Armoede, pestgedrag en een gebrek aan respect voor hun identiteit. Hoewel het thema van de IS-strijders in Brussel naar de achtergrond verdween, is de voedingsbodem voor hun vertrek nog altijd aanwezig, zegt expert tegen radicalisering Montasser AlDe'emeh. “We moeten stoppen met over de hoofden van deze kinderen heen te debatteren.”
| Montasser AlDe’emeh ziet zorgen van Brusselse jongeren toenemen
Wie is Montasser AlDe’emeh?
- Geboren in 1989 in Palestijns vluchtelingenkamp in Jordanië, verhuist als tweejarige naar België
- Groeit op in Molenbeek, Asse en Baardegem
- Was antiradicaliseringsdeskundige bij Brusselse CLB’s en teamleider Project Positieve Grensverleggende Interactie GO! Scholengroep Brussel
- Sinds 2023 freelance expert radicalisering en desinformatie
Montasser AlDe'emeh (33) is voor de gelegenheid niet in maatpak gekleed. In een jeans, met sneakers en een pet op komt hij onopvallend het cafeetje aan het Jubelpark binnengewandeld. Hoewel hij ervoor vreesde – hij moest vóór onze afspraak nog een lezing geven aan een school in Deinze – is hij stipt op tijd. “Aangezien dit interview over de Brusselse jongeren gaat, heb ik hun outfit overgenomen. Ik pas me ook aan wanneer ik voor jongeren spreek zodat ik met hen op gelijke voet kan communiceren.”
“Ik heb ook gesprekken gevoerd met jongeren die met groeperingen als Schild & Vrienden sympathiseren”
Tot voor kort was AlDe'emeh deskundige tegen radicalisering bij de Brusselse CLB's (Centra voor Leerlingenbegeleiding) en teamleider van het Project Positieve Grensverleggende Interactie bij GO! Scholengroep Brussel, maar daar kwam eind 2022 verandering in. Omdat hij ook vanuit Vlaanderen steeds meer de vraag krijgt om rond radicalisering en desinformatie te werken, zette hij de stap om freelance aan de slag te gaan. “Ik zal nog altijd voor de Brusselse jongeren werken, maar ik breid mijn terrein uit. In de jaren 2015-2016 was de nood heel hoog: men wou absoluut vermijden dat er nog jongeren naar Syrië zouden vertrekken. Vandaag is de situatie veranderd, maar de mechanismen zijn dezelfde gebleven.”
Gisteren gaf u een lezing aan een school in Kontich, vandaag in Deinze en morgen in Dendermonde. Vragen Vlaamse scholen u om dezelfde redenen als Brusselse scholen?
Montasser AlDe'emeh: Net als in Brussel zijn ook jongeren in Vlaanderen vatbaar voor een haatdiscours. Erg vaak is dat het gevolg van de politiek. De politiek polariseert en projecteert trauma's op onze jongeren. In Vlaanderen zien we dat dit discours meer richting radicaal-rechtse ideeën gaat, in Brussel gaat het vaker om politiek en religieus geïnspireerd radicalisme. Scholen willen dat ik die polarisering tegenga. Ik sprak de laatste tijd vaak met Vlaamse jongeren. Ik schrok hoeveel er pro doodstraf zijn of politici als Tom Van Grieken (partijvoorzitter Vlaams Belang, red.) blindelings gelijk geven. Maar die jongeren kunnen daar niet veel aan doen: zij zijn zelf het slachtoffer. Mijn methode is dezelfde als die in Brussel: ik ga met de jongeren zelf praten.
De Staatsveiligheid waarschuwde onlangs voor de 'zorgwekkende radicalisering van jongeren', deze keer vooral via de dreiging van het rechts-extremisme in combinatie met extremisme dat zich tegen de overheid richt. Ziet u dat ook?
AlDe'emeh: Ik heb gesprekken gevoerd met jongeren die met groeperingen als Schild & Vrienden sympathiseren. Ook hier is de eerste stap met die jongeren te spreken. Zij gaan er meteen van uit dat je hen als extreemrechts beschouwt, maar ik geef aan dat ik wil luisteren en dat ik begrijp dat ze zich aangetrokken voelen tot bepaalde ideeën.
Het anti-overheidsgevoel zie ik toenemen. Veel jongeren voelen zich niet vertegenwoordigd door de politiek. Door hun oppervlakkige veralgemeningen en hun onderlinge getreiter op sociale media, identificeren jongeren zich daar helemaal niet mee. Een uitspraak als die van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau, die zei dat hij zich niet thuis voelde in Sint-Jans-Molenbeek, hakte er zwaar in. Van een jonge, linkse politicus zou je zulke uitspraken niet verwachten. Het gevolg: veel jongeren sluiten zich af voor de politiek. Ik zie veel zesdejaars in Brussel die geen flauw benul hebben op wie ze bij de volgende verkiezingen zouden moeten stemmen. Het feit dat Brussel bovendien vaak als pispaal wordt gebruikt – terwijl er nochtans ook veel IS-strijders uit Antwerpen of Vilvoorde vertrokken – versterkt die voedingsbodem voor een haatdiscours. Is iedereen wel sterk genoeg om het discours van bepaalde politici in de juiste context te plaatsen en geen haat te ontwikkelen?
In 2016 werd u in allerijl naar de Brusselse scholen gehaald om radicalisering tegen te gaan. U zei in die periode dat Brusselse scholen een kweekbodem waren voor radicalisering. Is dat vandaag anders?
