Na negen intense jaren zoekt Jeroen Marckelbach, coördinator van het Vlaams-Afrikaans Huis Kuumba, nieuwe horizonten op. “Kuumba is een van de weinige publieke plekken die volledig gewijd zijn aan de Afrikaanse gemeenschap. Dat maakt de mensen hier trots.”
| Jeroen Marckelbach: "Ze zeggen dat ik verafrikaniseerd ben."
Het cultuurseizoen loopt ten einde, maar in het Vlaams-Afrikaans Huis, gelegen in Matonge, is de bedrijvigheid nog niet stilgevallen. Vanmiddag komen veertig vrouwen uit Tienen langs voor een Congolese maaltijd en een wandeling door de wijk. Voorts is er het WK voetbal, dat extra volk naar het ontmoetingscafé trekt. Tussen de bedrijven door moet Marckelbach ook nog alles in gereedheid brengen voor de jaarlijkse inleefreis naar Congo, die over twee weken begint.
Kuumba, Swahili voor creativiteit, ontstond in 2009. Net daarvoor was er al een eerste - mislukte - poging om met Vlaams geld een Vlaams-Afrikaans Huis op te richten. Marckelbach mocht de doorstart maken.
Hij toverde een oude bakkerij in de Vredestraat om tot café met achterliggend zaaltje voor muziekworkshops, expo’s, debatten en lessen Lingali, Swahili en Nederlands. Toen Kuumba daar midden 2015 plots weg moest, begon hij gewoon opnieuw, wat verderop aan de Waversesteenweg.
Nu is het tijd voor iets anders. Na de zomer vertrekt Marckelbach voor Broederlijk Delen naar Oost-Kasaï in Congo. “Ik heb het gevoel dat ik hier gegeven heb wat ik te geven had.”
Een Vlaams-Afrikaans Huis, is dat nog van deze tijd?
Jeroen Marckelbach: Goeie vraag. Er zijn historische redenen. Het Huis is destijds opgericht op verzoek van de Congolezen. Velen noemen de koloniale periode nog altijd de ‘époque des Flamands’. De Congolezen in de koloniale tijd waren vooral in contact met de lagere Belgische ambtenaren en de missionarissen, meestal Vlamingen. Veel ouderen kennen de uitdrukkingen Godverdomme en Pas op hé nog. Na de onafhankelijkheid vonden de Congolezen moeilijker aansluiting bij de Vlamingen door de taal. In die zin is Kuumba een voorportaal van de Vlaamse gemeenschap. Maar het Nederlands is bij ons geen fetisj. Onze werking is tweetalig.
De jongere generatie Congolezen staat veel kritischer tegenover het koloniale verleden. Lopen zij warm voor het Vlaams-Afrikaanse verhaal?
Marckelbach Onze stamgasten zijn meestal wat ouder. Maar we doen ook veel projecten met jongeren. De jonge generatie Congolezen staat negatief tegenover het koloniale verleden. Terecht. Maar het is geen generatieconflict. De jongeren zijn gewoon radicaler, activistischer.
Is het gelukt om behalve de Congolezen ook andere Afrikanen naar het Vlaams-Afrikaans Huis te halen?
Marckelbach: De laatste jaren komen er ook veel Senegalezen. Zij zijn, na de Congolezen, het talrijkst in Matonge. Voorts krijgen we veel Guineeërs over de vloer. Wij hebben zelf projecten georganiseerd rond Nigeria, Togo, Benin en Mozambique. Elke Afrikaanse gemeenschap krijgt bij ons de kans zich te uiten. Wij willen vooral een ontmoetingsplek zijn. Want in Brussel is het heel erg: living together but very apart.
"Er is een manifest gebrek aan investeringen in Matonge"
Afrika is een enorm continent met veel conflicten. Slagen jullie erin om de politieke spanningen buiten de deur te houden?
Marckelbach: In het begin kwamen hier bijna uitsluitend Congolezen. Zij hadden er moeite mee dat we ook projecten deden met Rwandezen. Ze probeerden Kuumba te claimen. Maar daar wij hebben nooit aan toegegeven. Dit is niet het huis van de Congolezen. Met de jaren is het veel verbeterd. Je ziet het tijdens het WK. Iedereen stond hier vorige week te supporteren voor Senegal.
Vinden de Vlamingen de weg naar Kuumba?
