Analyse

Waarom we allemaal in onze bubbel leven

Bram Van Renterghem
© BRUZZ
24/05/2018

| Waarom we allemaal in onze bubbel leven.

Brussel is, na Dubai, de meest kosmopolitische stad ter wereld. Maar het ‘multiculti-ideaal’, waarbij we vrolijk in verschil samen leven, is het niet geworden. Eerder leven we naast elkaar, elk in onze bubbel. Hoe komt dat? Moeten we daar iets doen? Kunnen we daar iets aan doen? Hoogleraar sociale psychologie Alain Van Hiel (UGent) legt het uit.

Soort zoekt soort

“De oorspronkelijke ambitie dat we hier allemaal dansend de multiculturele droom zouden beleven, is niet iets wat je uit sociaal-psychologisch perspectief zou verwachten. Veel eerder is het zo dat gelijken elkaar opzoeken: soort zoekt soort,” zegt Alain Van Hiel. “Je ziet dat ook in vriendschaps- en in liefdesrelaties: partners lijken veel meer op elkaar qua opleiding, attitudes, rijkdom en zelfs schoonheid dan je op basis van toeval kan verwachten.”

Waarom zijn wij toch zo op zoek naar het gelijke? “Het idee dat we onszelf graag gereflecteerd zien in de omgeving is een mogelijke verklaring. Maar omgekeerd hebben mensen die elkaar graag hebben, die ‘goed overeenkomen’, ook de neiging om die ander non-verbaal na te bootsen. Dat is een automatisch proces. Gelijkheid kun je dus zien als suiker voor sociale relaties.”

Van Hiel BRUZZ ACTUA 1617

Hoofddoek

Dat ‘soort zoekt soort’ geldt natuurlijk niet alleen voor mensen met dezelfde etnisch-culturele achtergrond. Ook Brusselaars met een gelijke opleiding, werk of politieke gezindheid zoeken elkaar op. Toch lijkt de scheidingslijn vandaag vooral langs het etnisch-culturele te lopen.
Van Hiel: “Niet verwonderlijk, het is een van de eerste dingen die opvallen. Welke opinie iemand heeft, staat niet op zijn of haar gezicht af te lezen. In dat opzicht beklemtoont bijvoorbeeld een hoofddoek nog eens het verschil. ‘Die persoon is niet de onze,’ denkt de ander dan. Maar die persoon wil natuurlijk aanvaard worden zoals hij is. En niet onder voorwaarden.”

Onverdraagzaam

Niet alleen denken we in wij en zij, ook ligt onverdraagzaamheid altijd op de loer. Dat wordt vaak evolutionair verklaard: de andere groep is dan een bedreiging bijvoorbeeld voor de voedselinzameling of voor het voortbestaan van de groep. Een experiment van sociaal psycholoog Henri Tajfel toont alvast dat het diep in ons zit.
Van Hiel: “Tajfel wilde tot een basissituatie komen waarin er twee groepen zijn die elkaar niet discrimineren. Het is hem nooit gelukt. In zijn experiment deelde hij een klas in twee op basis van iets onnozel als het opgooien van een muntje. Vervolgens moest elke leerling kleine geldsommetjes verdelen. Wat bleek? Altijd bevoordeelde men de eigen subgroep, ook al wist men niet wie er nog in die groep zat.”

"Met de eerder beperkte wervingskracht van de Belgische nationaliteit, is het misschien beter in te zetten op stadsidentiteit"

Alain Van Hiel, hoogleraar Sociale Psychologie

Alain Van Hiel, hoogleraar sociale psychologie (UGent)

Kliekjes

Een grote etnisch-culturele diversiteit heeft ook een effect op de stad. Dat onderzocht de Amerikaanse politicoloog Robert Putnam, bekend van zijn boek Bowling Alone. Hij kwam tot de vaststelling dat een grote aanwezigheid van minderheden de sociale samenhang in de maatschappij ondergraaft. In buurten waar veel minderheden wonen, trekken mensen zich terug ‘als een schildpad in zijn schild’. Het vertrouwen neemt af - zelfs het vertrouwen binnen de eigen groep - net als samenwerking en vriendschappen.
“Vervolgonderzoek wees uit dat dit soort effecten meer in de Verenigde Staten spelen dan in Europa. Bleek dat, behalve het spreken van een andere taal, vooral segregatie zulke nadelige effecten oproept. En daar zijn de Europese steden te klein voor, hier kom je elkaar tegen. Al wil dat niet zeggen dat je elkaar ook echt ontmoet,” zegt Van Hiel.

