De vogels lijken zich weinig aan te trekken van de lockdown. Wel zijn ze plots een stuk populairder geworden. Steeds meer mensen zijn dezer dagen gecharmeerd van onze gevederde vrienden. “Alsof ze anders met oogkleppen op leven,” zegt een vogelkenner.
| Niels Goulem volgt de vogeltrek boven Etterbeek.
Vogelzangles per skype
Typisch voor vogels: soms zie je ze eerst, soms hoor je ze eerst. Een beginnende vogelaar moet dus ook hun gekwetter leren te onderscheiden. De meeste Brusselaars herkennen wel het roe-koe-koe van de alomaanwezige houtduif en het gekrijs van de halsbandparkieten.
Maar verder? Ornitholoog Niels Goulem erkent dat het heel lastig is om de vogelgeluiden uit elkaar te houden en te herkennen. “Bovendien zijn er twee geluiden: er is de zang van de mannetjes, bedoeld om hun territorium af te bakenen en een vrouwtje te lokken, en er is de roep waarmee vogels alarm slaan of in contact treden met soortgenoten. Heel verwarrend allemaal in het begin.”
Een goed werkende app die vogelgeluiden herkent, een ‘vogel- shazam’, is er helaas niet. Wel zijn er op het internet tal van tutorials en bieden Natuurpunt en de Franstalige tegenhanger Natagora allerlei cursussen met theorie en praktijk in de natuur aan.Die zijn vanwege corona allemaal geschrapt. Een van de lesgevers, Natagoragids Vincent Louwette, kwam op het idee om zijn cursus vogelzang dan maar via skype te geven. Een schot in de roos, zo blijkt. “Ik begin al aan mijn derde reeks van vier lessen,” vertelt hij. Normaal gezien organiseert hij de cursus in de Luikse bossen en komen de cursisten allemaal uit de buurt.
“Nu is er een Fransman bij en een Belg die in Berlijn woont. Ik bereik nu ook natuurliefhebbers die minder buiten komen of mensen met een beperking.” Wie alvast op eigen houtje aan de slag wil, kan volgens Niels Goulem het best beginnen met de ‘makkelijke’ zangers, de koolmees bijvoorbeeld, die bijna steeds dezelfde noten zingt, tie-du tie-du tie-du, tie-tie-du tie-tie-du, net een oude fietspomp, of de tjiftjaf die zijn eigen naam roept. “Iets moeilijker is de merel, die niet volgens een vast stramien, maar geheel vrij de mooiste deuntjes fluit.”
Het leek de afgelopen weken alsof de natuur ter compensatie van de coronabeproeving extra haar best deed. De zon scheen bijna de hele maand april, de bloesem schitterde en de vogels fl oten dat het een aard had. Veel mensen hebben zelfs de indruk dat de vogels dit jaar helderder zingen dan ooit.
Ornitholoog Mario Ninanne relativeert. “Het is lente, dan zingen de vogels het meest,” zo vertelt hij aan de telefoon. Op de achtergrond klinkt luid gekwaak en getjilp van vogels. Ninanne is beheerder van het Vuurkeien Domein, een natuurreservaat in Watermaal-Bosvoorde dat met zijn grote vijver en graslanden een paradijsje is voor ijsvogels, futen, ganzen, meerkoeten en andere watervogels. Wat volgens hem deze lente wel anders is, is de afwezigheid van geluidsvervuiling.
“Je hoort de vogels nu gewoon veel beter, omdat er geen lawaai van vliegtuigen en auto’s is.” Nog een verschil: door de quarantaine moeten de mensen thuisblijven. Veel verder dan hun balkon, hun tuin of een park of bos in de buurt komen ze niet. “De mensen zijn rustiger, ze hebben minder afleiding en hebben daardoor de tijd om stil te staan bij de natuur, de bomen, de bloemen, de insecten, de kikkers en ook de vogels.”
