Om het daklozenbeleid aan te klagen, roept burgerlijst Change.Brussels op om aanstaande zondag de nacht op straat door te brengen. De plaats van afspraak is de Nieuwstraat, wat Change.Brussels het grootste ‘openluchthotel’ van Brussel noemt. BRUZZ ging er een kijkje nemen.
| Dit koppel, met een kind dat amper een jaar oud is, wil enkel onherkenbaar in beeld. "We zijn bang van de politie", klinkt het.
Een doordeweekse avond in de Nieuwstraat. Aan de gewoonlijke winkeldrukte komt stilaan een einde, want de laatste winkel heeft de deuren ongeveer een half uur geleden gesloten. Maar leeg is de straat nog niet.
Voor de deuren van H&M ligt een man op een geïmproviseerde matras die vooral bestaat uit platgedrukte kartonnen dozen. Een oude koffer vol scheuren dient als hoofdkussen. Terwijl hij al liggend van een sigaret trekt, zit zijn vrouw naast hem, op haar knieën te bedelen, in de hoop dat de laatste voorbijgangers nog iets geven. “Aidez-moi, j’ai faim”, staat er te lezen op het bordje dat ze voor haar buik houdt.
Frans spreekt ze echter niet. De vraag “Romania?” wordt gevolgd door “da”. Het koppel komt uit de streek rond Craiova, een stad in Zuid-Roemenië, en is naar eigen zeggen nog maar een week in Brussel. “We vinden hier geen werk, hebben geen identiteitspapieren en spreken de taal niet”, zegt de vrouw.
“Het is hier vreselijk”, gaat de man, die we Lionel mogen noemen, verder. “De nachten zijn koud en we zijn bang van mensen die onder invloed zijn.” Toch verblijven ze liever in de Nieuwstraat. “Hier brandt het licht altijd”, zegt Lionel. “En we zijn hier niet alleen.”
'Niet-betaalde seizoensarbeid'
Aan de volgende winkel treffen we inderdaad, tussen de C&A en een wafelzaak, een ander koppel. Ook Roemeense Roma uit de streek rond Craiova, zo blijkt. “Een Rom heeft ons samen met anderen naar België gebracht”, vertelt de jongeman die anoniem wil blijven. “Hij heeft onze busrit betaald en we gingen hier twee weken aan het werk voor hem, in de appel- en perenteelt.”
“Maar we werden niet betaald. En nu zijn we op straat.” Al bedelend verdienen ze tien tot twintig euro per dag. Net zoals het vorige koppel willen zij, zeggen ze, zo snel mogelijk terugkeren naar Roemenië. “Maar daar is het ook niet goed. Daarna willen we in Engeland proberen.”
En zo zijn er die avond tientallen koppels in de Nieuwstraat, sommigen met kinderen, zoals enkele meters verder de 24-jarige Maria en haar 23-jarige man, die er samen met een vijfjarig kind op straat slapen. Zij komen uit Olt, een district naast Craiova. Maria vertelt hetzelfde verhaal over niet-betaalde seizoensarbeid.
“Appels en peren”, bevestigt ze. Al geeft ze iets later toe dat haar man naar hier was gekomen om te werken, terwijl zij zou bedelen.
Beurtelings slapen
We spreken nog een van de vele Romakoppels in de Nieuwstraat aan. Ook dit koppel, met een dochter die één jaar en drie maanden oud is, komt uit Olt en herhaalt het verhaal over een Roemeen die hen naar België heeft gebracht. “Samen met 200 andere Roemeense Roma”, zeggen ze. “We werkten acht uur per dag en moesten zelf ons eten betalen”, zegt de moeder. “Er werd ons vijf euro per uur beloofd, maar we hebben nooit een cent gezien.”
Ondertussen komt een medewerker van Quick – de twee Roma zitten samen met hun dochter op een stuk karton, vlak voor het fastfoodrestaurant – drie maaltijdsalades brengen.
Of het niet moeilijk is om met zo een jonge dochter op straat te slapen? De man neemt nu het woord. “Wij zorgen voor elkaar. We slapen elk om de beurt een uur, zodat er steeds iemand wakker is die op onze dochter kan letten.”
Om negen uur ’s avonds tellen we ongeveer dertig mensen in de Nieuwstraat, vrijwel allemaal Roma, die zich klaarmaken voor de nacht. Onder hen zijn er net iets minder dan tien kinderen. Wanneer we vertrekken, komen verschillende Roma nog aan met koffers en kartonnen dozen.
'Marginaliteit'
Gabriel Mihai is, net zoals de meeste daklozen in de Nieuwstraat, een Rom van Roemeense origine. Bij het regionaal integratiecentrum Foyer werkt hij als intercultureel bemiddelaar en probeert hij er vooral voor te zorgen dat er meer Romakinderen naar school gaan.
Dat de meesten in Brussels bekendste winkelstraat uit de streek rond Craiova komen, verbaast hem niet. “De Roma leven daar in een heel precaire toestand, in de marginaliteit. Ook daar bedelen ze om aan een inkomen te geraken”, aldus Mihai.
“In de eerste jaren na de val van het communisme deden ze dat vooral in grote Roemeense steden als Boekarest. Maar nu is vliegen en reizen zo goedkoop geworden en is Roemenië lid van de Europese Unie.” Dat maakt het voor hen gemakkelijker om naar steden als Brussel of Parijs te komen.
'Steeds hetzelfde verhaal'
Of het verhaal over niet-betaalde seizoensarbeid zo aannemelijk is, durft Mihai niet te zeggen. “De afgelopen jaren zijn er wel een paar gevallen aan het licht gekomen van Roemeense tussenpersonen”, zegt de Romabemiddelaar over mogelijke uitbuiting.
“Maar die verhalen doen ondertussen de ronde onder hen. Het is steeds hetzelfde verhaal, dus stel ik mij daar vragen bij”, klinkt het twijfelachtig.
De kans dat het eerder om ‘bedeltoerisme’ gaat, lijkt groter. Dat de Roma de Nieuwstraat binnenkort verlaten lijkt hem dan weer weinig waarschijnlijk. “Nu begint het pas, in oktober en de komende maanden, want de kerstperiode komt eraan.” Hij verwacht een “explosie” van het aantal bedelaars.
'Nog veel werk'
Toch zijn het wat hem betreft niet allemaal negatieve verhalen. “Zo hebben we met Foyer nog een jongeman op straat ontmoet. Wij hebben hem aan een job geholpen en nu heeft hij zelfs een appartement”, aldus Gabriel Mihai.
“Maar het is moeilijk om uit die vicieuze cirkel te geraken. En zo lang er nog kinderen op straat zijn, is er nog veel werk voor ons.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , daklozen , bedelaars , roma , Nieuwstraat
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.