Het systeem van de talencheques, dat gefinancierd wordt door het Gewest om zo de talenkennis van werkzoekenden te vergroten, schiet zijn doel compleet voorbij. Dat blijkt uit een evaluatie van het systeem op vraag van bevoegd minister Didier Gosuin (Défi). Hij kondigt een hervorming aan, meer toegespitst op de noden van de arbeidsmarkt. De cheques worden vooral gebruikt om Nederlands te leren.
Systeem van talencheques op de schop
Lees ook: Gosuin gaat taalcheques hervormen
Dat meldt La Libre Belgique donderdag.
Talenkennis blijft een probleem bij Brusselse werkzoekenden. Voor de helft van de vacatures is kennis van een tweede taal vereist. Daarom heeft het Gewest de taalcheques in het leven geroepen. Vorig jaar maakten 7.925 mensen gebruik van de cheques, een cijfer vergelijkbaar met dat in 2013, laat Actiris-woordvoerster Sarah Thomas aan onze redactie weten.
Vooral Nederlands
De taalcheques worden overwegend gebruikt om de kennis van het Nederlands aan te scherpen (70 procent), zegt Thomas. In 20 procent van de gevallen wordt de cheque ingezet om Engels te leren, dan volgen Frans (7 procent) en Duits (2 procent).
Minister Gosuin had al in februari een doorlichting van het systeem aangekondigd, omdat hij niet tevreden is met de resultaten ervan.
Er bestaan twee types taalcheques: de eerste wordt gebruikt voor talenlessen aan werkzoekenden, de tweede is een soort waardebon die iemand die net werk gevonden heeft, kan opnemen. Het is dan aan de persoon in kwestie om de waardebon al dan niet in te ruilen voor taalonderricht.
“De huidige cheques komen vooral ten goede aan werklozen die al over voldoende talenkennis beschikken en dus niet aan zij die er het meeste nood aan hebben”, blijkt uit de analyse van het eerste type cheque. Het tweede type wordt nauwelijks gebruikt. “Amper 15 procent van de uitgegeven waardebonnen zijn in de afgelopen twee jaar ingewisseld voor taallessen”, meldt het rapport.
Eenmaal het contract getekend blijkt de tevoren welwillende werkzoekende zijn ambities qua talenkennis weer terug te schroeven. Bovendien zijn de werknemers die de stap echt zetten vaak hooggekwalificeerd, terwijl de waardebons juist laaggeschoolden aan werk moesten helpen.
Specifieke woordenschat
Het systeem van de taalcheques gaat dus helemaal op de schop.
Het kabinet-Gosuin kondigt aan dat het eerste type cheque vanaf april 2016 meer op de arbeidsmarkt afgestemd zal worden. Voor werkzoekenden die zich inschrijven voor een specifiek beroepstraject zullen de taallessen een basiskennis bieden, gecombineerd met een specifieke woordenschat die bij de job hoort en zo zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt vergroot.
De groep die weinig talenkennis heeft en hulp nodig heeft bij de zoektocht naar werk, zal taallessen in privéscholen aangeboden krijgen. Daardoor stijgt het aantal uren les van 20 naar 60.
Ook het tweede type cheque wordt vanaf juli 2016 aangepakt. Een werkzoekende die een contract ondertekent met de belofte een bepaalde taal (vaak Nederlands, red.) onder de knie te krijgen, moet voortaan verplicht naar de les. De opleiding zal worden toegespitst op de noden van het bedrijf waarvoor hij of zij gaat voor werken.
Bij grote aanwervingscampagnes en bij kmo’s is het bovendien het Gewest dat de lessen volledig zal betalen. “Wij denken aan het bedrijfsleven: als u een Brusselaar aanwerft, zullen wij ervoor zorgen dat hij zijn talen leert”, zegt Gosuins woordvoerster Pauline Lorbat aan brusselnieuws.be. “Als H&M bijvoorbeeld medewerkers zoekt voor een nieuwe winkel, en enkel mensen vindt die geen Nederlands of Engels spreken, betalen wij een opleiding in die taal of talen terug.”
Dat moet volgens de minister bedrijven ertoe aanzetten hun rekrutering aan werkgelegenheidsagentschap Actiris toe te vertrouwen.
Smartphone en tablet
Verder wordt het online talenplatform Brulingua (eindelijk) aangepast aan smartphones en tablets, met als doel meer jongeren aan te spreken.
Bijna 22.540 Brusselaars logden vorig jaar in op het systeem, meldt Actiris. De helft van hen gebruikt het platform om Nederlands te leren, 27 procent kiest voor Engels, 21 procent voor Frans en 2 procent voor Duits.
Lees meer over: Samenleving , Economie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.