In Brussel is woensdag het Herman Teirlinckgebouw van de Vlaamse overheid ingehuldigd. Dat gebeurde door minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans. Wie lieten ons voor de inhuldiging al rondleiden door architect Willem Jan Neutelings. De Nederlandse Antwerpenaar heeft nog wel meer bouwplannen voor de hoofdstad, en heeft zich ondertussen ook gevestigd in Brussel.
Vlaams Administratief Centrum ingehuldigd: ‘Brussel maakt een kwaliteitssprong’
"Daar gaat mijn hele discours.” Willem Jan Neutelings heeft net een boompje opgezet over het publieke karakter van de benedenverdieping in het Herman Teirlinckgebouw, als hij vaststelt dat het restaurant en de fitnessruimte langs de binnenstraat alleen bestemd zijn voor werknemers. “Schrijf maar op dat dat niet kan,” zegt hij. “Het moet voor iedereen zijn, we zullen het er nog over hebben met de Vlaamse overheid.”
Zoals wel vaker is de realiteit een beetje minder mooi dan de visie van de architecten, maar de nieuwe werkplek van 2.600 Vlaamse ambtenaren is wel vrij toegankelijk voor iedereen. Bezoekers kunnen er even gaan verpozen in een binnentuin, of kijken naar de kunst die verwerkt zit in het gebouw, zoals het gevelgedicht van Charlotte Van den Broeck of de motieven van Henri Jacobs die de trapleuningen en betonnen raamkaders sieren.
“Het is ontroerend om te zien dat mensen instinctief gaan voelen aan dat reliëf,” aldus Neutelings. “De integratie van kunst maakt dat mensen sneller een relatie kunnen aangaan met het gebouw. In een glazen toren heb je dat niet. Met een witte muur kan je geen relatie ontwikkelen. Die zegt: ‘ik ben er niet’. Dat geeft een unheimlich gevoel.”
Het Herman Teirlinckgebouw heette eerst de Meander. Vanwaar die naam?
Willem Jan Neutelings: De kantoren meanderen als het ware rond vier binnentuinen. Daardoor krijg je overal doorkijkjes en diagonale zichten waarlangs mensen elkaar kunnen zien. Het is een van de grootste kantoorgebouwen van Brussel, maar dat voel je niet. Het is bevattelijk, als een dorp georganiseerd rond pleintjes en een winkelstraat. De binnengevels zijn ook van baksteen, zodat je een buitengevoel hebt.
De bakstenen geven het gebouw een origineel uitzicht, een beetje Hollands misschien.
Willem Jan Neutelings: Het is aan de critici om dat te zeggen, maar Hollands kan het niet zijn, want ik ben zelf een Brabander (lacht). Ik kom uit Bergen Op Zoom en heb vijftig jaar in Antwerpen gewoond. Net als Brussel behoorde dat allemaal tot het hertogdom Brabant.
Maar vanwaar de keuze voor baksteen?
Willem Jan Neutelings: Wij houden van stevige materialen. Een stenen gebouw oogt krachtiger en zwaarder. Het geeft een gevoel van degelijkheid. Het is ook duurzamer. Sommige gebouwen lijken wel van krantenpapier. Bovendien is het mooi. Gebakken klei. Wat wil je nog meer in onze rivierendelta? Door te werken met een patroon van drie horizontale bakstenen naast drie verticale creëerden we een schaaleffect. De gevel krijgt als het ware een grotere korrel, waardoor hij minder groot en massief aandoet.
Willem Jan Neutelings: We hadden geen keuze omdat de huur afliep in onder meer het Boudewijngebouw. Het was heel moeilijk, zeker omdat er zoveel technologie in het gebouw zit. Het is een passiefgebouw. Voor koeling en verwarming wordt water opgepompt uit de ondergrond en via een soort tuinslangen in het beton door het gebouw geleid. In de zomer zit de koelte zo in de steen, net zoals in een oud kasteel.
De werf duurde uiteindelijk twee jaar en twee maanden. Heel knap van de aannemer om dat in die tijd te klaren. Hier hebben honderden mensen gewerkt, dag en nacht, ook in het weekend.
Hoe vaak bent u langs geweest?
Willem Jan Neutelings: Ik ben meer een toerist. Een keer om de twee weken kom ik een uurtje langs. Of het moet zijn dat er een serieus probleem is. We hadden wel constant vijf of zes mensen op de werf om alles te controleren.
