Vorige week zette minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden de deur op een kier voor een ‘kotbubbel’, waarbij studenten die samenwonen de afstandsregels niet meer moeten volgen. Die kotbubbel lijkt van de agenda verdwenen, al vindt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) dat er nog steeds een wetgevend kader nodig is. “In de praktijk is die bubbel er al”, klinkt het bij de studenten zelf.
Komt er een kotbubbel of niet? ‘In de realiteit bestaat die toch al’
“Studenten die samen op kot zitten, mogen zich gedragen als een huishouden en nauw contact hebben. Eén voorwaarde: in het weekend mogen ze niet naar huis pendelen.” Dat zei minister Verlinden (CD&V) ruim een week geleden al aan VRT NWS. Door die nieuwe interpretatie van het ministerieel besluit is het niet helemaal duidelijk of de kotbubbel nog op de agenda staat van het Overlegcomité dat vrijdag samenkomt.
Op het kabinet van minister Ben Weyts (NV-A) zijn ze al langer voorstander van het systeem, maar blijven er toch nog enkele onbeantwoorde vragen over. “Als je de redenering van minister Verlinden volgt, kan je zeggen dat er geen kotbubbel meer nodig is. Niettemin blijven we vragende partij voor een formele goedkeuring en een duidelijk wetgevend kader”, vertelt Michaël Devoldere, woordvoerder van Ben Weyts. Ook partijgenoot en Vlaams minister-president Jan Jambon hoopt nog steeds de kotbubbel te kunnen invoeren. Dat zei hij woensdag in het parlement.
Brusselse studentenwoningen
Brik, de Brusselse servicedesk voor studenten, stelde in de tussentijd zelf enkele regels op. Die zijn conform de algemene coronamaatregels en houden nog geen rekening met een kotbubbel. “De veiligheidsmaatregelen die studenten moeten nemen staan duidelijk vermeld op de website”, vertelt Marieke Naessens, communicatieverantwoordelijke bij Brik. Zo geeft de site aan dat studenten in principe wel nog één iemand mogen ontvangen op de kamer, maar die te allen tijde uit de gemeenschappelijke ruimtes moet blijven. Voor de rest gelden voor studenten dezelfde regels als voor iedere andere Brusselaar.
“We hebben met heel het gebouw, acht studenten in totaal, beslist om geen buitenstaanders meer binnen te ontvangen”
Brik zelf wacht op eventuele concrete beslissingen van het Overlegcomité aanstaande vrijdag om de regels in hun studentenwoningen aan te passen. “Voorlopig rekenen we op het gezond verstand van de studenten, meer kunnen we niet doen.”
De vraag blijft of een wetgevend kader in de praktijk veel zou veranderen aan de huidige situatie van kotstudenten. “In het begin van het academiejaar mocht zo goed als alles. We gedroegen ons toen als een kotbubbel en dat is eigenlijk nooit meer weggegaan”, vertelt een studente die op kot zit aan het Bloemenhofplein.
Haar kotverantwoordelijke sluit zich daarbij aan, maar nuanceert. “We hebben met heel het gebouw, acht studenten in totaal, beslist om geen buitenstaanders meer binnen te ontvangen.” Op de vraag of ze in het weekend nog contact hebben met familie moeten ze kleur bekennen. “We weten dat het eigenlijk niet mag, maar het is gewoon een onrealistische voorwaarde.”
Handhaving
“De uitgewerkte kotbubbel-formule is in de eerste plaats nuttig voor de handhaving”, horen we op het kabinet van minister Weyts. “De politie moet bijvoorbeeld in een geval van controle onderscheid kunnen maken tussen de leden van de kotbubbel en eventuele andere aanwezigen.” Wetende dat de meeste studenten niet gedomicilieerd zijn in de studentenwoningen is dat een hele klus. In het uitgewerkte plan is als oplossing daarvoor opgenomen dat een overzichtslijst van de leden van een kotbubbel moet worden opgehangen in de gemeenschappelijke ruimtes.
“De studenten verdienen een minimum aan vertrouwen en verantwoordelijkheid”
Het kabinet van minister Weyts beseft dat de handhaving een moeilijke opgave is. Het is quasi onmogelijk om de vele studenten en studentenwoningen allemaal te controleren, maar dat is volgens hen ook niet nodig. “De studenten verdienen een minimum aan vertrouwen en verantwoordelijkheid,” vertelt de woordvoerder van Ben Weyts. “Het is trouwens ook onmogelijk om strak toezicht te houden op de rest van de bevolking, die zich ook aan contactbeperkingen moet houden. Ook daar rekent men op burgerzin.”
Duidelijkere regels zouden tenslotte ook voor gemoedsrust kunnen zorgen bij de studenten. Zo hielden enkele bevraagde studenten met oudejaarsavond een kotfeestje. “De coronalijn gaf toen aan dat wij niets fout deden, maar toch heb je ergens schrik dat de politie zal binnenvallen.” Ze kregen het advies dat ze bij bezoek van de politie de situatie gewoon moesten uitleggen. “Als je daar nu op terugkijkt, zou een wettelijke kotbubbel ons toen misschien wel veel stress en moeite bespaard hebben.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , kotbubbel , Ben Weyts , Annelies Verlinden , Brik , student , studentenwoningen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.