AlDe'emeh: De situatie is veranderd, maar de voedingsbodem is nog steeds aanwezig. Ik heb de laatste jaren veel huisbezoeken gedaan en al snel concludeerde ik uit wat ik zag dat de vatbaarheid voor radicalisering iets heel complex is. Armoede speelt er een grote rol in. Maar ook gepest worden – bijvoorbeeld door het dragen van armoedige kleding – resulteert in jongeren die erg kwaad worden en op zoek zijn naar zichzelf. Ook het gebrek aan respect voor iemands identiteit kan tot radicalisering leiden.
Een groot probleem is dat de debatten vandaag nog altijd over de hoofden van de jongeren heen worden gevoerd. Neem nu het debat over het versterken van het Nederlands: hebben wij ooit gevraagd aan de jongeren zelf wat zij daarvan vinden? Velen hebben het gevoel dat meertaligheid als een probleem wordt beschouwd door de politiek, terwijl het net een verrijking is. Ook wetenschappers zijn het erover eens dat het afblokken van de thuistaal niet de beste manier is. Er is bij de politiek te weinig voeling met de leefwereld van deze jongeren.
Is de maatschappij zich voldoende bewust van die voedingsbodem tot radicalisering?
AlDe'emeh: Als we de problemen niet snel onder ogen zien, zullen de gevolgen ervan onoverkoombaar worden. Islamitische Staat (IS) is in het Midden-Oosten grotendeels teruggedrongen, maar nog steeds actief. We zien bijvoorbeeld nog altijd aanslagen op het Afrikaanse continent. Er zitten nog altijd Belgen in het Syrische Idlib en er zullen mensen vrijkomen en terugkeren. Gaan we echt wachten tot er op geopolitiek niveau iets gebeurt, waardoor kwetsbare kinderen aangetrokken worden? Ik zeg: de voedingsbodem is aanwezig, dus bereid je voor. Want we zijn enkel aan het wachten op de problemen.
Wat maakt de Brusselse jongeren vandaag zo kwetsbaar?
AlDe'emeh: De gevolgen van de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis hebben ertoe geleid dat de armoede bij de Brusselse jongeren enorm is toegenomen. Ik zie kinderen die heel de tijd met hun voeten uit hun schoenen aan tafel zitten omdat hun schoenen te klein zijn. Ik zie veel kinderen met een onverzorgd gebit, ik zie kinderen met schurft. Ik zie kinderen die gepest worden voor hun kapotte kleren.
Ook nog altijd aanwezig in Brusselse scholen: racisme. Kinderen met roots in Afrikaanse landen worden in de kleuterklas nog steeds voor 'choco' of 'Zwarte Piet' uitgemaakt. Het aantal conflictsituaties in klassen daalt niet. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat kleuters vaak opgroeien in een klas waar negentig procent tot dezelfde groep behoort. Er is een tendens waarbij in meer en meer scholen één sociale groep domineert, of dat nu witte middenklassers zijn of kinderen met een migratieachtergrond. Dat is geen ideale situatie. Hetzelfde zie ik in Vlaanderen – ook daar vraagt men mij voor begeleiding – maar de armoede lijkt me daar beperkter dan in Brussel.
“Een van de belangrijkste uitdagingen in het Brusselse onderwijs is de eenzaamheid aanpakken. Die is nog versterkt door de coronacrisis”
Onderwijs komt wegens verschillende moeilijkheden erg vaak in het nieuws momenteel. Wat is de belangrijkste uitdaging voor de Brusselse scholen?
AlDe'emeh: We moeten in eerste instantie luisteren naar de leerlingen. Een van de belangrijkste uitdagingen in het Brusselse onderwijs is de eenzaamheid aanpakken. Die eenzaamheid bij Brusselse jongeren is nog versterkt door de coronacrisis. Veel jongeren kunnen hun ei niet kwijt. Ze worstelen bijvoorbeeld met armoede, de scheiding van hun ouders of botsende religieuze interpretaties. Maar ze kunnen met die problemen niet terecht bij hun leerkracht of schoolbegeleider – die vaak uit een heel andere wereld afkomstig is – omdat die niet altijd even goed begrijpt waarover het gaat. Dan gebeurt het dat ze verleid worden door iemand die aangeeft hen wel te begrijpen.
Bedoelt u dat er nog altijd niet voldoende mensen met een migratieachtergrond werken op de Brusselse scholen?
AlDe'emeh: Inderdaad, en de aandacht gaat naar debatten die geen resultaat opleveren, zoals het al dan niet dragen van de hoofddoek. Er zijn veel leerkrachten die willen werken, maar niet mogen of kunnen door een identiteitskwestie. Onderzoek toonde nochtans aan dat jonge moslims in een westerse maatschappij die bijvoorbeeld naar de moskee kunnen en ook leerkrachten met dezelfde achtergrond hebben, een sterke identiteit hebben en zich veel minder snel tot radicalisering of desinformatie zullen laten verleiden. Herkenning werkt versterkend. In mijn eigen gesprekken met jongeren merk ik dat ze vaak al blij zijn dat ze kunnen spreken met iemand met een andere achtergrond. Er wordt zo gehamerd op het versterken van de Vlaamse identiteit – dat is een recht. Maar waarom kan een school dan niet een beetje meer de samenleving weerspiegelen en ieders identiteit respecteren?
Tot slot: u vond het belangrijk om dit gesprek te hebben. Hoe ziet u de toekomst van de Brusselse kinderen?
AlDe'emeh: Ik voel dat het mijn verantwoordelijkheid is tegenover de Brusselse kinderen om dit interview te geven. Ik heb de voorbije acht jaar voor en met hen gewerkt en ik zie dat hun zorgen onder meer door de coronacrisis en de stijgende prijzen enkel toegenomen zijn. De armoede is schrijnend. Ik blijf beschikbaar om hen te helpen, maar er moet dringend meer aandacht naar hun problemen gaan.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Veiligheid , Montasser AlDe’emeh , radicalisering , brusselse jongeren , IS
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.