Met het solodariteitsevenement Occupy Le Space komt dit weekend een voorlopig einde aan de activiteiten van het artivistische cultuurhuis Le Space aan de Dansaertstraat. Oprichtster Rachida Aziz spreekt over de verwezenlijkingen en de onzekere toekomst. “Le Space betwist de legitimiteit van de grote cultuurhuizen die een hele hoop mensen niet bedienen.”
| Rachida Aziz: “Le Space moest de losliggende stoepsteen zijn, waar de gentrificatie over struikelt.”
Wie is Rachida Aziz?
- Geboren in 1971
- Afkomstig uit Antwerpen, maar verhuist tijdens haar jeugd naar Brussel
- Creëert in 2008 de modelijn Azira met een bijbehorende modezaak op de hoek van de Sleutelstraat en de Dansaertstraat
- Opent in 2015 in hetzelfde pand het artivistische cultuurcentrum Le Space
- Is ook publiciste en opiniemaakster
- Publiceert in 2018 het boek 'Niemand zal hier slapen vannacht'(EPO)
Rachida Aziz schetst eerst nog eens waarom Le Space weg moet uit het gebouw in de Sleutelstraat. “Met de vorige eigenaar had ik na een moeilijke start – hij wou geen 'Marokkanen' in zijn pand – best een goede band,” blikt Aziz terug. “Zeker nadat koningin Mathilde hier ooit eens op bezoek was gekomen, ontdooide onze relatie en sprong hij regelmatig binnen voor een koffie.
Na zijn overlijden waaide hier plots zo'n Vlerick-type binnen, de zoon van het gezin dat het pand geërfd had. Pas afgestudeerd en vast van plan om eens aan die huurders te tonen wie de baas is. Hij maakte al snel duidelijk dat de nieuwe eigenaars ons liever zagen verdwijnen. Soms vier keer op een dag bellen met onduidelijke klachten. Nog een paar maanden later kwam er dan plots een brief van een duur advocatenbureau dat we er eind 2019 uit moesten. We hebben de huur van januari nog betaald, wat van ons weekend Occupy Le Space ook officieel een bezetting maakt.”
U ziet bij de eigenaars ideologische motieven en u klaagt ook aan dat het om gentrificatie gaat. Kan het niet gewoon gaan om legitieme vastgoedplannen?
Rachida Aziz: Voor mij hoeft er geen tekening bij. Ondertussen hebben we trouwens vernomen dat ze het gebouw verkocht hebben en dat wij de enige huurder zijn die eruit is gezet. Iedereen die ooit eens door de Dansaertstraat liep, weet dat er ergens ter hoogte van Bar Beton een andere wereld begint.
Andere winkels, andere bewoners en een hobbelig voetpad. Het is de natte droom van vastgoedeigenaars om de chique Dansaertwijk door te trekken tot aan het kanaal. Le Space past blijkbaar niet in die plannen. Wij vormen een hechte gemeenschap met de andere zaken in de wijk. Als ons koffiemachine kapot was, bracht de cafébaas van een paar huizen verder koffies op een dienblad naar Le Space. Als grap noemen wij dit hier soms de 'Aziz Dansaertstraat', omdat vier of vijf zaken gerund worden door iemand die Aziz als voor- of familienaam heeft. 'Antoine' kreeg het andere stuk.
Kunstenaars en cultuurhuizen dragen nochtans vaak zelf bij tot de gentrificatie van buurten.
Aziz: Toen Le Space geopend werd, heb ik dat letterlijk ergens geschreven. Dit project moet de losliggende stoepsteen zijn waar de gentrificatie over struikelt. Toen ik mij hier elf jaar geleden als ontwerper vestigde, probeerde men mij al richting Molenbeek te duwen.
