Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) verwerpt de vraag van regeringspartij Groen om een lokaal spreidingsplan voor de opvang van asielzoekers in te voeren. "Spreken over 'een spreidingsplan of geen plan' lijkt me een weinig nuttig dreigement om asielzoekers van straat te krijgen", zegt ze in een reactie op de demarche van Groen-voorzitter Jeremie Vaneeckhout.
De Moor geen voorstander van lokaal spreidingsplan voor opvang van asielzoekers
Vaneeckhout lanceerde zijn oproep voor een spreidingsplan maandag in de Mediahuiskranten. "Wij zijn niet van plan te wachten tot hier iemand overlijdt op straat", stelde hij. De Moor reageerde meteen dat ze zo'n spreidingsplan niet overweegt.
"Dat de federale overheid haar taken in handen van de steden en gemeenten zou leggen, vind ik ongepast. Problemen afschuiven op de lokale besturen is geen oplossing", zegt ze in een aanvullend persbericht. Volgens de staatssecretaris staan de lokale besturen nu al onder druk.
"Morgen een verplichting afkondigen betekent dat sommige gemeenten met de beste wil van de wereld dit niet zullen kunnen uitvoeren."
"Morgen een verplichting afkondigen betekent dat sommige gemeenten met de beste wil van de wereld dit niet zullen kunnen uitvoeren. Dit zou trouwens ook maar plaatsen opleveren over enkele maanden terwijl we nu dringend noodopvang nodig hebben om families met kinderen van straat te houden." De Moor vindt dat elk lokaal bestuur zelf zijn mogelijkheden moet kunnen inschatten.
De Moor ontkent dat in het verleden al eens een verplicht spreidingsplan werd geactiveerd, "net omdat die plaatsen geen crisisinstrument zijn". Bovendien getuigt het volgens haar van intellectuele oneerlijkheid om het Belgische opvangsysteem met dat van Nederland te vergelijken. "De erkende vluchtelingen zitten immers in de opvang tot ze een woning toegewezen krijgen van gemeentes. Dat is niet het geval in België."
Structurele plaatsen
De Moor wijst er nog op dat het opvangnetwerk momenteel 32.000 structurele plaatsen telt. "Ter vergelijking: in het crisisjaar 2015 waren er 33.400 plaatsen waarvan de helft bestond uit noodcapaciteit. Dat waren vooralsnog geen structurele plaatsen."
Maar behalve het aantal opvangplaatsen optrekken, moet ook de instroom worden aangepakt, zegt De Moor. Daarom is ze momenteel op "preventiemissie" in Congo, dat de laatste maanden is opgedoken in de top 10 van landen van waaruit het meeste asiel wordt aangevraagd.
CD&V-voorzitter Mahdi sluit zich daarbij aan en kaatst meteen de bal terug naar de groenen. "De taboes moeten zogezegd van tafel voor de Groenen, maar het zou goed zijn als de Groenen hun eigen taboes loslaten op vlak van de instroom van asielzoekers en de terugkeer van afgewezen asielzoekers én doorreizende asielzoekers die al opvangrecht hebben in een ander Europees land", zegt hij. "Vandaag verplicht de EU ons al deze doorreizende asielzoekers opvang te bieden. Dat moet veranderen, maar is een groot taboe bij de Groenen. Hoelang nog?"
Daarnaast roept hij de groene partijen op mee te werken aan grootschalige opvangstructuur of tentenkampen. Mahdi noemt het ook bijzonder naïef om met deze hoge instroom te pleiten voor kleinschalige opvang in gemeenten of in hotels. Voorts wil hij dat de groene regeringspartners meewerken aan een snelle uitstoom uit de opvangcentra. "Mensen uit de opvang zetten die al een negatief antwoord hebben gekregen maar nieuwe verblijfsprocedures opstarten, blijkbaar ligt dat moeilijk. Waarom toch?", vraagt de CD&V-voorzitter.
Lees meer over: Samenleving , Nicole De Moor , asielzoekers , opvangcrisis