De tweede golf heeft niet alleen de ziekenhuizen bereikt, ook op de multiconfessionele begraafplaats in Evere is het opnieuw alle hens aan dek. Een recordaantal moslims liet er dit jaar zijn doden begraven, in die mate dat het er straks misschien wel te klein wordt. Of hoe de coronacrisis de integratie ook letterlijk een duw in de rug geeft. “Covid heeft onze ogen geopend. We zijn vreemdelingen voor Marokko.”
| De begrafenisbezoekers laten zelf de kist zakken en dempen de put.
Rahama (46) zit aan een van de recentere graven, op een campingstoeltje dat verraadt dat ze een habituee is. Sinds haar zoon op zijn twintigste overleed, blijkt ze inderdaad elke dag te komen, enkele maanden al nu. “Oussama was al van kindsbeen hartpatiënt en al die tijd heb ik voor hem gezorgd. Dat hij er niet meer is, kan ik nog altijd niet vatten. Dus blijf ik komen. 's Ochtends werk ik heel vroeg, in de namiddag ben ik hier, vaak tot de begraafplaats sluit.”
Dat ze haar zoon hier zou begraven en niet in Marokko, Rahama heeft er nooit over getwijfeld. “Ik moet kunnen komen rouwen, als dat een dag niet lukt, voel ik me al slecht. En waarom zou je 3.000 euro uitgeven om een lichaam te laten overvliegen? La terre de Dieu, c'est la terre entière, toch?”
Oussama is maar een van de achthonderd mensen die dit jaar al begraven werden op de multiconfessionele begraafplaats, die deels op Evers, deels op Zaventems grondgebied ligt. De plek wordt beheerd door de Intercommunale voor Teraardebestelling, waar elf Brusselse gemeenten lid van zijn. We bevinden ons op het moslimdeel, dat goed is voor ruim negentig procent van alle graven. Verder is er nog een christelijk-orthodox perceel en een handvol joodse graven. Joden worden nu nog steeds op andere kerkhoven begraven in het Brusselse, horen we van de directeur van de begraafplaats.
Anders dan bij katholieke kerkhoven zijn hier amper graven met een deksteen. De aarde binnen de sobere betonnen kaders krijgt vaak een heel individuele invulling. We zien graven waar de aarde leeg blijft, maar spotten ook bloemenweelde, een rozemarijnstruik en zelfs maïs.
“Mijn zoon ligt hier begraven, niet in Marokko. Ik moet kunnen komen rouwen, als dat een dag niet lukt, voel ik me al slecht”
Dat er amper dekstenen zijn, heeft verschillende redenen, weet Rahama, die vandaag haar veertienjarige dochter bij zich heeft. “Men zegt dat de overledenen anders het daglicht niet meer zien en ook de oproep voor het gebed zullen missen.” Bij de oudere percelen, vaak met moslims uit Europese landen als Albanië of Macedonië, komen dekstenen dan weer wel voor.
Doe-het-zelf
Achthonderd begrafenissen, dat is vandaag al een verdubbeling tegenover het volledige vorige jaar en dan is de tweede overlijdensgolf nog maar net begonnen. De explosieve groei is vooral te wijten aan de Covidcrisis. Die leidde niet alleen tot meer doden in de moslimgemeenschap, maar maakte het repatriëren van lichamen lange tijd onmogelijk. Zeker Marokko toonde zich streng: ook stoffelijke resten van niet-Covidpatiënten mochten maandenlang niet meer worden overgevlogen. Ondertussen kan dat weer wel, maar de administratieve molen blijft zwaar.
“Van die achthonderd overlijdens waren er uiteindelijk maar negentig door Covid,” vertelt directeur Ludo Beckers, onze gids op de begraafplaats. De man moet een van de weinige Brusselaars zijn met een getaande huid van het vele buitenwerk. Beckers ziet het aantal doden vandaag opnieuw stijgen, na een relatief kalme zomer. “Vandaag heb ik drie begrafenissen, maar vrijdag zijn het er tien. Die tweede golf, die voelen we wel, ja.”
De piekperiodes hakken er hier extra hard in, omdat de begraafplaats maar drie personeelsleden telt. “Volgens mij zijn wij de enige in heel het land met zo weinig personeel,” zegt Beckers. “Al was het maar omdat je vier man nodig hebt om een kist te dragen. En dan moet je weten dat er hier veel meer werk is dan op een traditioneel kerkhof. Daar heb je amper onderhoud, terwijl wij met al dat onkruid zitten op die open graven.” Beckers wijst naar een uit de kluiten gewassen distel. “Wilt u er die niet even uittrekken?”
Hoe het personeel het dan wel aan boord legt om kisten te dragen, willen we weten. “Eenvoudig, de begrafenisbezoekers dragen die zelf,” legt Beckers uit. “Net zoals ze zelf de kist laten zakken en de put dempen. Zelf de hand aan de ploeg slaan, mensen hebben daar deugd van. Het is ook een manier om het verlies te verwerken.”