'Daar past iemand met jouw publiek beter,' kreeg ik zelfs van officiële instanties te horen. Aan mijn gezicht meenden ze dus te kunnen aflezen welk publiek ik beoogde. Ik heb heel bewust voor deze wijk gekozen om net een brug te vormen tussen die twee totaal gesegregeerde stadsgedeeltes. En dat kan als je heel consequent bottom-up werkt. Als je vertrekt van de noden van de bewoners en niet één of ander hip concept van bovenaf oplegt.
"Bij ons kon gisteren iemand in het publiek zitten en vandaag alle vrees overwinnen en op het podium staan"
Hoe moet het nu dan verder met Le Space?
Aziz: Voor mij betekent het einde van Le Space ook een beetje het einde van de wereld, omdat ik vanaf de eerste rij mocht meemaken hoe dit project levens beïnvloedde. Le Space is een laboratorium waarin we uitproberen hoe een kunst- en cultuurhuis in een stad als Brussel gerund kan worden: zo horizontaal en inclusief mogelijk en met representatie van iedereen de segregatie doorbreken. Dat is natuurlijk een leerproces. In het begin merkte je bijvoorbeeld dat bij ons dezelfde mechanismen speelden als buiten - bijvoorbeeld dat het bij de vrijwilligers altijd de vrouwen waren die kuisten omdat de mannen dat niet goed genoeg deden of het probleem niet 'zagen'.
Maar ik denk dat we erin geslaagd zijn om die hokjes af te breken. Bij ons kon gisteren iemand in het publiek zitten en vandaag alle vrees overwinnen en op het podium staan. In Le Space is kunst geen elitaire bezigheid. Onze mooiste en belangrijkste artistieke productie is ons publiek dat je echt nergens anders ziet in deze hypergesegregeerde stad. Het bevraagt systemen. En in een context waarin sommige partijen en media er alles aan doen om mensen en groepen tegen elkaar op te zetten, is het essentieel om culturele plekken te hebben die mensen over al die kloven en hokjes heen samenbrengen. Niet alleen om passief te consumeren, maar om samen nieuwe kennis te creëren.
Ik had gehoopt dat het voorbeeld van Le Space anderen zou inspireren. Maar het blijft trekken en sleuren. Sommigen zeggen dat deze tegenslag op het goede moment komt. Dat het tijd is om het project naar een nieuw stadium te tillen en uit de precariteit te raken. Aan de andere kant heeft Le Space nooit zo goed gefunctioneerd als nu. Het programma voor de komende zes maanden is prachtig. Voorlopig moeten we alles cancelen.
Met welke financiële middelen hebben jullie vijf jaar overleefd?
Aziz: Bijna elke maand was het knokken om de huur te kunnen betalen en dat weegt natuurlijk zwaar. De enige subsidie die we kregen was de 12.000 euro per jaar van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Maar de vaste kosten voor huur, verwarming, elektriciteit en verzekeringen liepen al op tot 24.000 euro per jaar en dan hadden we nog geen enkele artiest betaald of geïnvesteerd in geluidsmateriaal. De rest van de inkomsten moesten dus komen uit de verkoop aan de bar en bijdragen van sympathisanten.
Om de drempel zo laag mogelijk te houden, zijn de meeste van onze evenementen gratis. Het is spijtig dat we nooit de middelen gevonden hebben om te investeren in één iemand die de logistiek en administratie kon doen, want dat zijn net de twee taken waar je moeilijk vrijwilligers warm voor krijgt. Daar staat wel tegenover dat onze stem totaal vrij was. Wij hoefden geen rekening te houden met wisselende politieke coalities. Het nadeel is dat wij in een fascistisch klimaat de eerste slachtoffers zijn.
Wat zijn voor u die tekenen van de terugkeer van het fascisme in ons land?
Aziz: Er is één beeld dat ik al weken niet van mijn netvlies krijg. Op een zaterdag zaten we in Le Space te luisteren naar een uiteenzetting over de dekoloniale psychiatrische praktijk van Frantz Fanon. Ik stak even mijn hoofd buiten en zag plots een zeventienjarige jongen die ook naar het evenement was gekomen tegen de muur gedrukt worden door een agent in burger. Met eigen ogen zag ik hoe de broek van die jongen op zijn knieën hing en hoe de handen van die flik in zijn onderbroek gingen.
