De Brusselse Roma vinden steeds vaker de weg naar de arbeidsmarkt. Dat zegt integratiecentrum Foyer, dat Roma aan een opleiding helpt. “De gemeenschap heeft nu modellen die ze kunnen volgen.” BRUZZ tekent op de internationale Dag van de Roma hun verhaal op.
Roma vinden weg naar arbeidsmarkt: ‘Tonen dat we kunnen slagen’
Lees ook: Roma en Roemenen in de kijker in Brussel
In de schaduw van de Abbatoir, weg van de drukte die de zondagsmarkt teweegbrengt, ontmoeten we Iuliana, trajectbegeleider bij de dienst Roma en woonwagenbewoners van Foyer. Samen nemen we de tram richting Schaarbeek, waar we met een voormalige cliënt van Foyer hebben afgesproken.
“Kijk”, zegt Iuliana terwijl ze vlakbij het Noordstation naar een koppel wijst. Uit de struiken naast een tunnel onder de spoorwegen halen ze een grote reiskoffer te voorschijn. “Zij overleven met behulp van Samusocial. Maar een familielid heeft werk gevonden in een recyclagebedrijf."
‘Vicieuze cirkel’
Het koppel met de grote reiskoffer voldoet aan het stereotype imago van Roma als arme bedelaars, vodden als kleren. Het contrast is groot wanneer we op onze bestemming aankomen. Een keurig appartement vlakbij het Liedtsplein, bewoond door een Romagezin. “Ze hebben het zelf gekocht”, glundert Iuliana voor we binnenstappen. Aan de keukentafel ontmoeten we Alin, de heer des huizes. Sinds augustus 2001 - hij was toen veertien - verblijft hij in België. Zijn ouders zijn al sinds 1997 in België.
“Ook zij waren aanvankelijk bedelaars en deden alles wat ze konden om geld te verdienen”, vertelt de jonge dertiger. “Toen ik aankwam, wilden ze dat ik uit die vicieuze cirkel zou stappen.” En dus ging Alin in september 2001 naar school, wat geen evidentie was. “Bij Roma heerst een zekere mentaliteit. Naar school gaan helpt zogezegd niet, ‘want Roma kunnen toch nooit dokters of advocaten worden.’”
"Ondanks mijn talenkennis en mijn diploma boekhouden, was ik bereid om de straten te gaan vegen.”
Met de nodige ondersteuning van de leerkrachten legde Ailin een vlekkeloos parcours af op school. “Ik was de beste van de klas. Op een dag kregen we in het kader van een uitwisselingsproject bezoek van een leerkracht uit Roemenië. Die was heel blij dat ik het goed deed en toen vertelde ik hem dat ik niet alleen Roemeen, maar ook Roma ben. Hij keek nogal op”, lacht Alin. “Het is goed om te zeggen dat je Roma bent wanneer je je positieve kanten toont. Dan mag je trots zijn.”
Opleiding
Na zijn schoolloopbaan ging Ailin aan de slag als schoonmaker bij ISS, waarna hij als boekhouder voor de gemeente Molenbeek mocht beginnen. “Door besparingen moest ik daar vertrekken en zocht ik een andere job. Ondanks mijn talenkennis en mijn diploma boekhouden, was ik bereid om de straten te gaan vegen.” Het werd een moeilijke zoektocht met veel afwijzingen en hij schakelde uiteindelijk de hulp van Foyer in. “Ik zag dat hij veel kwaliteiten had en meer kon dan straten vegen”, herinnert Iuiliana zich. Zij begeleidde hem naar een opleiding in de logistieke sector.
Voor Roma is een opleiding volgen nog niet vanzelfsprekend. Alin: “Wat ik bij Roma zie, is dat ze meteen werk moeten vinden wanneer ze werk zoeken. Een opleiding die bijvoorbeeld drie maanden duurt, is verloren geld. Dan kan je beter meteen gaan bedelen, denken ze vaak.” Nu werkt Ailin als stockbeheerder bij een bedrijf in zijn buurt en doet hij zijn job graag. Zijn toekomst ziet hij rooskleurig. Hij hoopt dat zijn parcours als voorbeeld kan dienen. “We moeten tonen dat er Roma zijn die erin slagen om uit die vicieuze cirkel van armoede en bedelen te stappen. Roma zijn in de eerste plaats ook mensen en we moeten hen kansen geven.”
Volgens Foyer grijpen ook steeds meer Roma die kansen. Iuliana, die al meer dan twee jaar Brusselse Roma begeleidt, spreekt van een mentaliteitsverandering. “Nu schrijven drie op vijf cliënten zich in voor een taalopleiding, een op vijf volgt een beroepsopleiding. De gemeenschap heeft nu modellen die ze kunnen volgen.”
‘Waar is je caravan?’
We trekken terug naar Kuregem, waar de twintigjarige Marco ons verwelkomt vanuit de ingang van een kleine deurenwinkel. In de jaren negentig kwamen zijn ouders aan vanuit Roemenië. Hij werd hier geboren en ging hier naar school. “Ik vertelde mijn klasgenoten dat ik Roma ben, un gitan”, lacht hij. “Daar werd mee gelachen, door me bijvoorbeeld een euro aan te bieden. Mijn leerkracht vroeg me zelfs waar mijn caravan geparkeerd was. Ik kon daar mee omgaan.”
Na het behalen van zijn diploma liep Marco stage bij Proximus en werkte hij ook een tijdje als Romabegeleider. Sinds januari heeft hij zijn eigen zaak en verkoopt hij deuren. “Ik wilde zelf baas zijn en mijn droom vervullen”, vertelt hij trots. “Daar ben ik in geslaagd, ondanks het feit dat ik Roma ben.”
Marco beseft dat de Romagemeenschap nog altijd kampt met een stigma. “Vroeger waren het de joden en de moslims, vandaag zijn Roma dieven en bedelaars. Maar ik begrijp dat sommigen bedelen, want ze vinden geen job en zitten constant in een precaire situatie. Zelfs ik, een Belg met een diploma, vond moeilijk werk. Maar uiteindelijk kunnen alle Roma zich integreren.”
Vandaag heeft Marco zijn eigen bedrijf, werken twee broers bij Leefmilieu Brussel en is zijn zus een zelfstandige tolk-vertaler. Vandaag vieren zij de internationale dag van de Roma. “Het is een privilege om Belg te zijn, maar als je iets bereikt heb, mag je ook trots zijn op je Roma-achtergrond.”
Lees meer over: Samenleving , roma
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.