Naar één centrum gaan voor je kinesist, huisarts en verpleegkundige? Op steeds meer plekken kan het. Meestal betaalt de patiënt er niets, de zorgverzekering betaalt direct uit aan de praktijk. Zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige kant groeit het aanbod van forfaitaire zorgverleners. Meer dan vijftien procent van de Brusselaars kiest voor een medisch huis in plaats van huisartsenpraktijk.
Vijftien procent van de Brusselaars verkiest forfaitaire zorg in medisch huis
Aan Franstalige zijde heten ze ‘maisons médicales’, aan Nederlandstalige zijde ‘wijkgezondheidscentrum’ of medisch huis. De filosofie is gelijkaardig: meerdere zorgverstrekkers leveren zorg op één plek die door de mutualiteiten rechtstreeks aan de praktijk wordt uitgekeerd. Het voordeel voor de patiënt: ze hoeven niets af te rekenen en – in sommige gevallen - kunnen ze voor meerdere zorgvragen terecht op één plek.
Meer dan vijftien procent van de Brusselaars zijn inmiddels ingeschreven bij een zogenaamd 'medisch huis'. Dat aandeel groeide behoorlijk de afgelopen jaren. Het gaat om zo’n 10,4 procent in 2014 naar 15,4 procent in 2020. Dat blijkt uit cijfers over huisartsenbezoeken van het Intermutualistische Agentschap, de IMA Atlas, waarover La Libre Belgique bericht.
Overigens neemt het aantal bezoeken aan interdisciplinaire zorgcentra met forfaitaire betalingssysteem in het hele land toe, maar in Brussel is de groei het meest opvallend. Ter vergelijking: in Wallonië gaat het om een groei van 3,4 procent in 2014 naar 4,8 procent in 2020. In Vlaanderen steeg het aandeel van 1,4 procent in 2014 naar 2,4 procent in 2020.
Charles Goethals, coördinator van het eerste Nederlandstalige medische huis in Brussel, De Brug, wijst als belangrijke reden voor het succes naar de ‘financiële toegankelijkheid’ van het model. "Uit studies blijkt dat één op de vier Brusselse gezinnen zorg uitstelt uit financiële overwegingen. In dit systeem is de financiële drempel weggenomen."
Naast financiële redenen speelt ook het organisatiemodel een rol. "Mensen komen niet alleen bij ons met pijn in hun knie, maar ook met andere financiële en sociale problemen. Soms hebben ze verschillende ziektes. We hopen al die zaken in één keer aan te pakken met maatschappelijk werkers, psychologen, huisartsen en verpleegkundigen."
Niet alleen vraag, ook aanbod groeit
Het concept voor de medische huizen bestaat sinds de jaren zeventig in België. In Brussel waren de eerste twee locaties in Molenbeek: De Brug (Nederlandstalig) en Norman Béthune (Franstalig).
Aan Nederlandstalige zijde zijn twee centra aangesloten bij de Vereniging van Wijkgezondheidscentra. Mogelijk volgen binnenkort nog het gloednieuwe biculturele gezondheidscentrum Grondels in Anderlecht en een nieuw centrum in de Noordwijk. Ook De Brug wil meer patiënten kunnen ontvangen en mikt op een uitbreiding in 2025.
"Heel wat medische huizen kennen een patiëntenstop. Dat betekent dat nog een groeimarge is"
Aan Franstalige zijde zijn er in Brussel 52 medische huizen erkend door de Fédération des maisons medicales. Dit jaar nog erkende het netwerk twee nieuwe locaties in Brussel: het 'Maison médicale Homborch Santé' in Ukkel en het 'Maison de santé Rive' in Evere.
Is er ondanks dat ruime aanbod nog ruimte voor bijkomende medische huizen? Volgens Goethals wel. "Vanuit de Vereniging van Wijkgezondheidscentra is het streefdoel dat iedereen in België de mogelijkheid heeft om te kiezen voor het model dat hem of haar het beste ligt. Heel wat medische huizen kennen een patiëntenstop. Dat betekent dat er nog een groeimarge is."
Lees meer over: Samenleving , wijkgezondheidscentra , maison médicale
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.