Unia stapt naar Grondwettelijk Hof tegen ordonnantie 'Brussel Digitaal'

Gelijkekansencentrum Unia sluit zich aan bij 24 Brusselse middenveldorganisaties die de ordonnantie "Brussel Digitaal" aanvechten bij het Grondwettelijk Hof. De ordonnantie, ingevoerd door minister van Digitalisering Bernard Clerfayt (Défi), beoogt de volledige digitalisering van gemeentelijke en gewestelijke overheidsdiensten.

De ordonnantie werd in februari goedgekeurd. Hoewel Unia niet tegen digitalisering op zich is, vreest de organisatie dat bepaalde kwetsbare groepen, zoals mensen met een handicap, ouderen en laaggeschoolde Brusselaars, de toegang tot essentiële diensten kunnen verliezen.

Artikel 13

Het conflict draait voornamelijk rond artikel 13 van de ordonnantie, dat stelt dat naast digitale kanalen ook fysieke loketten en telefonische dienstverlening behouden moeten blijven. Maar een bijkomende bepaling laat overheden toe om deze diensten te schrappen wanneer ze te veel kosten, zonder duidelijk te omschrijven wat die "onevenredige lasten" precies inhouden.

Volgens Unia en de betrokken organisaties creëert dit onzekerheid en kan het leiden tot uitsluiting van burgers die minder digitaal vaardig zijn. Studies tonen aan dat 40% van de Belgen en 70% van de laaggeschoolde Brusselaars digitaal kwetsbaar zijn.

Arme sikkel

Unia benadrukt dat het schrappen van fysieke alternatieven niet alleen mensen met een handicap, maar ook andere kwetsbare groepen kan treffen. "In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is uit studies gebleken dat bevolkingen uit de 'arme sikkel' een groot risico lopen om geconfronteerd te worden met digitale uitsluiting;” legt Els Keytsman, directeur van Unia, uit.

Unia en de middenveldorganisaties pleiten voor meer expliciete bepalingen die overheden verplichten om fysieke loketten en andere niet-digitale alternatieven te behouden. "Zonder tussenkomst van het Grondwettelijk Hof zal het kwetsbare publiek nog kwetsbaarder zijn. Unia vraagt om passages die niet voldoende expliciet zijn te vervangen door artikelen met een duidelijke en gedetailleerde beschrijving van alternatieven voor digitaal", aldus Keytsman.