Europa heeft de crisis met bootmigranten aan zichzelf te danken. En stadsontwikkeling in Brussel is spannend, maar ook ontiegelijk traag. Op de Brussels Urban Summit tekende niet enkel de burgemeester van Teheran present, ook Doug Saunders, een prominente stem over steden en migratie, was er. “Wie migranten kent, stemt doorgaans niet extreemrechts.”
| Doug Saunders, een prominente stem over steden en migratie.
Wie is Doug Saunders?
- Geboren in 1967
- Brits-Canadees, groeide op in Canada
- Woont in Toronto, Canada
- Journalist en columnist voor de Canadese krant The Globe and Mail
- Woonde en werkte enkele jaren in Berlijn op uitnodiging van de Robert Bosch Stiftung
- Auteur van het meermaals bekroonde Arrival City (2011), The Myth of the Muslim Tide (2012) en Maximum Canada: why 35 million Canadians are not enough (2017)
Doug Saunders gooide wereldwijd hoge ogen met Arrival City (2011), een boek waarin hij via een indrukwekkend aantal reportages en analyse een beeld schetst van de aankomstwijk. Zo'n stadsbuurt waar migranten uit rurale gebieden neerstrijken wordt door lokale overheden doorgaans als een probleembuurt ervaren, maar is voor de mensen in kwestie meestal een erg krachtige omgeving om hogerop te raken in het leven, betoogt Saunders, als die overheid ze tenminste niet te veel in de weg legt. En die obstakels, die ziet hij tot zijn teleurstelling op veel plaatsen, ook in België. “In Noord-Amerika vinden we niet dat je de taal moet kennen om te integreren.”
“Het is een voordeel om mensen zonder papieren te laten werken, zelfs voor ze de taal geleerd hebben”
U was al verschillende keren in Brussel. Had u de kans om nieuwe indrukken op te doen van de stad?
Doug Saunders: Het was boeiend om de nieuwe stadsontwikkeling te zien, zoals de Gare Maritime en het gebied daarrond. Het valt me altijd op dat er hier veel gebeurt, vaak gaat het om omvorming van ongebruikte of postindustriële plekken. Tegelijk ben ik er telkens verrast over hoelang het duurt in Brussel, het proces blijkt hier nogal chaotisch en tijdrovend.
De kwestie van het groeiende huisvestingstekort vond ik ook interessant. De laatste tijd ben ik gaan bestuderen hoe migranten in veel steden naar de buitenwijken van de stad worden geduwd omdat de centrumwijken zo gewild zijn.
Dat proces was heel duidelijk rond de jaren 2004-2005 in heel wat Europese steden, maar lijkt in Brussel veel minder uitgesproken. In andere steden zie je nu dat die perifere gebieden een stuk minder geschikt zijn voor integratie dan het centrum. Het zijn vaak appartementswijken met weinig diensten, een gebrekkig openbaar vervoer en minder sterke scholen. Migranten met een inkomen kopen dan een auto om hun kinderen naar betere scholen in andere wijken te brengen.
Uw naam wordt vooral verbonden met uw eerste boek Arrival City, over aankomstbuurten in steden, die tegelijk een krachtige sociale lift zijn. Is uw kijk op de kwestie geëvolueerd sinds 2011?
Saunders: De voorbeelden van steden die ik gebruikte zijn vaak voorbijgestreefd, in Brazilië bijvoorbeeld door een ander bewind. Maar de logica van hoe een aankomstwijk werkt, is nog erg actueel. Het is ook niet iets dat ik heb uitgevonden, maar wat we al 150 jaar zien in migrantenwijken.
U schetst een optimistisch beeld over arbeidsmigratie, maar sinds het boek verscheen is de scepsis over migratie in Europa alleen maar gestegen, kijk maar naar de verkiezingsresultaten.
Saunders: Een boeiende vaststelling in dat verband is dat je de antimigratiestemmen in de meeste Europese landen vooral vindt in gebieden waar er weinig migranten of etnische minderheden zijn, terwijl je ze veel minder vindt waar er wél veel migratie is.
In Brussel geldt dat alvast. Extreemrechts krijgt hier al jaren geen voet aan de grond. Vanwaar die tweedeling?
Saunders: De contacttheorie stelt dat mensen angst hebben van migranten tenzij ze er ook echt contact mee hebben. Dat geldt zelfs in Texas nabij de Mexicaanse grens. Dat gebied is democratisch, terwijl de republikeinen het overwicht hebben in de staat. En dat is zelfs zo als je de stemmers met buitenlandse roots eruit filtert. Een variatie op de contacttheorie uit het Verenigd Koninkrijk stelt dat er in de eerste jaren dat een nieuwe populatie arriveert wél weerstand is, ook bij kiezers. Maar na vijf à tien jaar ebt die weg.
U waarschuwde onlangs nog voor het groeiende aantal crisismigranten dat onder meer naar Europa komt. Is de Europese aanpak om de grenzen steeds meer af te sluiten de juiste?
