Ook al heeft de COVID-19-crisis geleid tot een versnelde digitalisering van onze samenleving, de digitale kloof onder de bevolking is er niet door verdwenen. Ongeveer twee op de vijf Brusselaars is digitaal kwetsbaar. Daarmee doet Brussel het wel beter dan de andere twee gewesten.
Twee op de vijf Brusselaars is digitaal kwetsbaar
In 2020 wees de Barometer Digitale Inclusie, gepubliceerd door de Koning Boudewijnstichting, voor het eerst op het bestaan van digitale ongelijkheden. De coronacrisis en de bijbehorende maatregelen leidden tot een sterkere digitalisering van onze samenleving. We werden verplicht nog meer digitaal actief te worden. Maar de kloven blijven bestaan: sociaaleconomisch en cultureel minder bevoorrechte personen hebben moeite om de digitale evolutie te volgen.
In Brussel ligt de digitale kwetsbaarheid op 39 procent. Dat is hoog, maar wel lager dan in Vlaanderen (46 procent) en Wallonië (49 procent). De mate van digitale kwetsbaarheid is niet voor iedereen hetzelfde. Personen met een laag opleidingsniveau of een laag inkomen lopen meer risico op uitsluiting. Zo beschikte 93 procent van de Brusselse huishoudens in 2021 over een internetverbinding thuis. Bij huishouden met een hoog inkomen lag het aandeel wel hoger (98 procent) dan bij huishoudens met een laag inkomen (83 procent).
Een opvallende evolutie in Brussel is het aantal laptopgebruikers. 70 procent van de internetgebruikers bezit nu een laptop, dat is een stijging met 20 procent ten opzichte van 2019. Maar ook hier waren het in de eerste plaats de financieel meer gegoede gebruikers die zich tijdens de coronacrisis een laptop aanschaften.
Door de coronacrisis werden ook heel wat diensten meer gedigitaliseerd. Dat zien we ook in de cijfers. Tussen 2019 en 2021 is het gebruik van essentiële digitale diensten het sterkst gestegen in Brussel. Online bankieren steeg met 10 procent. Voor online winkelen gaat het om een stijging van 15 procent en bij online administratie om 16 procent. De grootste stijging zien we bij online gezondheid met een stijging van 18 procent. Ook hier is een groot verschil tussen mensen met een hoog en een laag opleidingsniveau.
Risicogroepen
Volgens de Koning Bouwdewijnstichting vallen vooral personen met een laag inkomen of een laag opleidingsniveau, personen ouder dan 55 jaar en werkzoekenden uit de boot bij de digitalisering van de samenleving. Ook zou het stereotiepe beeld van jongeren tussen 16 en 24 jaar als 'digital natives' niet opgaan voor jongeren met een laag opleidingsniveau. Velen onder hen loggen enkel in op het internet via hun smartphone en hebben zwakke digitale vaardigheden.
In het rapport vragen de onderzoekers daarom aan de Belgische overheden om te blijven investeren in digitale inclusie. "De digitalisering van onze samenleving is een blijvend verschijnsel, dat ook na de COVID-pandemie zal doorgaan. Ondanks de initiatieven die de voorbije twee jaar zijn genomen om de toegang tot het internet te verbeteren en de digitale vaardigheden te bevorderen, zijn we er als samenleving niet in geslaagd om de meest kwetsbare mensen digitaal te betrekken."
De overheid zou volgens de onderzoekers moeten waken over de toegankelijkheid van digitale diensten en alternatieve oplossingen voorzien, zoals fysiek en telefonisch contact.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , digitale kloof