Echtgenote Djalali: ‘De situatie is zeer kritiek nu’

Het nieuws dat de Zweeds-Iraanse gastprofessor van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) Ahmadreza Djalali op 21 mei zal worden geëxecuteerd in Iran, sloeg bij zijn gezin in als een bom. "Voor mij is het echt nu", zegt zijn echtgenote, Vida Mehrannia.

Mehrannia en haar kinderen werden rechtstreeks op de hoogte gebracht door de Iraanse justitie. Dat rechtstreekse contact baart haar zorgen. “Voor mij toont dat aan dat het voor echt is nu”, vertelt ze, duidelijk geëmotioneerd.

Van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken mocht ze nog niets vernemen. Ook Amnesty International, de organisatie die al langer probeert om Djalali vrij te krijgen, probeerde een bevestiging te krijgen, maar kon Mehrannia niet meer vertellen.

Samen met haar advocaat probeert Mehrannia zoveel mogelijk te weten te komen, maar dat leverde vandaag nog niets op. “De situtie is heel, heel zwaar voor mij en mijn kinderen. Ik weet niet wat ik moet doen”, klinkt het radeloos. “Wij hebben Ahmadreza al lange tijd niet meer gehoord. Al te lang niet meer gehoord. Bellen is al een hele tijd verboden. Dat vreet aan mij en aan de kinderen.”

Ze was steeds tevreden over de inspanningen van de Europese Unie en België, maar nu begint de tijd te dringen. “Ik hoop dat de EU en België, maar ook Zweden, alles op alles zetten om mijn echtgenoot vrij te krijgen.” Het is even stil aan de andere kant van de lijn. “Ze mogen hem niet opofferen.”

Of de Iraanse overheid met de aankondiging van de executie druk wil zetten op de Belgische jusitie, weet ze niet. Mehrannia heeft geen kennis van het internationale terreurproces waar vier Iraniërs terechtstaan. Dat de uitspraak van dit proces als drukkingsmiddel zou worden gebruikt, lijkt haar dan ook niet waarschijnlijk.

Mehrannia en haar kinderen tasten verder in het duister. Niemand die hen iets meer vertelt, niemand die antwoorden kan geven. “Het is echt bang afwachten. Volgens mij zit het er nu wel degelijk aan te komen.”