Reportage: hoe Brussel komaf maakt met verval van kanaal

Christophe Degreef, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
15/09/2010
Tien jaar geleden was het nog een donkere buurt. Toen kwam er licht, en herleefde de kanaalzone. Jonge mensen kwamen er wonen, cafés ontvingen nieuwe, nogal trendy klanten. Maar het werk is nog niet af, en het proces verloopt traag. Als voorsmaakje van Festival Kanal: een (recente) geschiedenis van de Brusselse waterwijk. [4 reacties]

'Het gras is opgeschoten zonder vergunning," vertelt het gedicht 'Molenbeek palimpsest' ons ter hoogte van Graaf van Vlaanderen. Treffend verwoord, en op de juiste plaats, hier waar nieuwe buurt moeilijke buurt ontmoet. Het gras, dat zijn de mooie appartementsgebouwen van de Gomb. Zonder vergunning, dat moet u er maar bij fantaseren.

Zeker is dat de heropleving van de buurt niet zonder slag of stoot is gebeurd. Vergunnen en bouwen zijn één; idealisme en de wil om er daadwerkelijk te wonen, zijn een andere zaak.

We leggen de kwestie voor aan Marcel Rijdams, architect en buurtbewoner, en een van de pioniers van de heropleving. Hij spoelde hier tien jaar geleden aan.

Zondvloed
"Waarom ik hier komen wonen ben? Wel, je moet je voorstellen dat deze buurt een tiental jaar geleden al veel potentieel had. Er woonden hier toen veel jonge kunstenaars. En er was meer. Het kanaal, hoe vies ook, charmeerde," vertelt Rijdams in zijn atelier, een kelderverdieping op de hoek van de Hopstraat en de Barthélémylaan. Oorspronkelijk was het een brouwerij, nu krijgen nieuwe gebouwen er vorm.

"Ik herinner me nog dat ik hier op het dak stond, half rot, en dat ik over de buurt keek. Het uitzicht was fantastisch - dat heeft de doorslag gegeven. Plots viel alles op zijn plaats, ik zag de mogelijke heropleving."

De architect gooit er een anekdote tegenaan. "Op het dak stond toen een grote plas water; een van de afvoergoten zat verstopt. Ik haalde er een heleboel rotzooi uit, maar de vijver op het dak was zo groot dat het water als een zondvloed naar beneden kwam. Maar die afvoerpijpen waren ook rot, en dus liep alles gewoon van de muren van het gebouw. Heel de buurt wist toen dat er iets op til was (lacht) ."

Rijdams kocht het pand collectief met enkele partners in crime , het geheel werd côtéKaNaL, zoals de oude brouwerij nu heet. Negentien appartementen, een architectenbureau, een dokterskabinet en een kantoor. Het pand was lang niet het enige dat vroeger leegstond.



Verbreding
De reden voor die leegstand is eenvoudig: de kanaalzone was vroeger een industriële buurt, vooral aan de Molenbeekse kant, Klein Manchester . Toen industrie in de stad aan belang inboette, bleven heel wat fabrieken leeg achter.

Maar er is meer. Voor een ander deel van de geschiedenis trekken we naar Benoit Moritz, een stedenbouwkundige die ook al kantoor houdt in de kanaalbuurt. Moritz heeft wat je noemt een encyclopedische kennis van de stad. Daar kun je een visie op bouwen.

"Dat de kanaalzone nu herleeft, heeft te maken met de beschikbaarheid van lege panden. En d á t heeft dan weer te maken met een oud, nogal megalomaan project van de federale overheid om het kanaal aan beide kanten te verbreden, zodat er ook zwaar vrachtvervoer door kon varen. We spreken nu over de perio­de v óó r de oprichting van het Brussels Gewest. Heel wat eigenaars hebben toen hun panden verkocht, die leeg kwamen staan. Die plannen kaderden nog in de geest dat de stad vooral vervoer moest slikken." Moritz ontvouwt wat plannen. Het heeft er alle schijn van dat er langs beide zijden van het kanaal veel weggenomen zou zijn. "Gelukkig werden die plannen in 1991, na het ontstaan van het Gewest, opgeborgen. Meteen was het allereerste stedenbouwkundige plan van de kersverse Brusselse regering geboren."

Toch zou de kanaalzone nog een klein decennium een sombere buurt blijven. Met als triestige uitschieter de affaire-Pándy, want de man had zijn knekelhuis aan het kanaal staan.

