Voor de zesde keer heeft Bruss'Help, de organisatie die de hulp aan daklozen coördineert, alle daklozen in het Brussels Gewest geteld. Daarvoor zijn zo'n 250 vrijwilligers in de nacht van 9 op 10 november de straat op getrokken. "Er belanden waarschijnlijk meer mensen op straat, maar er is ook meer opvangcapaciteit."
Vrijwilligers tellen daklozen in heel het Gewest: 'Coronacrisis heeft dubbel effect'
Het is bijna 23 uur en Brussel lijkt wel een spookstad. De straten zijn leeg in het centrum, alleen zien we hier en daar kleine groepjes door de stad wandelen met pen en papier in de hand. Het zijn enkele van de 250 vrijwilligers die deze nacht verdeeld over tientallen zones in het gewest daklozen tellen. De meeste vrijwilligers zijn actief in de sector, maar er doet ook één politicus mee.
Wij volgen vrijwilliger en Brussels parlementslid Juan Juan Benjumea-Moreno (Groen). "Ik ken iemand die bij La Strada (de voorganger van Bruss'Help, red.) werkt, vandaar", vertelt hij. "In het parlement bespreken we het thema regelmatig, maar het op het terrein zien, is nog iets anders."
In de Schildknaapstraat, vlakbij het Muntplein, staat een dakloze man het kartonnen afval te doorzoeken. "Corona bestaat niet, zet je mondmasker af", roept de man wanneer we voorbijwandelen.
Hij steekt de straat over, en duikt voor ons op zijn knieën om zijn rugzak leeg te maken. Die blijkt gevuld te zijn met kasseien. "Ik ga de ruiten van een Carrour-winkel inslaan, want ik werd er opgelicht voor 5,20 euro. Weet je wel hoeveel geld dat is?", zegt de man met tranen in de ogen.
"Kijk, dit is wat ik eet", gaat hij verder, terwijl hij een hard stuk brood bovenhaalt. Of de man de nacht niet kan doorbrengen bij Samusocial, vraagt Benjumea-Moreno. "Daar is het nu te laat voor."
Deze dakloze belandt niet in de gegevens van het Brussels parlementslid, want elke vrijwilliger heeft een duidelijk afgebakende zone gekregen. Vanavond heeft Benjumea-Moreno de opdracht gekregen om daklozen te tellen in metrostation De Brouckère en premetrostation Beurs. "Enkel ondergronds, om dubbele tellingen te vermijden. Bovengronds telt een andere groep", vertelt de politicus.
"Ik ben benieuwd wat de resultaten gaan opleveren, want met de coronacrisis zien we een dubbel effect. Enerzijds belanden er waarschijnlijk meer mensen op straat. We zien ook bij de OCMW's meer steunaanvragen. Maar anderzijds is er nog nooit zoveel opvangcapaciteit geweest."
Verlaten metrostations
Lege trams en metro's rijden langs de lege perrons van De Brouckère. We doorzoeken het hele station, maar treffen niemand op enkele werkmannen na. Zij zijn bezig met de renovatie van het station. "Vreemd, volgens de directeur van Bruss'Help zou dit een van de drukste plaatsen moeten zijn", zegt Benjumea-Moreno. "Misschien blijven ze hier weg door het lawaai van de werken?"
Op de Anspachlaan is het wel muisstil. Er is zo goed als niemand op straat. We wandelen voorbij een paar Roma-mannen, die ongestoord op een matras slapen, voor we op het Beursplein worden aangeklampt door een jongeman. "Hebt u iets om te eten?"
We nemen de trappen naar het premetrostation en zien al snel dat de fietsenstallingen dienstdoen als slaapplaats. Twee Poolse mannen liggen met hun hoofden tussen de fietsrekken, een derde man ligt wat verder te slapen. "Hebben jullie iets om te eten?", vragen ook zij.
Verderop ligt iemand naast de lift op de grond, helemaal ingepakt met een bruin-wit geruit deken. Vanop een afstand - de vrijwilligers worden gevraagd om de daklozen niet te storen-probeert Benjumea-Moreno de persoon uit verschillende hoeken te bekijken. Maar of het een man of een vrouw is - belangrijk voor de statistieken - komen we niet te weten.
'Nog nooit meegemaakt'
Het is iets na middernacht wanneer we alle daklozen in het premetrostation gezien hebben - op de twee Polen na was iedereen aan het slapen - en terug naast het Beursgebouw staan. In een zijstraatje heeft een groep Roma-mannen een minikamp opgesteld met matrassen en dekens.
"Waar kom je vandaan? Spanje?", vraagt een van de mannen aan Juan Benjumea-Moreno. Ze slaan een praatje in het Spaans. "In Spanje heb ik in de velden gewerkt. Drie dagen geleden ben ik hier aangekomen. Er werd me verteld dat er werk zou zijn, maar er is niets. Door corona is er nergens werk. Dit heb ik nog nooit meegemaakt."
Na een uur tellen heeft het Brussels parlementslid in zijn zone alleen zes daklozen gevonden. Hoeveel daklozen de meer dan 200 andere vrijwilligers geteld hebben, weten we pas binnen enkele maanden. "Sowieso is de telling op straat slechts één onderdeel waarmee we 500 tot 1.000 mensen op straat terugvinden", zegt beleidsmedewerker bij Bruss'Help Frank Vanbiervliet. "De rest van onze gegevens halen we op bij organisaties als Samusocial en Fedasil."
Bruss'Help kijkt niet alleen naar het aantal mensen dat op straat slaapt, maar ook naar de mensen die verblijven in onder meer kraakpanden en opvangcentra. Bij de laatste telling in 2018 waren er 4.187 dak- en thuislozen in Brussel, waarvan vrijwilligers er toen 759 op straat hebben geteld.
Hoe ervaren daklozen de tweede lockdown?
"Sinds de avondklok is ons leven moeilijker geworden", zegt Sebastien (28) aan de Naamsepoort. "Mensen zitten thuis opgesloten en ik moet elke dag geld vinden om te overleven. Mensen aanspreken voor hulp is nu moeilijker geworden. Sinds iedereen mondmaskers draagt, bekijken mensen ons anders, alsof ze bang zijn."
"Er zijn minder mensen op straat, maar verder heeft de lockdown voor mij niet veel veranderd", vertelt vijftiger Jawad, die dag en nacht te vinden is op de Pachecolaan. "Ik wil niet naar de noodopvang, zeker nu niet, met de pandemie. Daar zitten mensen veel te dicht bijeen."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , daklozen , dakloosheid , Bruss'Help
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.