Binnentuinen
Ondertussen zijn we aanbeland in een van de hoger gelegen binnentuinen. Die zijn alleen toegankelijk voor ambtenaren. Het grind kraakt onder onze schoenen. “Die verandering van ondergrond is belangrijk voor het menselijk welbehagen,” zegt Neutelings. “Anders dan in de kantoren schommelt de temperatuur hier mee met de seizoenen, maar mensen zullen hier ook in de winter zonder jas kunnen ‘buitenkomen’. In veel kantoorgebouwen heb je een atrium met veel marmer, een grote roltrap en twee palmbomen, maar het is in wezen een verloren ruimte. Deze tuinen zijn niet gemaakt om te imponeren, maar om te gebruiken. Om even te ontspannen, of om te werken. Er is immers overal wifi. De Vlaamse overheid promoot het nieuwe werken. Dat moet leiden tot meer interactie en creativiteit. Er ontstaan spontane en informele ontmoetingen die de organisatie heel anders maken. Er zit dus een hele managementsfilosofie achter.”
Is de eerste motivatie van het nieuwe werken niet dat het ruimte en dus geld bespaart?
Willem Jan Neutelings: Kijk, vroeger had iedereen een kamer in een kantoor, maar de helft van de tijd stond dat leeg door vergaderingen en andere afspraken. En er is de opkomst van telewerk. We hebben dus te veel vierkante meter gebouwd. Nu kom je aan, je haalt je laptop en andere spullen uit een kluisje en zoekt een plek. Met de computer log je in waar je wil. Er zijn alleen nog afdelingen, maar geen vaste plekken.
Mensen zijn nochtans gehecht aan hun eigen plek.
Willem Jan Neutelings: Daar zit een spanningsveld, maar het hangt ook af van de sector. In sommige jobs is veel concentratie nodig, of wordt gewerkt met vertrouwelijke informatie, maar in andere functies zijn mensen graag in interactie. Daarom hebben we hier ook verschillende plekken. Je kan open zitten, of meer afgezonderd. Daar moet een balans in zitten.
Zou u hier zelf graag werken?
Willem Jan Neutelings: (denkt na) Ik heb niet de ambitie om een Vlaamse ambtenaar te worden (lacht). Maar ik kan me best wel voorstellen dat mijn architectenbureau hier een vloer zou hebben.
Het gebouw is in veel opzichten de tegenpool van een glazen kantoortoren. Ziet u geen toekomst voor hoogbouw in de stad?
Willem Jan Neutelings: Steden moeten gaan verdichten, maar dat betekent niet noodzakelijk in de hoogte bouwen. Het Herman Teirlinckgebouw is ook een verdichting. We bouwden meer dan 60.000 vierkante meter op een kleine oppervlakte. Dat deden we door een compact gebouw te realiseren. Er zijn dan ook verschillende manieren om te verdichten. Wat niet wil zeggen dat we tegen torens zijn. Zeker niet. Het aantal verdiepingen is echter niet belangrijk. Het enige dat telt, is dat de benedenverdieping open staat naar de omgeving, liefst met publieke functies. Dat die interactie ontbreekt is het probleem van de Noordwijk.
Is het verstandig om kantoren te bouwen op Thurn & Taxis, terwijl de Noordwijk leegloopt?
Willem Jan Neutelings: We moeten naar gemengde wijken overal. Het is net zo dom om te zeggen dat de Noordwijk een kantoorwijk moet blijven als te zeggen dat Thurn & Taxis een kantoorwijk moet zijn. De site hier is bij uitstek gemengd. Er is een park, dat zal nog groter worden, en er komen honderden woningen en allerlei functies in de Gare Maritime. Die vermenging is de essentie van een stadswijk en dat hebben ze hier goed begrepen. Nu komt het erop aan ook in de Noordwijk andere functies te brengen.
U werkt ook op de renovatie van de Gare Maritime. Vertel daar eens wat meer over.
Willem Jan Neutelings: Het wordt een stad waar het nooit regent. Dat is een goed uitgangspunt, want waar wil je dat liever dan in Brussel, waar het altijd regent? We behouden een grote ruimte voor evenementen. Die zal altijd toegankelijk zijn, net zoals de binnenstraten in het Koninklijk Pakhuis en in het Herman Teirlinckgebouw. Er komen dwarsstraten, zodat je er langs alle kanten in kan. Langs twee groene flaneerstroken komen dan tien houten blokken met horeca, winkels en kantoren. Het zal een enorme trekker worden voor de site, met een foodcourt, urban farming en alles wat hip is.
Zal dat ook iets opleveren voor de wijken rond de site?
Willem Jan Neutelings: Je voelt dat de binding met de stad steeds sterker wordt. Het terrein begint zich te openen. Het park trekt elk weekend meer mensen uit de buurt. Met het Herman Teirlinckgebouw zal de kant van de Havenlaan meer gaan leven, en met de Gare Maritime zal dat gebeuren aan de kant van de Picardstraat. Als het een succes wordt, zal er een stukje gentrificatie zijn. We moeten dat proberen in te bedden, zodat we een gemengde bevolking over de vloer krijgen. We kunnen bijvoorbeeld een dagmarkt organiseren voor mensen uit de buurt.