Het jaar 2000
Het waren vooral jonge mensen die aan het opknappen togen. Het jaar 2000 was daarbij een kantelmoment. Rond de start van het nieuwe millennium maakte een jonge vibe zich meester van de stad. Dat zegt Marcel Rijdams. "Dankzij zulke mensen raakten in de Vijfhoek, het Brusselse stadscentrum, 65 sites opgeknapt. Achttien hectare nieuwigheid. De kanaalzone is het westelijke deel van de Vijfhoek, en profiteerde mee."

Maar ook aan de Molenbeekse kant roerde er heel wat. De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel of Gomb zette er grote appartementsgebouwen die appelleerden aan de oude industriële glorie. In tien jaar tijd zijn honderden gezinnen naar Molenbeek verhuisd. KBC bouwde aan het kanaal, de Franse Gemeenschap ook. En dan is er nog de site van Thurn & Taxis.

Molentjes
Maar dat is de zeer theoretische kant van de kanaalzaak, natuurlijk. Je zou haast vergeten dat de mensen die aan het kanaal wonen en werken, ook een stem hebben. 'Het wordt wat' met hun buurt, al is het maar omdat de kanaalkaden eindelijk gerenoveerd worden, een beetje wandelvriendelijker gemaakt. Plannen die de waterbuurt van Brussel ook echt tot een waterbuurt maken; het kanaal lag er al, maar het moest nog benut worden. En niet alleen om boten door te leiden.

Twee cafébazen lappen hun ramen. Vergeefse moeite, want de regen doet het werk teniet. En jaagt ons naar binnen. Naar café Den Overkant, waar Dolly Parton er ons luidkeels attent op maakt dat we nog tot vijf uur moeten werken.

"Goh, het kan mij niet snel genoeg gaan," zegt uitbater Johan Nuchelmans over de werkzaamheden voor de deur. "Natuurlijk zien we die wandelpromenade zitten. Zou
goed zijn voor de zaak, al ga ik er niet langer voor open blijven. Negen uur is laat genoeg."

Zijn kompaan vult aan: "Hopelijk zetten ze er niet te veel bankjes en zo, want dat zijn allemaal spulletjes die men kapot kan slaan."

De twee zien de toekomst hoopvol tegemoet. Toch benadrukken ze dat er meer nodig is dan alleen een renovatie van de kaden. "Ik kan me moeilijk voorstellen dat mensen hier na tien uur 's avonds komen flaneren. En mag ik u nog iets zeggen? Die molentjes aan de overkant, in Molenbeek. Wat een onzin," meent Nuchelmans. "Nu ja, is wel handig als je wilt weten van welke kant de wind komt," vult zijn vriend ginnegappend aan.

De regenbui blijft, net als wij. Amaretto krijgen we gratis bij de koffie. Nuchelmans vertelt een stukje Brusselse Persoonlijke Geschiedenis. Over zijn jaren als uitbater van vele cafés: de Blauwe Schuit en het café van het nabije Kaaitheater. En nu sinds vijftien jaar Den Overkant. Het café moet vroeger druk geweest zijn. Zelfs een vroegere hoofdredacteur kwam er zijn spaghetti eten, zegt de eigenaar.



Overlast
Na de regen monsteren we de bouwput aan het kanaal. Er liggen al gedeeltelijk nieuwe tramsporen, en de ruimte waar de wandelesplanade zal komen, is ook al uitgegraven. Het kanaal wordt ook versmald om de wandelaars, de fietsers en de tram meer plaats te gunnen. En aan de Locquenghienstraat komt een voetgangersbrug die de toekomstige tramhalte met het metrostation Graaf van Vlaanderen moet verbinden.

Aan Graaf van Vlaanderen, aan de appartementen dus, heerst rust. Overdag toch, want vorig jaar ontstonden even verderop meermaals rellen. Een teken dat de kanaalbuurt wel potentieel heeft, maar nog altijd enorme moeilijkheden kent. Dit wordt misschien wel geïllustreerd door een groep allochtone jongeren die de passage van twee jongedames zonder hoofddoek op het plein aanstootgevend genoeg vinden om hen na te roepen. "Kijk eens hoe lief en schattig ze daar lopen," klinkt het. "Hé, jullie, het gaat over jullie." Het voorval smaakt wrang.

