Sociale Huisvestingsmaatschappijen gaan sneller bouwen

Sociale woningprojecten moeten in de toekomst sneller gerealiseerd worden. Dat staat in de nieuwe beheersovereenkomst die de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en de 33 Brusselse openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) hebben afgesloten. Er komt ook een nauwere samenwerking tussen de maatschappijen.

De federale onderhandelaars hebben in hun Brussel-akkoord nog maar net beslist dat het aantal huisvestingsmaatschappijen in Brussel naar beneden moet. Deze overeenkomst loopt daarop al voluit. Er komt al een nauwere samenwerking nog voor het Brussel-akkoord in werking treedt. De nieuwe beheersovereenkomst werd woensdag voorgesteld door Brussels staatssecretaris voor Huisvesting Christos Doulkeridis (Ecolo) en door de betrokken huisvestingsorganisaties.

Belangrijkste onderdeel van de overeenkomst is dat projecten sneller op poten moeten staan. Zo mag er maximum vier jaar tijd zitten tussen de voorbereiding van een project en de effectieve start van de werf. "De sociale woningbouw moet hervormd worden om tegemoet te komen aan de stijgende vraag," zegt Doulkeridis. "Aan het huidige tempo komen we er niet." Op dit moment staan meer dan 36.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale woning. Verwacht wordt dat door de demografische explosie in de toekomst dit probleem alleen maar nijpender zal worden.

De nauwere samenwerking van in het akkoord zal zich onder meer uiten door gebruik te maken van gemeenschappelijke middelen en diensten. Daarnaast zullen de financiën gecentraliseerd worden bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij.

De nieuwe overeenkomst bevat ook ingrepen om de sociale woningen energiezuiniger te maken en zo de energiefactuur voor de bewoners te verlagen.