Dat een jongen van zeventien op klaarlichte dag het slachtoffer kan worden van seksuele agressie door de politie en dat die traumatische ervaring vervolgens gewoon weggelachen wordt door die agenten, kan alleen door hoe zo'n jongen eruitziet. Ik was razend. Die jongen probeerde mij daarna te kalmeren door te zeggen dat het niet zo erg is, en dat hij en zijn vrienden dat heel vaak meemaken.
Dat rauwe racisme hoort er gewoon bij. Racisme, uitsluiting, trauma's, armoede, ziekte, precariteit, dat is de realiteit van ons publiek, onze kunstenaars en onze vrijwilligers. Van het soort cultuuroorlog dat de N-VA nu voert, dragen wij al jaren de littekens.
Wat waren dan uw gevoelens bij het verzet tegen de recente cultuurbesparingen?
Aziz: Die waren dubbel. Om te vermijden dat dit land helemaal afglijdt naar een autoritaire staat waar extreemrechts de plak zwaait, zal er veel meer nodig zijn. Bij mensen die al lang slachtoffer zijn van dit systeem ga je altijd die reactie krijgen: 'ha, nu witte kunstenaars het zelf eens aan den lijve ondervinden, kan er plots niet genoeg betoogd worden.' Maar ik zie positieve dingen.
Meer mensen beseffen dat het ongepast is om alleen voor hun eigen subsidietje te knokken. De groep die wil strijden tegen het besparingsbeleid, de discriminaties in alle vormen en het klimaatscepticisme groeit. Ik vond de dynamiek bij de kunststudenten ook heel interessant.
Zij zijn veel bewuster en radicaler dan de sector waar ze binnenkort zullen terechtkomen. Wij hebben zelf enkele workshops gegeven aan studenten en het is hartverwarmend om te zien hoe snel je politiserend kan werken en hoe diep je met hen kan graven. Daarom lanceerden we vanuit Le Space in samenwerking met de nieuwssite DeWereldMorgen.be ook het videoproject Unite, dekoloniaal nieuws gemaakt door en voor die nieuwe generatie. Iets oudere mensen beseffen niet wat het is om de generatie te zijn die opgroeit in een virtuele wereld op een planeet die nog tijdens hun leven onleefbaar kan worden.
Kunt u zich voorstellen dat Le Space onderdak krijgt in een bestaande instelling?
Aziz: Alleen als we onze vrijheid kunnen behouden, want die is essentieel. Met Le Space wilden we nadrukkelijk ook de legitimiteit betwisten van de grote cultuurhuizen die er maar niet in slaagden om datgene te doen waarvoor ze wel miljoenen kregen. Le Space bewijst dat een hele hoop mensen die zij niet bedienen geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur.
Veel mensen die hier hun eerste stappen zetten, duiken nu op op de podia van de instellingen. Maar het belang van een onafhankelijke fysieke plek kan niet onderschat worden. Het was van hieruit dat we onze voorwaarden konden onderhandelen. De onafhankelijkheid waarborgt ook de veiligheid van de plek.
Toen Queen Nikkolah (een artistieke performance van Laura Nsengiyumva, red.) bij ons was, kwamen daar driehonderd mensen op af en werd het een historisch evenement met ouders en kinderen die lachten en huilden van geluk. Ondertussen is ze ook al in de Vooruit en in Zinnema geweest, maar dat is niet dezelfde sfeer. Ik vraag het mij vaak af: kan je die sfeer krijgen in een instelling en wat moet je daar dan voor doen?
Recyclart is onlangs ook zonder noemenswaardige problemen verhuisd.