Een buurtbewoonster komt haar voordeur uit. Overlast? "Dat valt al bij al goed mee, al hangen hier vaak jonge gasten rond die 's nachts enorm veel lawaai kunnen maken." Gelukkig heeft ze leuke buren. "Een mix van gemengde koppels, veel jonge Vlaamse gezinnen met kinderen en homo's. Nee, ik woon hier al vijf jaar en ik heb het hier wel naar mijn zin. Al moet ik toegeven dat er niet veel interactie is met de buurt een beetje verder."

Potemkin
De interactie met de buurt, juist. Dat wordt weleens vergeten.

We leggen de stelling voor aan Marcel Rijdams: de kanaalbuurt floreert, al zijn het vooral de eerstelijnsgebouwen die het nieuwe gezicht bepalen. Achter deze trendy bouwsels heerst armoede, en misschien wel erg veel nijd. De heropleving van de kanaalbuurt is een potemkindorp: een mooie gevel, maar kijk daar niet achter.

"Daar ga ik niet mee akkoord," zegt Rijdams. "Die jonge gasten uit Molenbeek zijn de grondstof van de stad, dus zijn de achterbuurten aan het kanaal een kans. Ook in die buurten zijn er trouwens al lofts verschenen."

We leggen de these ook voor aan Moritz, die ook al nuanceert: de Gentsesteenweg is de nieuwe Nieuwstraat en vormt als het ware het verlengde van de Dansaertstraat. "Ook daar komen meer en meer chique winkels in de plaats van de brollewinkels van vroeger."

Moritz en Rijdams geloven ook in de ontmoeting van de stadsdelen. Moritz: "De buurt ligt wel in twee verschillende gemeenten, maar op zich is dat niet zo'n probleem. Zulke conflicten zijn soms erg leerzaam voor de stad. Bovendien is de kanaalbuurt een van de meest kosmopolitische buurten van Brussel. Hieruit volgt de ontmoeting wel." Hij geeft aan in de openbare ruimte te geloven. Hij noemt het 'plekken waar je kunt ademen'. De kanaalbuurt zal vanzelf steeds belangrijker worden in een stad waar een bevolkings­explosie op til is. "Mensen hebben zuurstof nodig."

Rijdams sakkert dan weer op de gemiste kans bij de heraanleg van de kanaaloevers. "Moet je zien, die brug tussen Dansaert en de Gentsesteenweg. Daar ontmoeten mensen elkaar toch niet? Nee, die is op maat van het autoverkeer gemaakt." In zijn vrije tijd heeft de architect een denkoefening gemaakt: een plein dat over het kanaal loopt, en waar de twee winkelstraten elkaar ontmoeten. Al blijft het bij een vaag plan.

De heraanleg van het kanaal is een gemiste kans, die stelling verdedigt Rijdams lang niet alleen. Gemor weerklinkt wanneer duidelijk wordt dat de hoge kades niet verlaagd worden. Lage kades, dat zou pas leuk zijn, echt aan het water. Hoewel de Brusselse oever op dit moment verlaagd wordt, is dat maar tijdelijk. Rijdams: "Ik schrok, omdat ik dacht dat men de plannen veranderd had. Maar neen, men wil alleen verstevigen. De heersende stelling is dat zo'n lage promenade aan het water niet kan omdat de Zennekoker in de weg ligt. Wat dus onzin is, want op zich is die sterk genoeg om een promenade te dragen. Als men het kon verstevigen voor de tram, dan kon men dat ook voor voetgangers."

Ook de voetgangersbrug doet een wenkbrauw fronsen bij Rijdams: die ligt in het verlengde van de Locquen­ghienstraat, waar haast geen volk door wandelt. "Nee, de mensen gebruiken de brug aan de Gent­sesteenweg. Begrijp je nu waarom ik daar liever een plein wil? D áá r steekt men het kanaal over."

Drie fasen
En dan is er nog de heraanleg van de Ninoofsepoort, de derde fase van de renovatie van de kanaalbuurt. Oorspronkelijk zou de Ninoofsepoort volgend jaar al heraangelegd zijn met een park en een normale verkeerssituatie - het tegenovergestelde van nu, dus. Maar eerst moest fase twee nog in orde gebracht worden: de her­aanleg van de Brusselse kaden, waaraan nu wordt gewerkt. De eerste fase was de heraanleg van de Molenbeekse kant, met een groot fietspad, een eenrichtingsstraat en een gedicht in tegels, 'Molenbeek palimpsest'.

