'Geen klassieke stadsvlucht meer'

80 procent van de Nederlandstalige Brusselaars wil in de stad blijven wonen, en driekwart is tevreden over Brussel. Dat blijkt uit een studie van de VGC. Bijna 1 op de 3 Nederlandstaligen heeft plannen om te verhuizen, maar bijna de helft daarvan wil binnen het Brussels gewest blijven. "We zien niet meer de stadsvlucht van 25 jaar geleden."

De bevraging bij de Brusselaars over de aantrekkelijkheid van Brussel en hun perceptie op de stad als leefstad werd eind maart aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) voorgesteld. Voor het onderzoek werden ruim 2.600 interviews afgenomen. Die werden dan opgedeeld volgens de taal van hun identiteitskaart.

Over het algemeen is de Brusselaar tevreden over zijn wijk en zijn stad. Driekwart van de respondenten geeft dat aan. Er is weinig verschil tussen Nederlandstaligen en Franstaligen.

Ongeveer een derde van de Brusselaars geeft aan in de komende vijf jaar te willen verhuizen. Volgens socioloog Jan Verbelen, die het onderzoek uitvoerde, stemmen de resultaten van de verhuisvraag overeen met die in andere, Vlaamse steden.

Villa in het groen
Van de Nederlandstaligen met verhuisplannen kiest 40 procent wel voor Vlaanderen maar nog net iets meer van hen verkiezen om binnen de wijk of binnen de stad te verhuizen. Opgeteld bij de mensen die geen verhuisplannen hebben, betekent dat dat ongeveer 80 procent bewust voor de stad kiest en blijft kiezen.

"Het is de meest opmerkelijke vaststelling", zegt VUB-demograaf Patrick Deboosere aan FM Brussel. "We zien niet meer de klassieke stadsvlucht van pakweg 25 jaar geleden. Toen was de ultieme droom van iedereen een villa in het groen en dan kom je automatisch buiten de stad terecht. Meer mensen kiezen vandaag bewust voor een stedelijke context. Het is een tendens die we ook internationaal zien. Het gaat dan wel over de intentie, want het is niet zeker dat de mensen dat ook kunnen waarmaken."

Dat laatste hangt onder meer af van de huizenprijzen en de beschikbare woningen.

Anonimiteit
Het VGC-onderzoek concludeert verder dat het met de anonimiteit van de stad meevalt. 88,6 procent van de respondenten heeft minstens eenmaal per week contact met buurtbewoners, buren, familie of vrienden. Bijna de helft is lid van een vereniging en 16 procent doet aan vrijwilligerswerk.

Opmerkelijk verschil nog over het onderwijs: wie schoolgaande kinderen heeft, is best tevreden over het onderwijs, wie er geen heeft, ziet het allemaal veel somberder in.

Op het vlak van mobiliteit is er ontevredenheid over het aanbod aan parkeerplaatsen in de wijk. Slechts om en bij de 30 procent vindt dit voldoende. Daarnaast geeft 40 procent aan last te hebben van verkeersagressie allerhande en ongeveer 45 procent ervaart onaangepaste snelheid in de wijk.

Het openbaar vervoersaanbod kan ten slotte wel rekenen op een tevredenheid van boven de 80 procent.