| In 't Kroegske in Oostende wordt spaghetti geserveerd door Iwein Scheer. De legendarische cafébaas die zich zestig jaar na zijn vertrek uit de hoofdstad nog altijd Brusselaar noemt.

Brusselaar van de Week

Iwein Scheer, Brusselaar in Oostende: 'Ik omschrijf mezelf als een tedere anarchist'

Michaël Bellon
© BRUZZ
14/11/2022
Updated: 16/11/2022 10.22u

De spaghettislag die BRUZZ organiseert vindt weerklank tot in Oostende. De spaghetti wordt daar geserveerd door de legendarische cafébaas van ’t Kroegske, Iwein Scheer, die zich zestig jaar na zijn vertrek uit de hoofdstad nog altijd Brusselaar noemt.

Een van de beste cafés ter wereld is het levenswerk van een Brusselaar in Oostende. Iwein Scheer staat op zijn 82ste al 58 jaar achter de toog in ’t Kroegske in de Sint-­Paulusstraat, vlak bij het station. ’t Kroegske is een klein café waar je meteen aan de toog staat wanneer je de deur opendoet. Binnen is dan meestal een gemeenschappelijke conversatie aan de gang tussen de stamgasten, die omgeven worden door boekenkasten, affiches, foto’s, curiosa en kunstwerken van Renée Lodewijckx, Scheers vrouw en compagnon in het café sinds hun memorabele huwelijk in 2018.

Op de achtergrond klinkt Klara Continuo, tussen de kranten ligt elke week de nieuwe BRUZZ, en tussen de aankondigingen van een op handen zijnde wafelenbak, hangt ook de uitnodiging voor de Spaghettislag van BRUZZ, waar ’t Kroegske al voor de vijfde keer aan deelneemt, ook al verwisselde Scheer Brussel in 1962 al definitief voor Oostende. ’t Kroegske is, zoals Lodewijckx zegt, een beetje zijn living, maar naar Brussel komt Scheer nog regelmatig. “De mozaïek van Brussel is zo gevarieerd en boeiend dat ik de stad nog altijd in mijn hart draag. We komen er nog minstens één keer per maand, bijvoorbeeld om naar het Klarafestival of het Kunstenfestival te gaan, of deel te nemen aan een architectuurwandeling.”

Verderf aan de voordeur

Scheer woonde als jongeling zowel in Dilbeek, Sint-Gillis, Zellik, Schaarbeek, Molenbeek als Haren, en ging naar de middelbare school in het Sint-Jan Berchmanscollege. Maar zijn opvoeding was streng. “Volgens mijn ouders begon het verderf aan de voordeur. Ik mocht op een bepaald ogenblik zelfs niet naar het koor van de school omdat dat zogezegd een slechte invloed had. Op mijn achttiende ging ik stiekem naar Expo 58 en naar de film. In Leuven haalde ik nog een kandidaatsdiploma burgerlijk ingenieur, maar ik ben blij dat ik daar niet verder in gegaan ben, want ik denk dat ik een vakidioot geworden zou zijn. Na een laatste jaar in Brussel als magazijnier ben ik op mijn 22ste in Oostende ‘het seizoen’ komen doen en ben ik blijven hangen. Ik was portier en kelner tot in 1964 ’t Kroegske over te nemen was. Via de horeca heb ik de sociale vaardigheden ontwikkeld die ik anders niet zou gehad hebben.”

Die sociale vaardigheden waren zo groot dat Scheer een levende legende werd in de kuststad. ’t Kroegske werd en bleef het epicentrum van een hechte sociale gemeenschap en heel wat culturele initiatieven zoals de Sint-Paulusfeesten, die sinds begin jaren zeventig uitgroeiden tot een groot stadsfestival. “Ik heb het geluk gehad de juiste man op de juiste plaats te zijn geweest om samen met andere mensen de cultuur in Oostende wakker te maken. Nu heb je Theater aan Zee, Kaap en de Grote Post, maar tot tien jaar geleden was hier niet eens een theaterzaal. Met twee vrienden heb ik nog een tijd Theiater opengehouden, waar iedereen die naam had in de kleinkunst heeft opgetreden, zoals Raymond van het Groenewoud en Johan Verminnen. In de jaren negentig hebben we een vzw gesticht om jeugdtheater naar Oostende te halen. Als jongeren- en later als praatcafé heeft ’t Kroegske ook veel mensen de normen van hun thuis doen inwisselen voor eigen normen, en financiële impulsen voor andere creatieve, of sociale.”

Dolle Mol

Als mogelijke Brusselse pendant van ’t Kroegske komt De Dolle Mol van vroeger misschien nog het meest in de buurt. Toen het legendarische café in de Spoormakersstraat veertien jaar geleden na een lange sluiting weer openging, gebeurde dat niet toevallig dankzij een kraakactie die in ’t Kroegske werd opgezet – een van de vele acties die Scheer mee heeft ondernomen. “Ik omschrijf mezelf als een tedere anarchist. Ik stel dingen graag in vraag op een ludieke, speelse manier.”

In Oostende kennen Scheer en Lodewijckx intussen zoveel mensen dat ze in Brussel iets meer tijd hebben voor elkaar, al lopen ze hier ook bekende geestesgenoten als dichter Jan Ducheyne tegen het lijf, of Filip Jans van café Monk, net als Scheer spaghetti-specialist. “Vroeger at je bijna alleen in Italiaanse restaurants spaghetti. Ik heb spaghetti in Oostende min of meer op de kaart gezet als cafégerecht. Dertig à veertig jaar lang hebben verschillende generaties hier spaghetti gegeten, soms tegen heug en meug (lacht).”

Nu wordt er in ’t Kroegske alleen nog gegeten als er kip-, couscous-, wafel-, of paling in ’t groen-festijnen zijn. En tijdens de spaghettislag van BRUZZ. “Wij doen die altijd op zondag zodat mensen die op zaterdag in Brussel gaan, daarna nog naar hier kunnen komen,” zegt Lodewijckx. “We willen er minstens honderd verkopen, maar daar zitten we altijd over.”

In 2015 kwam Iwein ook aan bod in de tv-reeks 'Weg van Brussel'. Herbekijk hier de reportage.

Brussel Helpt Spaghettislag, zaterdag 26/11 (en zondag 27/11 in ’t Kroegske).
Bestel je spaghetti via brusselhelpt.be

Brussel Helpt: 2022

Brussel Helpt steunt dit jaar Kinumai. Deze organisatie werd opgericht eind 2020 en ijvert voor een beter toegankelijke stad voor mensen met een mobiele beperking, vaak rolstoelgebruikers.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni