OCMW-voorzitter Molenbeek: 'Meer solidariteit tussen gemeentes nodig'

Volgens de OCMW-voorzitter van Molenbeek moet er dringend een debat komen over solidariteit tussen rijke en arme gemeentes in het Brussels Gewest. Molenbeek, de op één na armste gemeente van België heeft volgens hem dringend geld nodig. Geld dat er niet is.

Het OCMW van Molenbeek zit op zijn tandvlees. Er is extra geld nodig, maar de gemeente staat zelf onder financiële voogdij en kan niet helpen. OCMW en gemeente moeten dus allebei besparen. “Ik maak me als sociaal werker zorgen voor de komende jaren”, zegt OCMW-voorzitter Roland Vandenhove (CDH). “We werken nu al veel efficiënter dan andere OCMW’s in het Brussels Gewest. Er is geen ruimte meer voor besparingen.”

De oorzaak van het probleem is bekend. Molenbeek is de op één na armste gemeente van België. Tien procent van de bevolking komt er in aanraking met het OCMW en dat kost veel geld. Maar arme mensen betalen nu eenmaal weinig belastingen en dus is er weinig geld om te besteden. “Er is een vicieuze cirkel van armoede. We moeten eigenlijk veel meer doen voor de mensen, maar daarvoor moeten we de belastingen verhogen. En dat kunnen de mensen niet betalen”, klinkt het bij de voorzitter.

‘Debat over solidariteit nodig’
Vandenhove kijkt daarom, samen met burgemeester Françoise Schepmans (MR), naar de federale regering en het Brussels gewest om die scheve situatie aan te pakken. “Ik kan niet vragen dat de gemeente ons meer geld geeft. Dan moet er bespaard worden op onderwijs, op crèches.”, zegt hij. Elk OCMW ontvangt een vast bedrag per behandeld dossier, maar dat bedrag is volgens Vandenhove al vijf jaar niet meer gestegen.

“Arme gemeentes krijgen niet meer geld dan rijke gemeentes. Daar klopt iets niet. Er moet meer solidariteit tussen rijke en arme gemeentes zijn om de gevolgen van armoede te delen.” Dat het in het Kanaalplan van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) vooral over repressie gaat snapt Vandenhove niet. “Er is een grote nood aan een sociaal deel. Veel jongeren komen in contact met het OCMW en daar moeten we gebruik van maken om te strijden tegen radicalisering en criminaliteit.”

Socialistische oppositie
Daarmee sluit de OCMW-voorzitter zich grotendeels aan bij de kritiek van de socialistische oppositie, die gisteren de samenwerking met de meerderheid opblies. “De besparingen snijden te diep. Wij kunnen dit onmogelijk steunen”, klonk het toen. De begroting kwam zelfs even in gevaar toen de voorzitter zei dat hij zich ging onthouden.

Zover kwam het niet. “Ik heb uiteindelijk toch voor gestemd, want geen begroting is erger dan een begroting die niet ideaal is”, zegt Vandenhove. “Maar de oppositie ging te kort door de bocht door alle schuld bij de gemeente te leggen. Bovendien zitten de socialisten in de gewestregering. Daar kunnen ze iets doen aan de situatie”, besluit Vandenhove fijntjes.