Normaal gesproken is het reservaat elke zaterdag geopend voor publiek, maar om een te grote toeloop te vermijden, blijft het domein voorlopig dicht. Ninanne wordt echter bestookt met mails en telefoontjes van mensen die de natuur in trekken en willen weten wat ze hebben gehoord of gezien.
“Ze zijn niet gewend om waarnemingen te doen en sturen mij dan een foto of een geluidsopname. Gisteren nog kreeg ik de vraag van mensen die bij de vijvers van Woluwe een oeverloper meenden te hebben gezien. Ze waren heel verbaasd omdat oeverlopers eigenlijk altijd in de buurt van de zee vertoeven. Ik heb hen uitgelegd dat die vogels op weg zijn naar het noorden en daarbij over het binnenland vliegen. Mensen ontdekken allerlei dingen die ze niet kenden.”
Gratis app
Ook bij Natuurpunt merken ze dat de aandacht voor vogels is toegenomen. “Wij kregen de afgelopen tijd meer foto’s en vragen om uitleg,” zegt woordvoerster Natalie Sterckx. De organisatie speelde op de groeiende belangstelling in door extra fi lmpjes op Facebook te zetten en de gratis app ObsIdentify opnieuw te promoten.”
Met de app kun je zowat alles wat je in de tuin tegenkomt, van onkruid via slakken tot vogels, een naam geven, determineren zoals dat in biologenjargon heet. “Je maakt een foto en binnen enkele seconden heb je het antwoord,” zegt Sterckx. De app bestond al een tijd, maar Natuurpunt had hem net begin dit jaar in een nieuw kleedje gestoken. “De afgelopen weken stond hij regelmatig op nummer 1 bij de educatieve apps in de appstore.”
Dat vogels aan populariteit winnen is mooi meegenomen voor de vogelclub die Martine Wauters in Jette van de grond wil krijgen. De oprichting kende een moeilijke start: bij de eerste activiteit in februari regende het pijpenstelen. Toen de tweede wandeling moest plaatsvinden, was de quarantaine net ingezet.
Ondertussen merkt Wauters wel dat velen zich plots het bestaan van vogels lijken te herinneren. “Mensen hebben tijd, sommigen vervelen zich. Plots zien en horen ze dingen die er altijd waren. Het is zoals bij een fi lm van Jacques Tati. Details van het alledaagse leven vinden we opeens erg vermakelijk.”
Wauters stelt het vast telkens als ze buitenkomt. “Mensen weten ondertussen dat ik veel met vogels bezig ben en spreken me aan: ‘ik heb die of die vogel gezien.’ Ik merk dat ze het echt leuk vinden.” Wauters is al van kindsbeen af gepassioneerd door vogels.
“Het is wonderlijk wat ze teweeg kunnen brengen. Als ik een moeilijke dag heb op het werk en ik zie of hoor ergens een zwarte roodstaart, vergeet ik alles, dan ben ik meteen ontspannen. Het werkt voor mij als een soort van mindfulness.” Vogels brengen mensen ook samen.
“Is er een nest slechtvalken boven in de toren van de kathedraal, dan zie je beneden mensen van diverse pluimage – toeristen, ambtenaren, daklozen – samen een praatje maken.”
Ook voor haar eigen natuurbeleving was de quarantaine een revelatie. De eerste drie weken zat Wauters, vanwege een spierscheuring, letterlijk gekluisterd aan haar appartement, op driehoog. Zelfs een tochtje naar het vlakbij gelegen Dielegembos of Boudewijnpark zat er niet in. Ze nam dan maar de gewoonte aan om vanuit het raam aan de straatkant naar vogels te speuren, de verrekijker in de aanslag.
“Als de buurvrouw een sigaretje komt roken aan haar raam, hebben we het over de eksters die nesten aan het maken zijn of over de houtduiven die weer eens aan het vechten zijn.”