Hebt u vertrouwen in de andere projecten op de site? De eerste woningen zijn niet meteen enthousiast onthaald.
Willem Jan Neutelings: Ach, daar ga ik niet over. Men heeft ondertussen wel een kwaliteitssprong proberen te maken door voor de volgende bouwblokken een wedstrijd te organiseren. Ik denk trouwens dat de kwaliteit van de architectuur in heel Brussel flink omhoog gaat. Iedereen beseft stilaan dat kwaliteit belangrijk is. Niet alleen de bouwmeester, maar ook de ontwikkelaars. Je kan het niet meer maken om ouderwetse kantoren te verhuren waar de energie uit het raam gaat. Bovendien wil de nieuwe generatie daar niet gaan zitten. Zij zijn opgegroeid met het idee dat je kan werken met een café latte in een zitzak zoals bij Apple. Ook bij woningen zoeken mensen andere dingen, zoals gedeelde ruimtes. Ontwikkelaars spelen daarop in. De kwaliteitssprong is misschien nog niet zichtbaar, maar als je in het wereldje zit, voel je die aankomen.
Willem Jan Neutelings: Fascinerend. Brussel is nu al zoals de meeste Europese steden zullen zijn over tien jaar: zonder meerderheid. Ook de francofone Brusselaar is een minderheid geworden. Er is geen Leitkultur meer. Wie hier woont, moet maar zien samen te leven met iedereen. Dat geeft problemen, maar ook kansen. Dit is het model waarin we moeten zoeken naar oplossingen om samen te leven, oplossingen op het vlak van stedenbouw en architectuur ook. Dat is moeilijk, maar tegelijk heel boeiend.
Bent u daarom naar Brussel verhuisd?
Willem Jan Neutelings: In de eerste plaats was dat omdat mijn vrouw voor het Afrikamuseum werkt (in Tervuren, red.), maar ik heb er spijt van dat ik niet eerder verhuisd ben. Na vijftig jaar Antwerpen had ik het daar ook een beetje gezien. Brussel is de enige echte metropool van de lage landen. Zelfs Amsterdam is een dorp in vergelijking met Brussel. De stad heeft merkwaardige kantjes en fantastische plekken, en een zekere ongrijpbaarheid die heel aantrekkelijk is. En tegelijk is het toch een rustige plek om te wonen.
U woont al sinds uw kindertijd in Antwerpen, en nu in Koekelberg. Toch blijft het kantoor in Rotterdam?
Willem Jan Neutelings: Ik heb gestudeerd in Delft en Rotterdam is het wereldcentrum van de architectuur sinds de Duitsers het helemaal platbombardeerden. Na die tabula rasa zijn we zeventig jaar bezig geweest om dat weer op te bouwen. Dat is een permanent experiment, een plek waar alles kan. Bovendien is Rotterdam een goede locatie om zowel in Nederland als in België te werken. We hebben even een kantoor gehad in Antwerpen, maar als je in Gent komt, voel je dat ze liever werken met een bureau uit Rotterdam dan met eentje uit Antwerpen (lacht).
Zitten er nog Brusselse gebouwen in de pijplijn?
Willem Jan Neutelings: We hebben wel wat ijzers in het vuur, maar kunnen er nog niet veel over zeggen. Samen met Conix Architecten ontwerpen we een woonproject van Besix aan de Ninoofsepoort. Dat wordt spectaculair. Het is een prachtige site, langs het kanaal en het park dat momenteel in aanleg is. We hopen eind dit jaar of begin volgend jaar de vergunning aan te vragen. Dan zullen we met het plan naar buiten komen.
Vanwaar toch die terughoudendheid om te communiceren over projecten in Brussel?
Willem Jan Neutelings: Dat heeft te maken met de moeilijke administratieve en politieke molens. De administratieve procedures zijn onduidelijk en er zijn veel verschillende actoren. Voor een ontwikkelaar is dat heel moeilijk. Een negatief artikel of een klein misverstand kunnen alles ondermijnen.
Natuurlijk zou het beter zijn om tot een dialoog te komen tussen ontwikkelaars, politici en buurtbewoners, maar de sfeer ontbreekt. De bouwmeester probeert daar iets aan te doen, maar het is iets wat je moet opbouwen. Er moet vertrouwen groeien. En je hebt een consistent beleid nodig, wat in Brussel niet evident is met alle niveaus.
Het Herman Teirlinckgebouw werd ontworpen voor een nieuwe manier van werken. Daarover lees je meer in het stuk 'Van prikklok naar prestatiegericht: het nieuwe werken in Herman Teirlinck'.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.