Geen plaats voor 480 Nederlandstalige leerlingen

Voor 479 kinderen van Nederlandstalige ouders is er dit jaar geen plaats in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. In totaal vinden 1.515 kinderen geen plaats. Dat meldt het Lokaal Overlegplatform (LOP) Brussel. Het plaatstekort treft nu ook kinderen die een plaats zoeken in het eerste leerjaar.

Volgens het LOP zullen op 1 september van dit jaar nog steeds heel wat kinderen uit de boot vallen, ondanks de toename van de capaciteit in het Nederlandstalig basisonderwijs van 4 procent. Het LOP kreeg zo voor dit schooljaar 5.086 aanmeldingen binnen, terwijl er maar 3.133 beschikbare plaatsen zijn. Wie zich aanmeldde voor de eerste kleuterklas maakte slechts 11 procent kans op een plaats.

Geen plaats voor 479 Nederlandstaligen
Het LOP meldt ook dat 479 Nederlandstalige kinderen ongunstig geordend werden en dus geen plaats hebben. "Dat gaat dan zowel om kinderen van kansarmen als om kinderen van hoogopgeleiden", zegt Walentina Cools van het LOP aan brusselnieuws.be. "Verschil is dat kansarmen veel minder de weg vinden naar instanties als onze bemiddelingscel en de Rand. Zij reageren gelatener en houden hun kinderen dan maar een extra jaar thuis. Maar eens de boot gemist, blijft dat bijna altijd zo."

Bij de hoogopgeleide Nederlandstaligen ligt het probleem vooral bij de schoolkeuze. "Als iedereen dezelfde voorkeurscholen opgeeft, vallen er mensen uit de boot", zegt Cools.

Ook broers, zussen en kinderen van personeel zijn niet langer zeker van een plaats. Van hen werden er 164 geweigerd.

'Hele dagen met ouders op appartement'
Het tekort aan plaats leidt volgens het LOP tot schrijnende toestanden. “We hebben weet van ouders die dagelijks uren onderweg zijn om hun kinderen naar de andere kant van de stad of naar verschillende scholen te brengen”, zegt het LOP in een mededeling. “Directies en organisaties worden continu geconfronteerd met boze en verontruste ouders. Kansarme kinderen missen de aansluiting op school en zitten hele dagen alleen met één ouder op een klein appartement. Hun ouders moeten zorgen voor continue opvang en kunnen geen werk zoeken.“

Ook in eerste leerjaar
Waar de problemen in het verleden zich vooral manifesteerden in het kleuteronderwijs, wordt nu ook het eerste leerjaar getroffen: daar werden 233 leerlingen ongunstig geordend. “Dat een steeds groter wordende groep leerplichtige leerlingen uit de boot valt, is bijzonder zorgwekkend”, zegt het LOP in een mededeling. “Onze bemiddelingscel werd de afgelopen week geconfronteerd met 10 ouders die nergens hun kind in het eerste leerjaar kunnen inschrijven.”

Volgens het LOP blijven er ook een aantal kinderen in de derde kleuterklas zitten, omdat er in het eerste leerjaar geen plaats is.

Kinderen die niet terechtkunnen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, kunnen in theorie uitwijken naar het Franstalig net of naar de Rand, maar ook die zijn overbevraagd. Gegevens over waar de geweigerde kinderen terecht komen, zijn er niet.

Om de tekorten theoretisch uit de wereld te helpen moeten er op 1 september eigenlijk 1.515 extra plaatsen en 60 extra klassen zijn bijgekomen, aldus het LOP. “Ondanks de inspanningen om capaciteit bij te creëren, is het capaciteitsprobleem toegenomen en groter dan ooit”, klinkt het. “We hopen dat deze cijfers de overheid kunnen aanzetten tot een snelle en efficiënte aanpak van het capaciteitsprobleem over de beide taalgemeenschappen heen. Onderwijs is immers een grondwettelijk recht.”