In de zomer van 2015 was Adriana Costa Santos nog een gewone Portugese studente, net klaar met haar bachelor internationale betrekkingen. Per toeval belandde ze in het Brusselse Maximiliaanpark, waar ze uitgroeide tot de spil van een van de opmerkelijkste burgerinitiatieven van de afgelopen jaren. Honderden vrijwilligers en duizenden gastgezinnen doen intussen mee om voor 400 à 500 transitmigranten elke dag onderdak te vinden.
| Adriana Costa Santos, Maximiliaanpark
Een willekeurige avond in het Maximiliaanpark. Honderden migranten, voornamelijk Oost-Afrikaanse jonge mannen, hebben zich verzameld op een hoek van het park. Belgen zijn er ook, mensen met een auto of een logeerplek in de aanbieding. In het middelpunt van de mensenmassa: drie mensen met witte hesjes, die door de ongeduldigste wachtenden de hele tijd worden omzwermd. Zij koppelen telkens twee of drie migranten aan gastfamilies voor de nacht.
Adriana Costa Santos (23), een van hen, noteert alle namen op een lijst. Ze zal hier blijven tot de laatste migrant – na een dagelijkse noodkreet via Facebook – een slaapplek heeft gevonden.
Met haar vriend stampte Costa Santos vorige zomer een van de opmerkelijkste vrijwilligersprojecten van de afgelopen jaren uit de grond. Op een septemberavond vorig jaar koppelden ze acht migranten aan gastvrije Belgische gezinnen. Intussen is die operatie uitgegroeid tot een logistiek huzarenstuk: ruim 30.000 burgers en organisaties zijn lid van de Facebookgroep, waarmee het koppel elke avond onderdak zoekt voor vier- tot vijfhonderd transitmigranten. Drieduizend huishoudens hebben al iemand thuis opgevangen. In totaal bood Hébergement Plateforme Citoyenne al meer dan vijftigduizend overnachtingen aan.
Een paar uur eerder. Twee mannen en een vrouw drentelen voor de deur van het café in Elsene waar ik met Costa Santos afgesproken heb. Of het klopt dat ze naar hier komt? Het blijken een buurman te zijn die hulp aanbiedt om tijdelijke verblijfplaatsen op te kalefateren, een vrouw die graag kleding wil sorteren, en een kennis die een sleutel komt afgeven. Als Costa Santos binnenkomt, luistert ze geduldig naar iedereen, al weet ze niet meteen wat te antwoorden. Na een half uur stelt ze voor op het terras te gaan zitten, zodat wij eindelijk kunnen praten – en zij kan roken.
Een vriend met een cruciaal telefoonnummer passeert op het trottoir aan de overkant. Costa Santos probeert zijn aandacht te vangen, maar ze heeft niet de energie om op te springen. Ze praat zacht en zal de hele tijd blijven scrollen door de berichten die binnenlopen op haar telefoon – alleen al van mensen die ze niet kent, staan nog 96 berichten te wachten op Facebook Messenger.
Op de sofa bij een vriendin
Adriana Costa Santos is geboren en getogen in Lissabon. Ze is de jongste in een gezin van vier, de dochter van een psychologe en een journalist/schrijver. Haar vader vertaalde onder meer Poetins Rusland van Anna Politkovskaja naar het Portugees. Als ik vraag wat ze van thuis meekreeg, wikt ze haar woorden: “Een kritische geest en respect voor menselijke waarden.”
Als kind hield ze het meest van lezen en schrijven. Zowel verhalen, als later artikels voor het studentenblad. “Na mijn bachelor internationale betrekkingen plande ik een jaar pauze, om uit te zoeken wat ik wilde doen. In oktober 2015 belde een vriendin uit Brussel met een voorstel: een maand vrijwilligerswerk in het Maximiliaanpark, waar toen net een tentenkamp was opgedoekt. Ik kon bij haar op de sofa slapen.”
“Ik kwam voor een maand naar België, maar ik bleef nog een paar maanden langer, en uiteindelijk was ik veel te betrokken om nog weg te gaan"
Ook al had Costa Santos nog nooit van de situatie in het park gehoord, toch kocht ze meteen een ticket. Om dan nooit meer weg te gaan. “Ik kwam voor een maand, en werkte aan het onthaal van het centrum op de Willebroekkaai. Maar ik bleef nog een paar maanden langer, en uiteindelijk was ik veel te betrokken om nog weg te gaan. De vrijwilligers en de vluchtelingen werden heel snel een hechte familie voor me.” In het tumult leerde ze Mehdi Kassou (34) kennen, een van de oprichters van het Burgerplatform voor Hulp aan de Vluchtelingen. Ze werden verliefd, op het werk en op elkaar.