“De roep van de gierzwaluw is voor mij hét geluid van een mooie zomeravond”
Ook ontdekte ze de mogelijkheden van haar balkonnetje achteraan, tot dusver vooral een rommelplek. “Ik heb een deel van de brol weggehaald en een zeteltje neergezet.” Daar zat ze de afgelopen weken uren op de uitkijk. 36 soorten heeft ze inmiddels gespot, meesjes en merels, maar ook kwikstaartjes, blauwe reigers en zelfs putters en een boomvalk. “Ik weet nu met zekerheid dat er huismussen in mijn buurt leven. Vroeger kon ik het, met al dat omgevingslawaai, nooit goed horen.”
Of de vogels beter gedijen in coronatijden? “Voor hen verandert er niet veel. Nu het stiller is op straat, kunnen zij het aantal decibels van hun zang iets terugschroeven. Anderzijds hebben sommige mensen van de quarantaine gebruikgemaakt om hun tuin helemaal netjes op te ruimen en de hagen te snoeien. Dat is pech voor die vogels die tussen hagen, takken en bladeren hun voedsel vinden en er schuilen.”
De grote favoriet van Wauters is de gierzwaluw. Sinds tien jaar wijdt ze een flink stuk van haar leven aan die trekvogel, die zijn nest bouwt in de gaten in huizen, indien mogelijk
elk jaar in hetzelfde gat. “Een betoverende, maar bedreigde vogel. De Brusselse gebouwen worden steeds beter geïsoleerd en er zijn dus minder openingen.”
Haar passie blijkt niet alleen uit het mondmasker met zwaluwmotiefje dat ze draagt, maar ook uit de ontelbare gierzwaluwattributen die ze in de loop der jaren verzameld heeft in haar woonkamer – behalve boeken, nestkasten en prenten ook borduurwerkjes, T-shirts, een klok en wijnflessen L’envol de Martinet met gierzwaluw-etiket. Deze vogels met hun karakteristieke, schrille roep – sriii, sriii, sriii imiteert Wauters – zijn op dit moment weer volop aan het terugkeren. “Voor mij de mooiste tijd van het jaar.”
“Mensen hebben tijd, sommigen vervelen zich. Plots zien en horen ze dingen die er altijd waren”
Topmaanden
Ook voor ornitholoog en bioloog Niels Goulem uit Etterbeek is het elk jaar feest als de gierzwaluwen in het land zijn. “Het is een sfeervogel,” zegt hij. “Hun roep is voor mij hét geluid van een mooie zomeravond. Een roséke erbij en het is perfect.”
Niet alleen de gierzwaluw, maar alle trekvogels boeien Goulem. “De trek waarnemen is fascinerend. Het gaat erom zoveel mogelijk verschillende soorten te zien. Wat ook een kick geeft, zijn bijzondere trekbewegingen, hele grote aantallen van een bepaalde soort bijvoorbeeld,” legt hij uit.
Dit zijn topmaanden. In april en mei vliegen miljoenen trekvogels vanuit Afrika en Spanje naar hun broedplaatsen in het noorden. Normaal gesproken zou Goulem in deze periode vaak te vinden zijn in een natuurreservaat of aan de kust om daar, samen met een heleboel andere vogelkijkers, de doortocht te observeren. Maar dat kan nu niet.
Gelukkig heeft hij ook vanaf zijn ruime dakterras, dat omringd is door pakhuizen, een perfect uitzicht op de hemel. “Het is zelfs een voordeel dat alle vogelkijkers nu in of rond hun huis blijven. Doordat ze niet samentroepen op enkele plekken, maar verspreid zijn, worden er meer bijzondere vogelsoorten waargenomen. Dit jaar zijn er al vier arenden gezien, andere jaren hooguit twee.”
Zelf heeft Goulem de afgelopen weken ook al enkele zeldzame vogels gespot, met dank aan de quarantaine. “Ik werk nu van huis uit en sta tijdens de week vaak bij zonsopgang op om nog voor ik aan de slag ga een uurtje door mijn telescoop naar vogels te turen. Dat doe ik anders alleen in het weekend. Ik heb al meer gespot dan verwacht. