Molenbeekse school schakelt hulp in bij gesprekken Israël-Palestina: 'Oorlog leeft enorm'

Het Imelda-Instituut in Molenbeek wil de dialoog tussen leerlingen over Israël en Palestina bevorderen. De school schakelde daarom de hulp in van Mohamad Wehbe, die in 2000 zelf als Palestijnse vluchteling naar België kwam. De komende tijd zal hij acht uur per week als brugfiguur bijspringen. “We merken dat de leerlingen erover willen praten, de oorlog leeft enorm.”

Op het Imelda-Instituut in Molenbeek, een katholieke secundaire tso-, bso- en kso-school, merkten ze de impact op de leerlingen van de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober, vertelt directeur Erik Van Den Berghe. “Docenten kregen de vraag: bent u voor Israël of Palestina? Ze moesten een kant kiezen. De oorlog leeft enorm, 80 procent van onze leerlingen is moslim. Ze zien de Palestijnen als hun broeders.”

De directeur wil voorkomen dat er polarisering op zijn school ontstaat. “We zien hier geen Hamas-vlaggen of antisemitische symbolen, maar dat willen we ook niet. We merken wel dat de leerlingen erover willen praten, dat willen we faciliteren door preventief hulp in te schakelen.”

Oud-leerling wordt brugfiguur

Zo kwam de directeur uit bij Mohamad Wehbe (26), een oud-leerling van hem die aan de VUB studeert en nu acht uur per week als brugfiguur zal bijspringen op de school. Hij gaat dialogen begeleiden in de klassen en ook persoonlijk gesprekken voeren met de leerlingen. De twintiger van Palestijnse afkomst vluchtte als kind naar België en is moslim, waardoor hij de context goed kent, aldus Van Den Berghe.

Mohamad Wehbe wil in de eerste plaats luisteren naar de leerlingen, vertelt hij aan BRUZZ over zijn nieuwe rol. “Wat zeggen ze, wat denken ze en waarom denken ze zo?” Wehbe kwam in 2000 naar België vanuit Libië, waar hij in een vluchtelingenkamp in Tripoli woonde. “Het is logisch dat ze boosheid voelen bij de beelden die ze continu op sociale media zien van gewonde kinderen of een ziekenhuis dat gebombardeerd is. Ik probeer te begrijpen wat achter die emotie zit.”

Vaak is er frustratie over dingen die ze zelf hebben meegemaakt, merkt Wehbe, zoals discriminatie door een politieagent.

Wehbe probeert de kinderen tijdens zijn lessen met voorbeelden te laten uitzoomen. “Ik zeg bijvoorbeeld: stel de broer van jouw papa heeft iets gedaan, maar jouw papa wordt voor de rechtbank gesleept, is dat eerlijk? Nee, zeggen ze dan. Ik probeer ze te laten zien dat ze niet moeten generaliseren.” Niet alle inwoners van Israël zijn verantwoordelijk voor wat een bepaalde groep of persoon daarbinnen doet, wil hij de leerlingen zo tonen. “Daarbij helpt het dat ik Palestijns ben, ik heb het idee dat ze daardoor misschien eerder naar mij luisteren.”

Speciaal project

Het aanwerven van een ‘brugfiguur’ sluit aan bij eerdere inspanningen van de school om de discussie over Israël-Palestina te openen, vertelt directeur Van Den Berghe. Na de aanslagen van Parijs en Brussel begon ze in 2017 met een speciaal project. “Het was in de tijd dat het gedachtegoed van Islamitische Staat werd verspreid. We wilden de dreigende polarisering serieus nemen.”

De school ging een samenwerking aan met een school in de Israëlische stad Haifa. Een groep leerlingen van het Imelda-Instituut bezocht de stad en aansluitend een Palestijns vluchtelingenkamp in Bethlehem en verschillende heilige plaatsen in Jeruzalem. “Zo konden ze zien hoe christenen, moslims en joden samenleven. Dat inspireerde de leerlingen: als dat het daar kan, dan moeten we ook in Brussel de dialoog aangaan.” Sindsdien zijn er nog twee reizen georganiseerd en een nieuwe groep vertrekt in principe eind april 2024.

Sinds de oorlog op 7 oktober uitbrak, hangt er ook een nieuwe vlag in de school, waarop de Palestijnse en Israëlische vlag gecombineerd zijn met een vredesduif. Erbij staat het woord 'vrede' in het Arabisch, Hebreeuws en Nederlands. “Het is een symbool voor verzoening,” zegt Van De Berghe. “We moeten altijd ons best blijven doen om de mensen te blijven zien. Er zijn slachtoffers aan beide kanten, er is leed aan beide kanten.”