Het weekblad Visão, de Portugese tegenhanger van Knack, vroeg haar in die eerste maanden een blog bij te houden. Daarmee won ze in haar thuisland een mensenrechtenprijs. Op de website van Visão omschrijft Costa Santos zich als “een normaal meisje, dat graag in de regen wandelt, van kunst, muziek, feesten en een goede politieke discussie houdt”. Haar doel in het leven: “Actief bijdragen om de wereld te veranderen met woorden, daden en, indien mogelijk, een aanstekelijke glimlach.”
“Ik bouwde eerst een vertrouwensband met de vluchtelingen op voor ik vragen begon te stellen,” zegt ze over de blog. “Ik wilde hen hun eigen verhaal laten vertellen. Om te laten zien dat ze mensen zijn zoals wij allemaal. Drie maanden later zou ik een vrijwilligersproject in Colombia beginnen, maar dat heb ik afgeblazen. Waarom elders gaan als hier nog zo veel te doen is, dacht ik.”
In september 2016 begon ze aan een master antropologie aan de ULB. De jonge Portugese nam voortaan het beheer van de vrijwilligers van het Burgerplatform voor Hulp aan de Vluchtelingen op zich. “Want dat kon ik ook in de bus of desnoods in mijn bed doen. Dat heb ik tot afgelopen zomer gecombineerd met mijn studie en een studentenjob.”
Het begon met de vrouwen
“Na de sluiting van het kamp in Calais eind 2016 trokken opnieuw vluchtelingen naar het Maximiliaanpark. In de daaropvolgende zomer zagen we dat de vrouwen in het park een heel kwetsbare groep vormden. Dus probeerden we onderdak voor hen te vinden. Eind augustus merkten we dat Belgische gezinnen naar het park kwamen om een slaapplaats aan te bieden, maar weer met lege handen moesten vertrekken. De kleine groep vrouwen had een slaapplaats, net als de kinderen, gewonden en bejaarden, en de anderen boden zich zelfs niet aan.”
Kassou en Costa Santos beslisten de operatie uit te breiden naar alle migranten in het Maximiliaanpark. “Het begon met een oproepje naar gastgezinnen op de pagina van de ‘moedergroep’ Burgerplatform voor Hulp aan de Vluchtelingen. We konden op dat moment niet voorzien wat een draagwijdte het project zou krijgen. De eerste nacht hebben we acht migranten te slapen kunnen leggen, de derde dag waren het er 25, een week later al 87. Op 12 september hebben we de aparte Facebookpagina Hébergement Plateforme Citoyenne opgericht, met mijn gsm-nummer erop. Vanaf dat moment stond de telefoon roodgloeiend.”
“Eerst was ik alleen in het park. Intussen hebben we een groep van twaalf vaste vrijwilligers, van wie er elke avond vier aanwezig zijn. Ik ben er ongeveer zes dagen op de zeven. Om acht uur is er een voedselbedeling, om halfnegen beginnen we de families en chauffeurs op te vangen en te koppelen.”
"Ik kan niet leven in een stad waar dit gebeurt en er niks aan doen"
“Bovenaan op de Facebookpagina staat nu een FAQ-document met de vragen die kandidaat-gastgezinnen mogelijk hebben, waarop anderen met ervaring kunnen antwoorden. Die participatieve aanpak maakt het heel makkelijk te runnen.”
“Iedereen was bang in het begin. De gastgezinnen, maar ook de jonge migranten. Meestal zijn het jongens tussen 16 en 25. Ze hadden schrik om zomaar met een vreemde mee te gaan in een land waar ze opgejaagd werden door de politie. Ze willen vaak alleen samen met een vriend mee. Intussen horen we vaak dat België the best country in Europe is.”
“Overdag vullen gastgezinnen een formulier in met hoeveel mensen ze die avond kunnen opvangen, zodat wij al een idee hebben hoeveel slaapplekken we kunnen garanderen. We staan ook voortdurend in contact met onze ploeg vrijwilligers in het opvangcentrum in Haren dat we beheren. Rond 22 uur post ik een oproep op Facebook voor de mensen die nog in de kou blijven staan, en dan begint mijn telefoon te rinkelen. Bijna de helft van de vluchtelingen vindt pas na dat moment een logeeradres.”