Orbans punt

Ook in Brussel zijn er wijken waar minderheden in hun eigen wereld blijven hangen. Parallelgesellschaften heet dat in het Duits, met een etnische economie en eigen verenigingsleven, waar men niet geneigd is buiten te treden.

Nieuwe massamigratie verergert dat, zegt de Britse econoom Paul Collier (Oxford). Migrantenbuurten werken immers als magneten op nieuwkomers van hetzelfde thuisland, en breiden zich dan als inktvlekken uit. Volgens Collier kun je beter investeren in de ontwikkeling van thuislanden.

“Politici kunnen niet blind zijn voor het leed aan de grenzen van Europa,” zegt Van Hiel. “Maar wanneer je vooral kiest voor maatschappelijk weefsel, moet je migratie aan banden leggen. Ik vind het dan ook wat makkelijk om Oost-Europa met schuld en schaamte te overladen omdat ze geen migranten willen, terwijl het hier in media en politiek elke dag over integratieproblemen gaat. Wijzelf geven niet echt het goeie voorbeeld.”

Alain van Hiel BRUZZ ACTUA 1617

De grote groep

België zet in op multiculturaliteit, waarbij allochtonen aangemoedigd wordt de eigen cultuur te behouden – bijvoorbeeld door het allochtone verenigingsleven te subsidiëren. Andere landen zetten meer in op assimilatie, waarbij allochtonen zich zo veel mogelijk aan de heersende cultuur moeten aanpassen.

Uit onderzoek blijkt dat dat laatste tot meer integratie leidt, al nuanceert Van Hiel een en ander. “Die studies zijn minder kwalitatief, want landen vergelijken is moeilijk. Maar het helpt inderdaad niet om de verschillen te beklemtonen. Of: zo’n beleid moet je zeker flankeren met initiatieven die bevolkingsgroepen dichter bij elkaar brengen. Het is niet zo’n ramp dat mensen hun eigen identiteit centraal stellen.

Het is wel een ramp dat er geen nationale identiteit is, iets dat ons bindt.”
“Met de eerder beperkte wervingskracht van de Belgische nationaliteit, is het misschien beter in te zetten op stadsidentiteit. Want mensen voelen zich wel Brusselaar of Gentenaar. Ook dat werkt unificerend.”

Moeite doen

Sociale mobiliteit is belangrijk. Een gebrek eraan leidt tot religieus conservatisme bij minderheden en meer xenofobie bij autochtone jongeren als tegenreactie, betoogt Maurice Crul (VU Amsterdam). Discriminatie tegengaan dus. En uit je schulp komen.
Van Hiel: “Het is niet omdat je door elkaar woont, dat je elkaar ook echt ontmoet. De buurt blijft het meest geschikte niveau om elkaar te leren kennen. Een sterke buurtwerking kan tot samenwerking en echt contact leiden.”
“Ook de school kan helpen. Als je in Brussel gemengde groepjes over straat ziet lopen, is het vaak schoolgaande jeugd.”
“Je mag er niet zomaar vanuit gaan dat een etnische mix op school leidt tot contact tussen bevolkingsgroepen. Zeker bij informele contacten laten studies zien dat men bijvoorbeeld in aparte groepjes gaat zitten in de refter. Dat moet je actief tegengaan, onder meer door coöperatieve leervormen in te zetten. We moeten diverse ontmoetingen beginnen te regisseren.”

Alain Van Hiel is hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit Gent. In 2016 bracht hij het boek "Iedereen racist: de multiculturele droom ontleed" uit.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Samenleving , Alain Van Hiel , kosmopolitische stad

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni