Salah in verdenking van viervoudige moordpoging op agenten

Salah Abdeslam is donderdagvoormiddag door de onderzoeksrechter verhoord over zijn betrokkenheid bij de schietpartij in de Driesstraat in Vorst, op 15 maart, maar niet over de aanslagen in Brussel. Dat meldt zijn advocaat, meester Sven Mary. "De onderzoeksrechter heeft mijn cliënt voor die feiten ook in verdenking gesteld voor viervoudige moordpoging op politieagenten, maar niet onder aanhoudingsbevel geplaatst."

De schietpartij op 15 maart vond plaats toen een ploeg van Belgische en Franse speurders een huiszoeking wilden uitvoeren in een flat in de Driesstraat. Uit het onderzoek naar de aanslagen in Parijs was immers gebleken dat de flat mogelijks gebruikt was door de terreurcel achter de aanslagen in Parijs.

De speurders hadden redenen om aan te nemen dat de flat in de Driesstraat onbewoond was maar toen de deur van het appartement werd geopend, werden de politiemensen onmiddellijk onder vuur genomen door minstens twee personen, gewapend met een riot gun en een kalasjnikov.

Er ontstond een kort maar hevig vuurgevecht waarbij twee Belgische en een Franse agent lichtgewond raakten. In de uren na de eerste schietpartij werd vanuit het appartement nog verschillende keren geschoten op de aanwezige politiemensen. Daarbij raakte een Belgische agent lichtgewond aan het hoofd.

Uiteindelijk slaagde een scherpschutter van de politie erin één man neer te schieten toen die nogmaals het vuur wou openen op de politie. De dode man werd later geïdentificeerd als Mohamed Belkaïd, een 35-jarige Algerijn.

Twee mannen die zich ook in het appartement bevonden toen de politie er probeerde binnen te vallen, konden ontsnappen. Eén van hen bleek Salah Abdeslam, de tweede Amine Choukri. Beiden werden enkele dagen later, op 18 maart opgepakt in Sint-Jans-Molenbeek.

Abdeslam werd toen in verdenking gesteld en onder aanhoudingsbevel geplaatst in het onderzoek naar de aanslagen in Parijs en verklaarde zich, na eerst geweigerd te hebben, akkoord met een overlevering aan Frankrijk in het kader van het Europees aanhoudingsbevel dat de Franse overheden tegen hem hadden uitgevaardigd voor die aanslagen.

Vorige week meldde meester Mary dat die overlevering nog enige tijd op zich zou laten wachten, omdat Abdeslam nog moest verhoord worden over zijn betrokkenheid bij de schietpartij van 15 maart. Dat verhoor heeft donderdagvoormiddag plaatsgevonden, waarna Abdeslam in verdenking werd gesteld voor viervoudige moordpoging op politieagenten, maar niet onder aanhoudingsbevel werd geplaatst.

Deze nieuwe ontwikkeling in het onderzoek betekent dus geen hinderpaal voor zijn overlevering aan Frankrijk. Om het Europees aanhoudingsbevel te kunnen uitvoeren, mag Abdeslam immers niet onder een Belgisch aanhoudingsbevel vallen. Nu hij enkel in verdenking is gesteld voor de schietpartij maar niet onder aanhoudingsbevel is geplaatst, is er enkel nog het Belgisch aanhoudingsbevel in het onderzoek naar de aanslagen in Parijs dat een overlevering in de weg staat.

Uit gerechtelijke bronnen verneemt Belga dat die overlevering er snel zou kunnen komen, weliswaar na de volgende verschijning van Abdeslam voor de Brusselse raadkamer begin mei.