Goede punten
“Bovendien leveren die inspanningen voor de doden 'hassanate' op, goede punten in de islam, die je kan gebruiken in het hiernamaals,” zegt de directeur. “Overledenen krijgen daar de vraag of ze meer gegeven of gekregen hebben tijdens hun leven.” Er verschijnen pretlichtjes in Beckers ogen. “Van die 'hassanate' heb je er eigenlijk nooit te veel, want wie zondigt al eens niet?”
Even later voltrekt het scenario zich ook voor ons ogen. Minstens acht mannen uit een begrafenisgezelschap plaatsen hun schouders onder een eenvoudige houten kist en zetten er al zingend stevig de pas in, gevolgd door een vijftigtal mensen. Alleen de mannen lopen tot bij het graf, waar we van een afstand zien hoe ze ijverig met schoppen in de weer zijn. Pas als alles klaar is, zullen ook de vrouwen het graf bezoeken, zegt Beckers. Het contrast met de traditionele Belgische begrafenis, waar veel meer wordt uitbesteed, is groot.
“De solidariteit binnen de moslimgemeenschap is ook indrukwekkend,” merkte Beckers. “Tijdens de eerste golf bijvoorbeeld kwamen we veel handen te kort, want we hadden meer dan tien begrafenissen per dag. Wel, ik moest maar een paar telefoontjes doen en er stonden hier al twintig vrijwilligers. Onbetaald, ja. 't Is te zeggen, betaald in 'hassanate', natuurlijk. Die zijn veel meer waard dan euro's.”
Het recordaantal begrafenissen dit jaar is vooral te wijten aan de Covidcrisis en de transportbeperkingen voor lichamen. Maar ook de voorbije jaren kozen steeds meer moslims er al voor om in België begraven te worden. De directeur verwacht dat die trend alleen maar zal versterkt worden door de Covidcrisis. “Hoe meer mensen hier gekomen zijn om een begrafenis bij te wonen, hoe meer deze plek ook ingeburgerd raakt.”
Het Haddach-effect
En er speelt meer dan een gewenningseffect, horen we van bezoeker Hafid (56). De man komt samen met enkele familieleden het graf van zijn broer verzorgen, die een maand geleden overleden is aan kanker. Hafids broer was liefst in Marokko begraven, maar dat kon niet. “Zelf heb ik dat ook lang gezegd aan mijn kinderen: 'Begraaf me daar als ik sterf.' Maar ondertussen ben ik van gedacht veranderd. Want wie zal daar mijn graf bezoeken? Met Marokko heb ik steeds minder contact en mijn kinderen zijn hier. De toekomst, die is hier.”
Ook Hafid is ervan overtuigd dat de Covidcrisis veel mensen een extra duw zal geven. “Veel moslimbelgen beseften plots dat Marokko niet van hen wou weten, zeker niet als ze geen Marokkaans paspoort meer hadden. We zijn als vreemdelingen behandeld.” Hetzelfde geluid horen we ook bij de grootste islamitische uitvaartdienst in ons land, de Pompes funèbres islamiques de Belgique. “Covid heeft de ogen geopend van veel mensen, die zich niet meer welkom voelden in hun herkomstland.”
“Vandaag heb ik drie begrafenissen, maar vrijdag zijn het er tien. Die tweede golf, die voelen we wel, ja”
Hafid en familie zijn ondertussen druk in de weer met margrieten planten op het graf. “Een herinnering aan onze geboortestreek, waar die bloemen gekweekt werden voor de export. Net zoals die maïs verderop wellicht herinnert aan het landbouwverleden van die persoon.”
Als steeds meer moslims tegenwoordig voor een laatste rustplaats in België kiezen, is daar nog een reden voor, horen we tijdens een belronde voor ons bezoek. “Sinds Rachid Haddach er begraven ligt, is de stap voor veel vrome moslims veel minder groot,” vertelt Mustapha Ouriaghli van de Pompes funèbres islamiques européennes. Haddach was de populaire prediker die in februari in het nieuws kwam. Duizenden gelovigen baden toen op straat in Molenbeek tijdens een herdenkingsdienst voor zijn dood. “Dat zo'n voorbeeldfiguur voor België koos, bewijst voor veel mensen dat die keuze helemaal legitiem is.”
We zijn dan ook nieuwsgierig naar het graf van Haddach, naar verluidt een vaak bezochte bidplek. Groot is onze verbazing als we enkel een kaal stuk aarde aantreffen in het betonnen kader. “Zo wou hij het, zo eenvoudig mogelijk,” vertelt directeur Beckers.
Snelle groei
Dat zijn begraafplaats zo snel groeit, bezorgt Beckers ondertussen kopzorgen. “Het duurt nog tot 2033 voor de eerste concessies aflopen. En in dit tempo zullen we voor dat moment al helemaal vol liggen. Misschien is er een mogelijkheid om terreinen van de gemeente Schaarbeek te krijgen. Maar dát daar zou natuurlijk ideaal zijn.” De directeur wijst naar de overkant van de Eversestraat, waar het vroegere hoofdkwartier van de NAVO er verlaten bij ligt. “Als ik daar een paar hectare zou kunnen krijgen … Als dat niet lukt, weet ik niet wat we moeten doen. (Met een uitgestreken gezicht) Hebt u eigenlijk een tuin?”
Lees meer over: Evere , Samenleving , multiconfessionele begraafplaats , moslim , Islam , religie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.