Onderzoek VUB en UGent toont aan: 1 op de 10 makelaars bereid tot discriminatie

Twee doctoraatsstudenten aan de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Gent hebben een nieuwe methode ontwikkeld om discriminatie op de woningmarkt nog preciezer te meten. Via mystery mails konden ze reacties van makelaars inkijken en daaruit blijkt dat nog één op de tien bereid is om in te gaan op een discriminerende vraag van de klant.

Bij het experiment van Abel Ghekiere (VUB) en Louis Lippens (UGent) vroeg een fictieve klant via e-mail eerst enkele praktische zaken aan de makelaar voor het verhuren van een huis. Nadien vroeg de klant om te helpen met het vinden van de juiste huurder en vermeldde hij daarbij dat hij liever geen kandidaten met een migratieachtergrond wilde.

Antidiscriminatiewetgeving

De 200 e-mails binnen het onderzoek werden in februari 2020 verstuurd met een Vlaamse naam. Eén op de tien makelaars blijkt bereid om een selectie te maken op basis van de etniciteit van de huurder.

"De makelaar die dit verzoek inwilligt, handelt tegen de antidiscriminatiewetgeving en is dus strafbaar. Door mails uit te sturen met een discriminerende vraag kunnen we de intenties tot discriminatie van makelaars capteren, analyseren en categoriseren", stellen Ghekiere en Lippens.

De overige antwoorden tonen dat de meerderheid niet ingaat op de vraag. Iets meer dan een kwart verwijst direct naar de antidiscriminatiewetgeving. Een vijfde gaat niet in op het verzoek van de klant, maar maakt de weg vrij naar discriminatie door de eindverantwoordelijkheid bij de klant te leggen. Een praktijk die op zich niet strafbaar is.

Vier op de tien makelaars gaan niet in op de discriminerende intenties van de klant, maar vragen om hen op te bellen.