Gosuin over kinderbijslag: 'Brussels systeem moet toets van Raad van State doorstaan'

Coalitiepartner DéFI is niet bereid om een Brusselse kinderbijslag te steunen indien die niet de toets van de Raad van State kan doorstaan. Dat benadrukte Brussels minister Didier Gosuin bij zijn nieuwjaarswensen.

Hij erkende dat het systeem dat door vijf van de zes Brusselse coalitiepartners wordt gesteund, een negatieve impact zal hebben in de overgangsfase van vijf jaar. Dit omwille van de belofte dat kinderen in het huidige systeem er niet op achteruit zouden gaan.

Het Waalse en bij uitbreiding ook het Vlaamse systeem zal volgens hem zware gevolgen hebben voor de komende generaties. Beide systemen voorzien een hoger basisbedrag dan Brussel, dat evenwel meer ruimte wil hebben voor sociale correcties om tegemoet te kunnen komen aan de specifieke Brusselse noden met de voorziene demografische explosie.

Volgens Gosuin hebben de andere gewesten ervoor gekozen om de nieuwe regeling te laten ingaan voor de kinderen die vanaf begin dit jaar geboren worden omdat hun basisbedrag te hoog was om het systeem voor alle kinderen toepasbaar te maken.

De Raad van State had hiertegen overigens bezwaren - overigens ook voor het Vlaamse decreet - omdat volgens haar enkel budgettaire motieven niet volstonden om het verschil in behandeling van kinderen die voor of na 2019 geboren zijn te verantwoorden.

Gosuin benadrukte dat DéFI geen budgettaire avonturen wilde ondernemen in Brussel. Indien er geen akkoord komt, kan het huidige (federale) systeem evengoed behouden blijven, vond hij. Hij zit daarmee op dezelfde golflengte als Open Vld-minister Guy Vanhengel die zich maandag in dezelfde richting uitliet op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij.