Vorst betwijfelt aanranding leerling

De gemeente Vorst voerde intern onderzoek naar een zaak van vermeend seksueel misbruik van een 4-jarig kind tijdens een uitstap van een gemeentelijke school. Uit dat rapport blijkt dat er sterke twijfels bestaan over de feiten. Maar omdat het een unilateraal rapport betreft, is niet iedereen ervan overtuigd dat het misbruik niet is gebeurd.

Het rapport van de gemeente Vorst stelt dat de beschuldigingen heel moeilijk te bewijzen zijn. “Het kindje zou zogezegd betast zijn geweest door de chauffeur van de bus. Maar die is volgens de begeleiders nooit alleen met het meisje geweest,” zegt de burgemeester van Vorst Marc-Jean Ghyssels (PS).

Volgens het rapport zou de inbeelding van het kind aan de basis van haar getuigenis liggen. “Bovendien hebben we nooit een medisch certificaat gekregen waarin de feiten worden bewezen,” voegt burgemeester Ghyssels toe.

Unilateraal rapport

“Dat verbaast me sterk,” zegt Bernard De Vos, kinderrechtencommissaris in Franstalig België. Hij werd als onafhankelijk bemiddelaar aangewezen tussen de ouders van de school en de gemeente Vorst. “Bij mijn weten hebben de ouders hun kind op 13 november 2017 door SOS Enfant laten onderzoeken en was er sprake van seksueel misbruik,” aldus De Vos.

“Het is natuurlijk maar een éénzijdig rapport uitgevoerd door de gemeente zelf,” voegt De Vos toe. “En als er werkelijk niets aan de hand is, begrijp ik niet waarom de burgemeester daar nu pas mee naar buiten komt. Ik wacht liever ook nog het andere onderzoek af.” Ook het Brussels parket is een onderzoek naar de zedenfeiten gestart.

Maanden te laat

De feiten zouden zich in november 2017 hebben afgespeeld, terwijl de ouders pas in februari 2018 werden geïnformeerd. Bovendien bleek de school een tweede klas naar hetzelfde domein op schoolreis te hebben gestuurd nadat ze gewaarschuwd was door de ouders van het slachtoffer. Dat zette kwaad bloed bij de ouders. Zij dienden deze week klacht in voor het niet verlenen van hulp aan personen in gevaar.