In het jaar 2018 had 25,6 procent van de Brusselse gezinnen af te rekenen met een vorm van energiearmoede. OCMW's kunnen de vraag naar energiefondsen niet bijhouden. Een wetsvoorstel van Kamerlid Tinne Van der Straeten (Groen) om meer middelen te voorzien voor de OCMW's werd daarom goedgekeurd. "De nood was zeer hoog."
Eén op de vier Brusselse gezinnen kampt met energiearmoede
Uit een studie van de Universiteit Antwerpen en de ULB in opdracht van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat een vijfde van de Belgische huishoudens in energiearmoede leveren, ondanks dalende energieprijzen. Het probleem is het grootst in Wallonië (27,6 procent) en Brussel (25,6 procent).
Energiearmoede bestaat in drie vormen. Zodra een gezin een groter budget aan hun energierekening spendeert, spreekt men van gemeten energiearmoede. Het nationaal gemiddelde voor deze vorm ligt op 14 procent anno 2018. In Brussel daalde het aandeel van 16 procent naar 11 procent in vijf jaar tijd. De hoofdstad zit daarmee op hetzelfde niveau als Vlaanderen.
Hogere woningkosten
In Brussel geeft 10 procent van de gezinnen aan te kampen met verborgen energiearmoede, wat betekent dat de energierekening abnormaal laag ligt in verhouding tot hun beschikbaar inkomen, omdat ze verregaand beknibbelen op hun verbruik. Het grote verschil met Vlaanderen (3,3 procent) en Wallonië (2,6 procent) kan worden verklaard door de kleinere woningen, de hogere prijs van woningen, en de lagere beschikbare inkomens.
De subjectieve energiearmoede brengt dan weer de huishoudens in kaart die zelf aangeven dat ze te weinig middelen hebben om hun woning te verwarmen. In Vlaanderen ligt de subjectieve energiearmoede lager (2 procent) dan in Wallonië en Brussel (8 procent). Het lagere beschikbare inkomen in Brussel en Wallonië verklaart waarom zij met meer angst naar hun energiefacturen kijken.
In Brussel behoort ruim een vierde van de gezinnen tot minstens een van de drie vormen van energiearmoede. De winters waren de voorbije jaren zacht en de energieprijzen blijven stabiel, maar toch daalt het aandeel huishoudens in energiearmoede niet. Dat is voor een groot deel toe te schrijven aan de stijgende woonkosten, zoals de huur of de hypotheek en onroerende voorheffing voor eigenaars. Het beschikbare inkomen is na aftrek van de woonkost tussen 2009 en 2016 voor de meeste huishoudens gedaald.
Vooral bij lage inkomens en sociale huurders tekent zich dat sterk af. Bij die kwetsbare groep (40 procent in energiearmoede) ligt het risico twee tot drie keer hoger dan bij eigenaars (8 tot 20 procent). Dat heeft te maken met sterk stijgende huurprijzen. De studie maakt gewag van structurele energiearmoede. Komt er nog eens bij dat huurders in energiearmoede vaak alleenstaanden of alleenstaande ouders zijn die alle kosten betalen met één inkomen.
"Maandelijks betaal ik 83 euro voor gas en elektriciteit. Soms is dat moeilijk behapbaar"
Steeds meer mensen hebben moeite om hun energiefactuur te betalen. In Brussel had liefst 11 procent van de particuliere klanten in 2017 een betalingsachterstand opgelopen. Onder hen ook Fatou, een alleenstaande vrouw die een klein appartement huurt in Brussel. "Maandelijks betaal ik 83 euro per maand voor gas en elektriciteit. Dat is veel geld voor mij. Ik had eerst een variabel contract, waardoor ik plots een achterstand opliep van 200 euro en een afbetalingsplan moest aanvragen."
Fatou werkt nu een jaar als administratief assistente in Elsene. "Ik heb een bescheiden inkomen, waarmee ik ook de huur moet betalen. Het appartement is niet groot, maar dat slokt het grootste deel van mijn inkomen op. Huren is duur in Brussel. Als ik ooit zonder werk val, zal ik mijn energiefactuur nooit kunnen betalen", zegt de Brusselse.
12 miljoen euro extra
Zeker in tijden van de coronacrisis doen mensen als Fatou een beroep op een sociaal energiefonds voor gas en elektriciteit, beheerd door de OCMW's die mensen in energiearmoede kunnen helpen, bijvoorbeeld om energiezuinige toestellen aan te kopen of ingrepen te doen waarmee hun energieverbruik daalt. In 2017 deden meer dan 120.000 landgenoten er een beroep op, maar de middelen voor dat fonds werden al jaren niet meer geïndexeerd en dus was de vraag groter dan het beschikbare geld.
Groen-Kamerlid Tinne Van der Straeten diende daarom een wetsvoorstel tot indexering voor zowel 2019 en 2020 in, dat woensdag werd goedgekeurd. Daardoor zal er 12 miljoen euro extra naar de OCMW's vloeien om energiearmoede aan te pakken. Daarnaast stelt Ecolo-Groen voor om het sociaal tarief tijdelijk uit te breiden.
"Energiefacturen zijn een grote hap uit het budget van gezinnen. Daarom vragen we om de toegang tot het sociaal tarief te verruimen door de toekenning te baseren op het inkomen van mensen", aldus Van der Straeten. Brussels minister Maron legde dat eerder al op tafel.
Door de verruimde toegang zou aan ongeveer 1 miljoen kwetsbare gezinnen een betaalbare energieprijs tegen het sociaal tarief kunnen aangeboden worden. Dat stemt overeen met het aantal gezinnen dat in België met een energiearmoederisico leven.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , sociaal elektriciteitstarief , energiearmoede , tinne van der straeten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.