Picqué: ‘Vlaamse houding inzake onderwijsbevoegdheden is agressief’

Volgens minister-president Charles Picqué (PS) bedreigt de houding van de Vlaamse gemeenschap tegenover de uitbreiding van het Brusselse onderwijs de institutionele vrede. “Dit is een eenmalige en dringende situatie.”

Dat zei hij vrijdag in het parlement.

De minister-president zegt "teleurgesteld" te zijn in de klacht van Vlaamse Gemeenschap voor het Grondwettelijk Hof. De klacht is gericht tegen de beslissing van het Gewest om zelf geld uit te trekken voor basisonderwijs, hoewel dat een gemeenschapsbevoegdheid is. Eerder vernietigde het Hof al een gelijkaardige investering in kinderdagverblijven.

"Het Gewest heeft haar verantwoordelijkheid genomen. Ik pleit niet voor de overdracht van deze bevoegdheid naar het Gewest. Dit is eenmalig, omdat de situatie dringend is," zei hij. "Als er gevolg gegeven wordt aan deze klacht, zou dat zware gevolgen hebben voor de institutionele vrede."

Picqué zegt wel begrip te kunnen opbrengen voor het Vlaamse decreet dat de voorrangsregels in het Brussels Nederlandstalig onderwijst vastlegt. De klacht van de Franse gemeenschap tegen die regels werd onlangs verworpen door het Grondwettelijk Hof. "Ik vind het normaal dat de Vlaamse regering maatregelen heeft uitgewerkt om de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs te waarborgen. Ik betwist ook niet dat het leerproces bemoeilijkt wordt als een groot aantal leerlingen de onderwijstaal niet spreekt," zegt hij.

"Maar het decreet zorgt onmiskenbaar voor een bepaalde druk op het Franstalig onderwijs. Het blijft betreurenswaardig dat op die manier de tweetaligheid in de stad niet aangemoedigd wordt."