Aan het begin van de tweede fase zit overigens een anekdote: bij de start van die fase kibbelden Brussels minister-president Charles Picqué (PS) en zijn partijgenoot, de Molenbeekse burgemeester Philippe Moureaux, nog over de ware aard van de gentrificatie van de buurt. Picqué vond dat Brussel de kaart moest trekken van de middenklasser die in heroplevende buurten kwam wonen en daar hoge eisen stelde aan zijn leefomgeving, terwijl Moureaux vertelde dat de aanvankelijke inwoners van de kanaalbuurt (de immigranten, red.) daar niet echt mee gediend zijn. Gentrificatie en verdringing, het is een bijna dagelijks debat in Brussel, en zeker in de kanaalwijk.

En dan is er nog dat befaamde openluchtzwembad dat tegenover de KBC-gebouwen zou komen. Volgens Moritz is dat pas een gemiste kans, die vooral het verschil in visie onderstreept tussen de vorige (Pascal Smet, SP.A) en de huidige (Brigitte Grouwels, CD&V) minister van Openbare Werken. "Terwijl je een havenfunctie, wat Grouwels wil, perfect kunt verzoenen met een recreatiefunctie, zoals Smet wou."

Voor Moritz is de strijd ook een gevolg van de Brusselse drang om de stad in eenvormige zones te verdelen en stadsfuncties niet te vermengen. In de marge daarvan vindt de stedenbouwkundige ook dat je de ontwikkeling van het kanaal in Brussel niet los kunt zien van de ontwikkelingen in Vlaanderen en Wallonië. Ook in Vlaanderen en Wallonië schieten de loftprojecten als paddenstoelen uit de grond.

"Een globaal plan voor het kanaal, over de hele lengte, zou niet slecht zijn. Al geloof ik niet dat daaruit een gecoördineerde aanpak tussen de drie gewesten kan groeien. Zelfs in een hypergecentraliseerd land als Frankrijk is het een hele klus om over de stadsgrenzen heen samen te werken."

Nu, de kanaalbuurt, wat is dat in feite? En hoe definieer je die? Marcel Rijdams ziet er een groot gebied in vanaf de Brusselse centrale lanen tot een eind voorbij de Gentsesteenweg. Een perimeter waarin 75.000 mensen wonen. Voor deze reportage namen wij het gebied van de Ninoofsepoort tot aan de Sainctelettebrug als perimeter, terwijl belangrijke toekomstige projecten zoals Thurn & Taxis en de Premium Tower verderop liggen. Neen, de kanaalbuurt is geen monotoon stukje stad dat je in een woord kunt vatten. Al wordt de verandering pas goed duidelijk in het dichtbebouwde stuk dat hier beschreven is: op beide oevers tussen Ninoofse en Sainctelette.

Misschien rest ons nog de kanttekening dat de Molenbeekse kant er beter bij vaart dan de Brusselse kant. Sommigen zien daarin de weldadige hand van de Molenbeekse burgemeester Moureaux, in contrast met de relatieve onverschilligheid voor de buurt van die andere PS-coryfee, Freddy Thielemans van Brussel-Stad.

En er is nog de omgeving van het Klein Kasteeltje, waar de straten niet de meest gezellige en meest propere zijn. In Molenbeek zijn er in het gebied direct achter het kanaal meer loftprojecten.

En dan is er nog de traagheid. Brussel verandert, maar doet dat niet al te snel. Degelijk werk vraagt inderdaad tijd, maar een symbool van de gang van zaken hier is misschien wel het huis van András Pándy, dat meer dan tien jaar na de gruwelijke feiten nog altijd overeind staat. Als laatste kanker.

illustraties: Eva Hilhorst

Kanaal in beweging

Het is niet toevallig dat evenementen zoals Festival Kanal en deze zomer PleinOPENair de blik op het kanaal richten. De enige nog zichtbare waterweg van Brussel ondergaat langzaam maar zeker een metamorfose. Met nieuwe bruggen en parken, een winkelcentrum, een grote woontoren en mogelijk zelfs een nieuwe jachthaven moet de oude industriezone langs het kanaal een aantrekkelijke ontmoetingsplaats worden. Maar zo'n vaart loopt het nog niet, althans niet overal. Het kanaal is op de meeste plaatsen nog altijd een breuklijn waar de groeiende sociale kloof in deze stad aan de oppervlakte komt. De uitdagingen zijn groot en de uitkomst van heel wat projecten is vooralsnog onzeker. Dat mag blijken uit onderstaande selectie van bijdragen over evenementen en projecten in de kanaalzone.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Kanaal in beweging

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni