Vanhengel: 'Franstalig onderwijs moet zich bezinnen'

De investeringen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel werpen duidelijk hun vruchten af. Dat leidt Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) af uit de lectuur van de derde taalbarometer van de VUB. Tegelijk roept Vanhengel de Franstalige politici op om zich te bezinnen over hun onderwijsbeleid.

De resultaten van de derde taalbarometer van VUB-onderzoeker Rudi Janssens stemmen Brussels minister Guy Vanhengel, in de VGC bevoegd voor onderwijs, hoopvol. "De Brusselaars gebruiken meer talen, de dominantie van het Frans verdwijnt, het gebruik van het Engels neemt toe en de positie van het Nederlands wordt versterkt. Brussel wordt kosmopolitischer en dat is ook logisch als Europese hoofdstad."

"Er zijn dus minder kinderen met twee Nederlandstalige ouders, zoals er minder zuiver Nederlandstalige koppels wonen. Maar er zijn meer tweetalige gezinnen waarin Nederlands wordt gesproken. De vele inspanningen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, in het bijzonder in het Nederlandstalig onderwijs, werpen duidelijk hun vruchten af."

Het bewijst volgens Vanhengel ook dat als je de Brusselaars de kans geeft om Nederlands te leren, dat ze het willen doen en kunnen doen. Het Huis van het Nederlands noteerde dit jaar 17.000 meldingen van Brusselaars die Nederlands willen leren. De vraag naar het Nederlandstalige onderwijs is immens. "Hoe meer we zullen investeren, hoe meer jongeren later gemakkelijker een job op de arbeidsmarkt zullen vinden en hoe beter de relatie van Brussel met Vlaanderen zal worden. We moeten verdergaan op de ingeslagen weg."

'Franstalige politici moeten zich bezinnen'
Vanhengel hoopt dat de derde taalbarometer tot een debat zal leiden in het Vlaams parlement én in de Franstalige Gemeenschap. "Het Vlaams parlement kan zien dat het loont om een tandje bij te steken. De Franstalige politici moeten zich bezinnen over hun aanpak. De kinderen uit het Franstalig onderwijs kennen niet alleen geen Nederlands, maar ook geen Engels en het niveau van het Frans gaat achteruit."

Er dreigt een grote kloof tussen de aanpak van het Franstalig en het Nederlandstalig onderwijs. "De cultuurverschillen tussen het Franstalig en het Nederlandstalig onderwijs worden zo groot dat de samenwerking moeilijker wordt. Neem nu de uitwisseling van native speakers. Dat mooie idee strandt, omdat de meestal leerkrachten liever in het eigen net willen blijven."

Tot slot meent Vanhengel ook dat de barometer aangeeft dat het communautair gehakketak steeds minder begrip zal vinden. "Brussel telt steeds meer wereldburgers, die naar de tv kijken in het Frans, naar school gaan in het Nederlands. Het is een misvatting te denken dat deze jongeren zullen willen kiezen tussen de Nederlandstalige of Franstalige Gemeenschap."

Vlaams Belang: 'Failliet van integratie'
Vlaams Belang focust vooral op de opmars van het Arabisch, nu beheerst door 18 procent van de Brusselaars. "Deze cijfers tonen andermaal het failliet aan van het integratiebeleid in Brussel", zegt Frédéric Erens, voorzitter van Vlaams Belang Brussel. "De goedgelovigen die dachten dat de integratie van honderdduizenden vreemdelingen zou slagen door ze volop in het Brussels Nederlandstalig onderwijs te droppen, komen bedrogen uit."