“Als iemand een paar keer op dezelfde plek overnacht, regelen mensen het daarna vaak onderling, zonder dat wij nog tussenbeide moeten komen.”
Costa Santos werkt naar eigen zeggen 16 uur per dag, net als haar vriend. Kassou heeft zijn job als kaderlid bij een telecombedrijf opgegeven, haar studie is er voorlopig even bij ingeschoten. “Maar dat is niet erg, ik heb daar nog tijd voor. Overdag zijn er de sms’jes, de telefoontjes, de Messengerberichten met vragen om informatie. Op de Facebookpagina volgen we de commentaren, beantwoorden we vragen, verwijzen we mensen door. Dan belt bijvoorbeeld een opvanggezin dat een van hun gasten griep heeft, en willen ze weten waar ze naar de dokter kunnen.”
“Het stelt mensen gerust dat ze iemand kunnen bellen, denk ik. Dat iemand hun vragen kan beantwoorden. Mehdi is meer het aanspreekpunt voor de politiek en media, omdat hij communicatie heeft gestudeerd en ik bovendien een jaar geleden nog geen woord Frans kende (dat spreekt ze nu vloeiend, red.). ’s Avonds ben ik meestal in het park, tot iedereen een slaapplek heeft. Collega-vrijwilliger Yoon en ik kennen de jongens, en hebben de gastgezinnen vaak overdag aan de lijn gehad. Dat maakt het voor ons eenvoudiger om doordachte matches te maken. Die vertrouwensband kun je niet zomaar kweken, dat vergt tijd.”
“Dit is een mobilisatie zonder precedent. Burgers zijn verontwaardigd dat mensen in de hoofdstad van Europa buiten moeten slapen. Er was gewoon iemand nodig die de actie coördineert, die iedereen kan geruststellen"
“Met Kerst was ik drie dagen bij mijn familie in Portugal, dat heeft me ontzettend deugd gedaan. Mijn moeder zou wel willen dat ik me zou amuseren tijdens mijn studie, met mensen van mijn leeftijd, maar tegelijk weet ze dat ik niet anders kan. Ik kan niet leven in een stad waar dit gebeurt en er niks aan doen.”
“Soms is het ontmoedigend om voor de zoveelste avond al die mensen te zien die geen dak boven hun hoofd hebben. Maar dan denk ik aan de nacht daarvoor, aan het moment dat er niemand meer overbleef in het park. Dat motiveert.”
“Eén jongen zei me in september: ‘Dit is het Europa waar ik van droomde. Ik heb Italië, Frankrijk en Duitsland doorkruist, maar heb nooit een inwoner ontmoet. Hier in België willen jullie ons niet alleen ontmoeten, maar ons ook actief helpen.’”
Beperkt engagement
Hoe het komt dat zoveel Belgische burgers hun actie steunen? “Het is iets heel menselijks en natuurlijks om onderdak te verschaffen. Maar toen we eraan begonnen had ik nooit gedacht dat we op een dag iedereen een slaapplek zouden kunnen bezorgen. Dit is een mobilisatie zonder precedent, het zijn lang niet alleen 'typische activisten'. Burgers zijn verontwaardigd dat mensen in de hoofdstad van Europa buiten moeten slapen. Er was gewoon iemand nodig die de actie coördineert, die iedereen kan geruststellen, die zorgt dat kandidaat-gastgezinnen getuigenissen kunnen lezen voor ze iemand in huis halen.”
“Er is ook het beperkte engagement: we stellen je voor om na de werkuren iets te doen, eventueel met een chauffeur die de vluchtelingen bij je thuis komt afzetten en ze ’s ochtends na het ontbijt ook weer ophaalt. We vragen niet om mensen permanent te laten logeren. Als het na een nacht niet meer goed uitkomt, geen probleem. Dan neemt iemand anders het over. Ideaal gezien zou de Belgische staat een waardige opvangstructuur moeten opzetten om deze mensen op te vangen, al is het dan maar tijdelijk.”
Vooravond – vlak voor Costa Santos naar het Maximiliaanpark vertrekt, post ze nog een bericht op Facebook. “Zo snel mogelijk onderdak gezocht voor een jongen met een niet-besmettelijke luchtweginfectie – moet drie dagen in de warmte blijven. Merci ❤.”
Die avond, in het park, in het midden van de mensenzwerm, ziet ze me staan. Heel even blijft haar blik hangen. Ze vraagt, vorsend: “Kom je ook een paar mensen oppikken?”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Adriana Costa Santos , Hébergement Plateforme Citoyenne , Mehdi Kassou , Maximiliaanpark
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.