Saunders: Europa lijdt aan een soort geheugenverlies als het over migratiebewegingen gaat, of het nu over vluchtelingen of arbeidsmigranten gaat. De crisis van mensen die met rubberboten de zee probeerden over te steken begon in 2003-2004. Ik sprak toen zowel met Afrikanen die vertrokken in onder meer Libië als met de inzittenden van bootjes die aanlegden in landen als Spanje. De meesten van hen bleken in de jaren 1990 gewoon als seizoenarbeider in de landbouw te werken in Europa. Ze namen daarvoor een paar keer per jaar het vliegtuig. Toen dat soort visa verdween, ontstonden de rubberbootcircuits. Die trajecten zijn niet alleen gevaarlijk, maar ook erg duur, waardoor de migranten schulden maakten en langer moesten blijven. Op die manier heeft het beleid een legaal seizoensmodel omgevormd tot een illegaal en onveilig migratiemodel, dat later ook door asielzoekers werd gebruikt.
“Het was boeiend om hier de nieuwe stadsontwikkeling te zien, zoals de Gare Maritime en het gebied daarrond”
U pleit voor meer legale kanalen voor economische migratie in combinatie met terugkeerbeleid?
Saunders: Ja. Veel van het migratiebeleid in de EU dreigt enkel te focussen op vluchtelingen en asielzoekers. Dat is het tegendeel van de Noord-Amerikaanse aanpak, waar vluchtelingen in een jaar met veel crisissen hooguit 15 procent uitmaken van de totale immigratie. Vluchtelingen opnemen is een heel stuk moeilijker dan economische migranten ontvangen, die doorgaans met vaardigheden, wat spaargeld en minder trauma's komen. En als er een grote hoeveelheid mensen het land binnenkomt op een ongeorganiseerde manier, dan zitten daar al eens wat badguys bij. Grote groepen van onbegeleide mannen zijn bijvoorbeeld geen goeie manier om integratie te organiseren, gezinnen zijn een veel beter idee. Frankrijk probeert nu om gezinshereniging te beperken, maar schiet zichzelf daarmee in de voet.
In ons vorige gesprek in 2015 stipte u al aan dat kinderen met migratieroots het in Brussel en België minder goed doen dan elders, omdat ze tegen meer obstakels aanlopen. Welke landen doen het beter?
Saunders: Veel problemen situeren zich in het onderwijssysteem en mannelijke leerlingen hebben het er moeilijker. Het zijn eerder de dochters van migranten die naar de universiteit gaan, dat geldt vooral voor migranten uit moslimlanden. Dat heeft ook te maken met de incentives die meisjes ervaren om verder te studeren. Dat betekent immers zelfstandig worden en de traditionele familieschema's kunnen verlaten. De kansen op de arbeidsmarkt zijn vaak beter voor die vrouwen, die al snel meer gaan verdienen. Bij een aantal mannen veroorzaakt dat een tegenreactie, waarbij ze naar het traditionele rollenmodel proberen terug te keren. Turken die hun familie in Duitsland bezoeken, merken vaak op dat die daar traditioneler leven dan in Turkije.
Waar zitten de problemen in het schoolsysteem volgens u dan precies?
Saunders: Wat daarbij zeker meespeelt, is dat het onderwijssysteem jonge mannen vernedert en ze daardoor betere kansen zien in laaggekwalificeerde jobs of bezigheden in de grijze economie. In landen als België zit de eerste vernedering in de selectie tussen eerder beroepsgerichte opleidingen en de richtingen die naar de universiteit leiden. Hier doen jullie dat al op 12 jaar, niet? Het is uitvoerig bewezen dat veel leerkrachten niet kiezen op basis van prestaties, maar gebaseerd op de familienaam of huidskleur van de leerling. De tweede vernedering is het systeem van slagen en falen, waarbij je een jaar opnieuw moet doen als de resultaten niet goed zijn. De schifting op basis van taalkennis is een derde vernedering. In Engelstalige landen blijven leerlingen doorgaans bij hun leeftijdsgenoten. Finland is ook die richting ingeslagen.
U bewondert ook de aanpak in New York, dat mensen zonder papieren probeerde te laten stemmen bij lokale verkiezingen en taal niet tot een voorwaarde maakt voor integratie. Maar hoe kan je nu integreren zonder de taal te kennen?
Saunders: Veel Noord-Amerikaanse steden weten hoe belangrijk het is om mensen zonder papieren tot een voordeel voor de stad te maken in plaats van een bedreiging. Een probaat middel daarvoor is ze te laten werken, zelfs voor ze de taal geleerd hebben. In Europese landen is dat veel minder evident. Integratie en talenkennis worden er praktisch gelijkgeschakeld. In de VS en Canada heb je hele stadswijken met volledig geïntegreerde migranten die de taal niet spreken. De lingua franca van de wereld is ook geen Engels meer, het is slecht Engels, dat is de taal die ik in de straten van Toronto spreek. Spaans heeft ook die tolerante houding, Frans net niet.
Uw boek The Myth of the Muslim Tide wil ontkrachten dat moslims de boel hier massaal zullen overnemen en niet willen integreren. Waarom is de achterdocht tegenover migranten uit moslimlanden zo sterk?
Saunders: Veel mensen zijn bang voor een bepaald idee over de islam en dat is zelden op kennis gebaseerd. Dit soort theorieën kan je evengoed over katholieken ontwikkelen in niet-katholieke landen. Er circuleren heel wat verhalen over islam als een beschavingsbedreiging. Wie moslims kent, gelooft die niet, wie ze niet ontmoet vaak wel. Als je een of twee keer per jaar in een stad komt waar je vrouwen met hoofddoeken en mannen met baarden ziet, kan je dat gaan verbinden met de verhalen over misdaad en gevaar die rondgaan.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Doug Saunders , brussels urban summit , Brusselse migratie , Arrival City , The Myth of the Muslim Tide
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.