Marckelbach: Onder onze vaste bezoekers zijn zeker Vlamingen, net zoals er Franstalige Brusselaars en Eurocraten zijn. Maar de meeste Vlamingen komen in groepsverband, zoals straks die vrouwen uit Tienen. De interactie tussen een groep Vlaamse plattelandsvrouwen en onze Afrikaanse stamgasten levert vaak mooie taferelen op.
Is het niet zo dat zij Matonge als een curiosum zien?
Marckelbach: Ze komen uit nieuwsgierigheid, maar wat is daar mis mee? Vroeger leverden de traditionele gidstochten door Matonge weleens conflicten op met de wijk. De mensen in de buurt voelden zich bekeken. Je moet hier inderdaad niet met een groep van 25 of meer rondlopen en je bezoekers er maar op los laten fotograferen. Onze gidsen zijn allemaal van Afrikaanse origine, ze gaan op wandel met kleine groepen en proberen de clichés te doorbreken.
Matonge staat flink onder druk. Zullen de Afrikanen op den duur uitwijken naar een andere plek in de stad?
Marckelbach: De Congolezen en andere Afrikanen hebben hier nooit gewoond. Ze leven in Molenbeek of Anderlecht. Matonge is hun living, de plaats waar ze elkaar ontmoeten, iets drinken, uitgaan. En ja, de wijk staat flink onder druk van de Europese instellingen, de huurprijzen, de gentrificatie kortom. Om die reden zijn wij drie jaar geleden ook moeten vertrekken uit ons pand in de Vredestraat.
Krijgt de buurt genoeg steun van de gemeente Elsene?
Marckelbach: Absoluut niet. De burgemeester overwoog twee jaar geleden zelfs even om de naam Matonge te vervangen door Quartier des Continents. Er is een manifest gebrek aan investeringen in de wijk. De buurt ligt er vaak vies bij. En in de plaats van het verkeer weg te halen uit de Elsensesteenweg had men beter een stuk van de Waverse verkeersvrij gemaakt. Nu zijn de trottoirs daar veel te smal, zeker in het weekend als Afrikanen uit Frankrijk, Nederland en Duitsland op bezoek komen. Matonge is een begrip in de buurlanden.
Sinds dit weekend is er wel een Lumumbaplein aan de Naamsepoort.
Marckelbach: Het is een initiatief van de stad Brussel, op Brussels grondgebied. Elsene wilde het niet. Natuurlijk is het een politieke stunt van de PS van Brussel-Stad. Maar toch, dat er nu eindelijk aan de poort van Matonge een Lumumbaplein is, is symbolisch niet te onderschatten. Ons land speelde destijds immers een rol in de defenestratie van de Congolese premier. Het is een erkenning van de Congolese gemeenschap en het zal Matonge versterken.
Bent u nog altijd de enige vaste kracht in Kuumba?
Marckelbach: Ik doe het samen met een heleboel vrijwilligers, die koken, poetsen, gidsen en taallessen geven. Het is een avontuurlijke job, maar ook zwaar. Hopelijk krijgen we volgend jaar structurele subsidies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, zodat er iemand bij kan komen. Nu zijn er alleen subsidies uit Vlaanderen. Die zijn bedoeld om de Vlamingen te laten kennismaken met de superdiversiteit van Brussel.
Maar we hebben ook een regionale werking: we ondersteunen Afrikaanse organisaties, we zijn een ontmoetingsplaats, we doen buurtwerk. Als we volgend jaar geen subsidies van de VGC krijgen, moeten we dat afbouwen. Dat zou jammer zijn, want het heeft jaren gekost om het vertrouwen van de Afrikaanse gemeenschap te winnen.
U hebt de Afrikaanse gemeenschap heel goed leren kennen door deze job. Heeft het u veranderd?
Marckelbach: Wat me bij Afrikanen zo aanspreekt, is hun openheid, hun humor, dynamiek en creativiteit. Ze klagen niet en leven in het moment, soms misschien iets te veel. Volgens hen ben ik verafrikaniseerd met de jaren. Ik weet niet of dat zo is, maar ik ben zeker flexibeler geworden.
Jeroen Marckelbach
- 41 jaar
- studeerde journalistiek
- maakte in 2008 een fietsreis naar Kinshasa
- sinds 2009 coördinator van Kuumba
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Jeroen Marckelbach , Vlaams-Marokkaans huis , Kuumba , matonge
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.