FDF: ‘Brusselse middenklasse heeft reddingsplan nodig’

Het aandeel middenklassers in de Brusselse bevolking daalde tussen 2000 en 2007 van een derde naar een kwart. Het gevolg van toenemende armoede en stadsvlucht. Dat becijferde Brussels parlementslid Emmanuel De Bock (FDF). Hij lanceert dan ook een plan om de middenklasse in de stad te houden en te ondersteunen.

De Bock nam de Brusselse bevolking onder de loep aan de hand van het netto belastbaar inkomen. Het aandeel middenklassers definieerde hij als de mensen die jaarlijks tussen de 20 en de 50.000 euro overhouden. Hun aandeel in de Brusselse bevolking daalde tussen 2000 en 2007 van 34,2 procent naar 27,2 procent. Dat terwijl de categorie die minder dan 10.000 euro per jaar verdient bijna verdubbelde in aandeel.

Een van de verklaringen is dat een deel van de middenklasse onder de armoedegrens gedoken is. "Een groot deel daarvan bevindt zich in een precaire toestand", zegt De Bock. "Anderzijds is er natuurlijk stadsvlucht. In de categorie 18 tot 30-jarigen heeft Brussel een positief migratiesaldo. Boven de 30 wordt dat negatief. Dat betekent dat vooral tweeverdieners en jonge gezinnen de stad verlaten."

Om die trend te keren gooit De Bock een aantal maatregelen op tafel. "De middenklasse in deze stad wordt al tien jaar vergeten", zegt hij. "Tijd om daar iets aan te veranderen." De Bock pleit voor meer scholen, opvang, groene ruimte en cultuur.

Maar de belangrijkste hefboom ziet hij in een eigen woning voor de Brusselse middenklasse. "De huizenprijzen hebben ongekende hoogten bereikt", zegt De Bock . Om dat te bereiken moet het woningfonds uitgebreid worden en moet net als in Vlaanderen een deel van de registratierechten meeneembaar worden. Hij herhaalt ook het FDF-pleidooi om een stadstol "om de kosten van de stad rechtvaardiger te verdelen tussen gebruiker en bewoner".