Vorig jaar bijna 55.500 dieren gebruikt voor experimenten in Brussel

In 2021 zijn 55.473 dieren gebruikt voor experimenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat staat in het laatste rapport van Leefmilieu Brussel. In 2020 zijn ongeveer evenveel dieren gebruikt (55.688).

Het ging in 2021 vooral om knaagdieren (98,42 procent) en dan voornamelijk muizen (91,46 procent). Dan volgen vogels (1,25 procent) en landbouwdieren (0,30 procent). Ook zijn vijftien vissen en twee konijnen gebruikt. Uit het rapport blijkt tevens dat geen niet-menselijke primaten, carnivoren, paardachtigen, reptielen, amfibieën of koppotigen zijn gebruikt.

De dieren zijn vooral gebruikt voor wetenschappelijke projecten op vlak van fundamenteel onderzoek (68,04 procent), waarbij bijna 40 procent van de dieren voor studies rond oncologie. Dan volgen omzettingsgericht en toegepast onderzoek (15,56 procent) en onderzoek voor gebruik op grond van regelgeving en routineproductie (13,7 procent).

Fundamenteel onderzoek is het deel van de wetenschap dat zich bezighoudt met het onderzoeken van de basismechanismen van een aandoening terwijl omzettingsgericht en toegepast onderzoek de wetenschappelijke kennis en methodologie inzet bij het ontwikkelen van praktisch bruikbare producten en methoden, legt Leefmilieu Brussel uit. Leefmilieu Brussel meldt ook nog in het rapport dat in 2021 meer dan de helft van de gebruikte proefdieren een lichte (42,73 procent) of matige (29,71 procent) ernst hebben ervaren.

Daarnaast ondervond 21,10 procent van de proefdieren een ernstig onbehagen. Ook onderging 6,47 procent van de dieren de volledige proef onder anesthesie, waarbij ze op het einde niet meer bij bewustzijn zijn gekomen. De ernst van de uitgevoerde procedure wordt gebaseerd op de mogelijke pijn, lijden, angst of blijvende schade dat een individu zou kunnen ondervinden, staat nog in het rapport.