Talenkennis in Brussel daalt pijlsnel
D e taalbarometer blijft voor verrassingen zorgen. Socioloog Rudi Janssens presenteerde op de zomeruniversiteit van Aula Magna nieuwe cijfers die de drietaligheid weergeven bij Brusselaars die in het Nederlandstalig of Franstalig onderwijs les hebben gevolgd.
De cijfers zijn relevant omdat uit diezelfde taalbarometer is gebleken dat het taalgebruik op de werkvloer in Brussel in ijltempo veranderd is. Vroeger werd er voornamelijk Frans gesproken. Vandaag is het aantal bedrijven waar Frans, Nederlands en Engels wordt gesproken (30 procent) sterk in opmars. En het Frans is op zijn retour.
Dat is een groot verschil met de cijfers van de talenkennis bij Brusselaars uit het Nederlandstalig of Franstalig onderwijs. Waar in 2001 82 procent van de Nederlandstaligen zich goed tot zeer goed drietalig noemden, is dat vandaag nog maar 42 procent.
Bij de Franstaligen is het nog erger gesteld. In 2001 vond 15 procent dat ze goed tot zeer goed Nederlands en Engels spraken. Vandaag is dat nog maar 7 procent.
Ook de talenkennis van de andere landstaal gaat erop achteruit. In 2001 zeiden bijna alle Vlamingen in Brussel dat ze goed tot zeer goed Frans spraken. Vandaag is dat gezakt tot 86 procent. Het aandeel Franstaligen dat zei goed tot zeer goed Nederlands te spreken bedroeg in 2001 een kwart, vandaag is dat nog maar 14 procent.
Rudi Janssens wil de cijfers nog verder verfijnen. Zo is de leeftijdscategorie in deze cijfers tamelijk uitgebreid. De ondervraagden zijn Brusselaars tussen de 18 en 45 jaar. "Maar de tendenzen kloppen," zegt Janssens.
Voor verklaringen is verder onderzoek nodig. Heeft de achteruitgang van de talenkennis te maken met de kwaliteit van het Brussels onderwijs, of met de samenstelling van de Brusselse schoolpopulatie die in vijftien jaar tijd grondig door elkaar is geschud. Of met beide?
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.