Een rit van tweeëntwintig minuten met tram 44 scheidt het Jubelpark van Tervuren. De tramlijn kwam er op initiatief van koning Leopold II, naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling in 1897. Met die Expo kon hij toen de twijfel van de Belgen over ‘zijn’ koloniale project wegnemen, maar vandaag klinkt de roep om de fouten uit de geschiedenis recht te zetten steeds luider.
| AfricaMuseum
Een deel van die Wereldtentoonstelling bevond zich in het Jubelpark, aan de terminus in Tervuren lag de focus op het koloniale. Na de Expo werd daar het museum gebouwd, dat vandaag nog bestaat en in december na een renovatieperiode als AfricaMuseum weer open gaat. Over die renovatie heeft Billy Kalonji, voorzitter van het Comité KMMA–Afrikaanse verenigingen (Comraf) advies gegeven. “Er is meer dan alleen maar het museum. Een directiegebouw, het Stanley-paviljoen, het nieuwe paviljoen van glas, en naast het museum aan de linkerkant het Centre d’Accueil pour le Personnel Africain (Capa), waar de Congolezen werden ondergebracht die tijdens de Wereldtentoonstelling naar België werden gehaald. Tot op de dag van vandaag is er ook een wetenschappelijk instituut gevestigd.”
"We weten dat racisme niet aangeboren is, maar een intellectuele constructie en bijgevolg aangeleerd"
Maar een belangrijk gedeelte van de geschiedenis speelde zich buiten de muren van het museum af. In het Tervurenpark even verderop zitten mensen te picknicken. Ze kunnen onmogelijk weten dat op deze plaats jaren geleden een dorp was gebouwd, waar bezoekers konden bekijken hoe de Congolezen leefden.
“Hier werd de geschiedenis geschreven,” zegt Kalonji. “Voor ons is het park even belangrijk als het museum.” In het park stonden drie dorpen, waar tijdens de Wereldtentoonstelling 267 Congolezen werden ‘tentoongesteld’, zodat de Belgische bevolking kon zien hoe Congolezen leefden. “Het is triest dat hier geen informatie over wordt gegeven: het laat zien dat het werk dat we doen essentieel is. De discussie over de omgeving van het museum moet nog plaatsvinden: we hebben nog geen enkel gesprek met de gemeente gevoerd.”
Even verderop, naast de parochiekerk Sint-Jan Evangelist liggen zeven graven: hier zijn de Congolezen begraven die tijdens de Wereldtentoonstelling opgevoerd werden en dat niet overleefden. Een bordje vermeldt in het Nederlands: “In het kader van de Internationale Wereldtentoonstelling van Brussel in 1897, werden drie Afrikaanse dorpen in de Tervuurse Warande opgericht, overdag bewoond door 267 Congolezen. Zeven onder hen – Ekia, Gemba, Kitukwa, Mpeia, Zao, Samba en Mibange – overleefden de kille zomer niet en liggen hier begraven.”
Geschiedenislessen
Voor Modi Ntambwe, voorzitster van de Federation of African Associations of Flanders is die informatie veel te summier. “Waarom zijn ze hier begraven, en niet op de begraafplaats? Wat zijn hun volledige namen? Het museum moet hierover spreken, maar ook de gemeente Tervuren, samen met de Congolese diaspora.”
Ze pleit ervoor om de informatie via zoveel mogelijk verschillende kanalen te verspreiden: flyers in het toeristisch centrum, betrouwbare informatie op internet en via het museum. Kalonji is het met haar eens. “De Belgen bestudeerden de Congolezen toen meer dan hun huisdieren of planten. Ze maten hun lichamen, schreven hun namen op. Ik kan niet geloven dat er niet meer informatie over deze zeven mensen beschikbaar is. Naast hun graven rond de kerk zou een gedenkplaat moeten komen, net zoals dat het geval is in de frontstreek rond Ieper voor de gesneuvelden uit WO I of in Kigali voor de gesneuvelde blauwhelmen.”
"Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1897 stonden in het park van Tervuren drie dorpen, waar 267 Congolezen werden 'tentoongesteld'"
Kalonji betreurt het dat in de geschiedenislessen op school niet wordt gesproken over de relatie van Belgen met Congo. “Het is dankzij de diaspora dat het verhaal over de ‘tentoongestelde’ Congolezen aandacht krijgt. We weten dat racisme niet aangeboren is, maar een intellectuele constructie en bijgevolg aangeleerd. Dat wordt perfect geïllustreerd in de documentaire ‘Zoos Humains. L’invention du sauvage’ van de Fondation Lilian Thuram.”
Elk jaar met Allerheiligen brengt een groep Congolezen een bezoek aan de graven. “Het museum realiseerde zich daardoor hoe belangrijk dat is voor de gemeenschap,” zegt Kalonji. “Maar zodra onze aandacht verslapt, gaat het opnieuw bergaf. Comraf is er om te waken, te duiden en corrigeren, om de fouten uit de geschiedenis recht te zetten.”
Ook Tervurenaar Patrick De Coster vindt dat zijn gemeente te weinig aandacht besteedt aan het koloniale verleden. Hij verwijst naar het kunstwerk uit 2005 van Tom Frantzen op de rotonde aan de ingang van de gemeente, dat Afrikaanse waterdieren uitbeeldt die jazz spelen. Eerder werd diezelfde kunstenaar al uitgenodigd om tijdens het eeuwfeest van de Wereldtentoonstelling een kunstwerk te ontwerpen voor het park naast het museum.
"Het hele dorp is zwanger van een gruwelverhaal, maar je ziet er niets van terug"
Tervuren Disneyland
“In de keuze van de kunstwerken wordt op geen enkele manier gerefereerd aan het barbaarse koloniale bewind en aan de miljoenen Congolese slachtoffers. Leopold II installeerde een systeem van roofkapitalisme dat tot vandaag de bevolking van het rijkste land van Afrika onderdompelt in zinloos lijden. Wat moet dit voorstellen? Tervuren Disneyland?”
Hij ziet het als exemplarisch voor hoe de gemeente omgaat met haar verleden. Ook het arboretum in Tervuren werd aangelegd met geld uit Congo, net als de golfclub. “Het hele dorp is zwanger van een gruwelverhaal, maar je ziet er niets van terug. Dat terwijl dit dé plek is waar het koloniale verhaal verteld moet worden: nergens zijn Congo en België zo verbonden als hier.”
Toeristen die willen bijleren over die band tussen België en Congo, kunnen de wandeling ‘In de voetsporen van Stanley’ (journalist en ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley, die een belangrijke rol speelde in de kolonisering van Congo) kiezen, laat een medewerker van het toeristisch centrum weten. De wandeling is niet digitaal beschikbaar, en ook elders op de website Visittervuren.be is geen informatie terug te vinden over het koloniale verleden.
De belangrijkste rol hiervoor is weggelegd bij het museum, legt schepen van Toerisme Mario Van Rossum (CD&V) uit. “De zeven graven hebben we onlangs gerestaureerd, op die manier erkennen ook wij wat er in het verleden gebeurd is. De duiding kan wellicht beter. Ik sta open voor een gesprek met de diaspora over hoe we bezoekers beter kunnen sensibiliseren. Tegelijkertijd moeten we het toeristische potentieel niet uit het oog verliezen.”
Van Rossum staat eveneens open voor een gesprek met de Congolese gemeenschap over de duiding rond de expositie tijdens de Wereldtentoonstelling. Hij vraagt zich echter af hoeveel aandacht die periode proportioneel moet krijgen. “De stammen die toen zijn overgekomen, hebben enorm veel bezoekers getrokken. Maar dat is slechts één periode binnen de geschiedenis van het park, dat daarvoor al eeuwen bestond en ook andere mijlpalen uit de geschiedenis kent.”
“Enerzijds is het niet onbelangrijk om te zien wat koning Leopold II voor prachtige realisaties heeft neergezet, die heel belangrijk zijn voor het toerisme in onze gemeente,” sluit Van Rossum af. “Anderzijds mogen we niet vergeten dat er een duister kantje zit aan de financiering van die gebouwen. We zijn heel blij dat, onder invloed van de nieuwe directeur van het museum, de koloniale opzet van het museum is aangepast, en we ondersteunen die visie.”
Lees meer over: Samenleving , AfricaMuseum , Comité KMMA , Leopold II , kolonialisme , Tervuren
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.