Na hun eerdere documentaire over een journaliste bij het satirisch tijdschrift Charlie Hebdo, duiken de Brusselse filmmakers Vincent Coen en rechterhand Guillaume Vandenberghe opnieuw in de wereld van cartoons. Met ‘Draw for Change’ belichten ze het risicovolle werk van vrouwelijke cartoonisten wereldwijd. De zesdelige reeks is genomineerd voor een prijs op het Cannes Series-festival.
Documentairemaker: ‘In de spotlights zijn vrouwelijke cartoonisten veiliger'
Hoe kwamen jullie op het idee voor deze documentairereeks?
Vincent Coen: "Guillaume en ik hebben voor onze vorige documentaire ‘Rien à pardonner’ Zineb El Rhazoui gevolgd. Ze is een Marokkaanse activiste en feministische journaliste die de democratie en vrouwenrechten wou bevorderen in Marokko tijdens de Arabische Lente in 2011. Zo organiseerde ze picknicks tijdens de ramadan en nodigde het schip van ‘Women on Waves’ (varende abortuskliniek, red.) uit voor de kust van Marokko.
Later ging ze aan de slag bij Charlie Hebdo, toen nog niet wereldwijd bekend. Na de aanslag op die redactie – Zineb was er gelukkig niet toen - wilden Guillaume en ik verder aan de slag met cartoonisten die risico's nemen om belangrijke thema's aan te kaarten. Zo ontdekten we Cartooning for Peace, een organisatie die cartoonisten wereldwijd in kaart brengt en mensen steunt die in de problemen zitten. Hun database inspireerde ons om een reeks documentaires te maken over vrouwelijke cartoonisten.
Voor elke film kozen we één personage om via haar werk een beeld te geven van het land. Omdat we twee witte mannen uit Brussel zijn, wilden we niet in de val trappen om het verhaal vanuit dat perspectief te vertellen. Daarom besloten we samen te werken met lokale getalenteerde filmmakers. Zo wilden we de kijker een dubbele blik van binnenuit bieden. Niet alleen de blik van de cartoonist, maar ook van de regisseur. Naast de zesdelige documentairereeks die op Canvas verschijnt, komt er trouwens ook een boek, een expositie in het Belgisch Stripmuseum, een VR-installatie en educatief materiaal voor scholen."
Tijdens het maken van deze documentaire heb je met zes vrouwelijke cartoonisten gesproken. Wat waren de overeenkomsten en verschillen tussen hun verhalen?
Coen: "De verhalen van de Syrische Amany Al-Ali in Idlib zijn heel anders dan die van de Amerikaanse Ann Telnaes van de Washington Post. Al-Ali heeft geen opleiding gehad en werkt onder de bombardementen van het Assad regime. Telnaes is een Pulitzerprijs winnaar en komt uit een heel ander milieu. Toch was ook zij slachtoffer van seksuele intimidatie: wit privilege biedt duidelijk geen bescherming tegen dat soort praktijken. Doaa El Adl in Egypte werkt voor een overheidskrant, waar minder persvrijheid is dan vóór de Arabische Lente. Ze probeert met veel humor, poëzie en gecodeerde beelden de censuur te omzeilen.
Elk land en elke situatie is anders. Toch worstelen kunstenaars al deze kunstenaars met een vorm van censuur, ook in de Verenigde Staten. Niet alles kan gezegd worden. Die censuur kan van de overheid komen, maar ook van sociale media of van mensen die boos voor de deur staan om fysiek geweld te gebruiken of te dreigen met seksueel geweld."
Komen de cartoonisten uit de reeks niet in gevaar door mee te werken aan de documentaire?
Coen: "We doen er als filmmakers alles aan om ze niet in gevaar te brengen. Als er gevaar dreigt, stoppen we met het project. Voor de episode over de Indiase Rachita Taneja moeste we bijvoorbeeld het volledige concept van de film herdenken. Ze publiceert via haar Instagram-account kritische cartoons over het Modi-regime en riskeert zes maanden gevangenisstraf, dus we konden niet meer doen wat we van plan waren. We hebben het feit dat we niet meer konden filmen het onderwerp van de film gemaakt. We tonen vergaderingen met advocaten om de kijker te laten zien hoe complex de situatie is achter de stick figures op haar Instagram.
Er bestaat geen menukaart van regimes met de dingen die wel of niet kunnen. De rode lijn verschuift soms. We volgden de Russische Victoria Demasko al voordat Rusland Oekraïne was binnen gevallen. Na de inval bleek al het werk dat we al gedaan hadden, problematisch. Op verzoek van Victoria hebben we haar en de Russische regisseuse geholpen met vluchten."
Jullie reeks is genomineerd voor een prijs op Cannes Series. Hoe voelt dat?
Coen: "Het is belangrijk om in Cannes geselecteerd te zijn om zo het werk van de cartoonisten in de spotlights te kunnen zetten. Daarnaast is de Syrische episode nog geselecteerd op het documentairefestival Visions du réel, dat doet heel veel deugd. We hebben namelijk een mix gemaakt van documentaire en een animatiefilm. De animaties zijn gebaseerd op het werk van de cartoonisten. Animatie is heel duur en traag, we hadden er geen ervaring mee, maar achteraf bleek het een hele goede keuze. En dat wordt nu ook erkend."
Hoe kunnen we het werk van vrouwelijke cartoonisten het beste steunen?
Coen: "Het kan helpen als regimes meer onder druk worden gezet om mensenrechten en persvrijheid na te leven. Maar ook de spotlights kunnen een vorm van bescherming bieden. Dat hun werk op Belgische en internationale tv's verschijnt of op festivals wordt vertoond is goed. Het is ook goed als er artikels verschijnen die niet zomaar kunnen verdwijnen. Cartoonisten beschermen we door hun werk een platform te bieden en hun stem te laten horen."
De reeks 'Draw for Change' is geproduceerd door Clin d’oeil films en later dit jaar op Canvas, RTBF en ARTE te zien.
Het werk van de cartoonisten is nog tot 27/08 te zien in de expositie ‘Draw for Change’ in het Belgische Stripmuseum.
Lees meer over: Samenleving , Film , Clin D’oeil , cartoons , Persvrijheid