint-Gillis niet weg te denken uit het geheugen van de art nouveauliefhebber. Bezoek daar de Jef Lambeauxstraat (nr. 8, 11, 12, 25), volg tot in de Savooistraat (52) en bewonder nummer 14 op het Van Meenenplein. Wat verderop vind je nog een voorbeeld van geometrische art nouveau op nummer 7 Antoine Bréartstraat. Rond die straten bevinden zich ook de architecturale hoogstandjes van drie Paul’s: Paul Hamesse, Paul Hankar en Paul Vizzavona.

Meer tips

Vergeet ook de buurt rond de vijvers van Elsene niet, en wandel ook eens rond het Hortamuseum zelf.

Oh, en aangezien ‘dieren verzorgen’ door de overheid wordt gezien als een ‘essentiële activiteit’: ook langs het dierenasiel kan je nog om je als vrijwilliger of wandelaar aan te melden, want ook daar kunnen ze alle hulp gebruiken.

Enkele bijhorende wandelkaartjes kan je vinden bij 'doe-het-zelfwandelingen' op www.uitinbrussel.be/wandelingen. Wij gebruikten alvast de Europawijkwandeling en Woluwe: Krollen en Kapellen.

Veel wandelplezier!