Aziz: Dat zouden wij nooit doen. In de Dansaertstraat zijn wij een anti-gentrificatieproject. Plant Le Space en zijn kunstenaars en zijn publiek neer in een andere wijk, dan zijn wij de gentrificeerders. Dan krijg je weer die top-downaanpak. Terecht zullen wij dan door de inwoners van die wijk als indringers gezien worden.
Je moet verankerd zijn in een wijk en dat kan alleen als je zorgzaam van onderen opbouwt. Vergeet ook niet dat deze wijk één van de meest diverse is van de hele stad. Een transitwijk, maar ook een wijk waar sommigen al generaties wonen, ook mensen uit een lagere klasse die zich niet zomaar laat wegjagen door de gentrificatie.
“Mensen die constant afwegen wat ze kunnen zeggen uit angst om hun subsidies of carrière op het spel te zetten zijn er al genoeg”
Zou het kunnen dat uw radicale imago behalve tegenstanders ook potentiële medestanders afschrikt?
Aziz: Weet je wat ik merkwaardig vind? Sinds de verschijning van mijn boek (Niemand zal hier slapen vannacht uit 2018, red.) heb ik geen enkele haatmail meer gekregen. Ik krijg twee jaar later wel nog altijd positieve reacties. Lezers schrijven me lange, vaak ontroerende berichten over wat het boek met hen gedaan heeft, hoe het hun leven veranderd heeft of hoe het kinderen van kleur weer samenbracht met een witte ouder.
Dat ik ook zoveel fantastische getuigenissen van witte mensen zou krijgen, had ik zelfs helemaal niet zien aankomen. En ja, het kan best zijn dat een minuscule groep alleen een Angry Arab Woman ziet en hoort. Zij zijn mijn doelpubliek niet. Hoe rechtser dit land wordt, hoe harder we radicale en onbevreesde stemmen moeten koesteren. Mensen die op elk woord moeten letten en die constant afwegen wat ze kunnen zeggen uit angst om hun subsidies of carrière op het spel te zetten zijn er al genoeg. Die onafhankelijkheid is mij heel dierbaar.
Reacties op het einde van Le Space
Thomas Bellinck, Brussels theatermaker
“Ondanks een nijpend gebrek aan middelen, op een oppervlakte van een paar tientallen vierkante meter, in een wijk waar prijzen stijgen en minder welvarende bewoners verdwijnen, bouwt Le Space luchtbruggen tussen bewoners en bezoekers, tussen altijd-zoekende artiesten en nog-altijd -tegesloten gevestigde kunstinstellingen, tussen al wie of wat zich niet laat gijzelen in voorafbepaalde vormen en patronen. Het voortbestaan van Le Space - als long die onze grootstad van zuurstof voorziet - belangt ons allen aan.”
Daniel Blanga Gubbay, codirecteur KunstenfestivaldesArts
“Voor mij en voor vele anderen is Le Space de enige plek in Brussel die een bepaalde complexiteit omarmt zonder toe te geven aan de neiging om alles in hokjes te steken. Het is een plek waar de connectie tussen racisme, precariteit, homo- en transfobie wordt aangepakt, een safe space voor queer personen, voor mensen met een achtergrond in de globale diaspora, een ruimte waar je persoonlijke complexiteit niet wordt gereduceerd en die voor mij een gemeenschapsgevoel heeft gecreëerd.”
Nedjma Hadj Benchelabi, dramaturge en curator
“Le Space brengt sinds 2005 nieuwe praktijken en manieren van denken in de culturele sector. De essentie ervan ligt op het terrein, in de bottom-upwerking, in de generositeit en de duurzaamheid. We moeten de ploeg van Le Space dankbaar zijn dat ze dat doet uit puur engagement, en zonder de grote middelen die de instituten daarvoor krijgen. Het bestaan van Le Space geeft mij hoop voor de toekomst van onze maatschappij, politiek en cultuur. Het verdwijnen ervan zou desastreus zijn.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Le Space , Rachida Aziz , cultuurhuis
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.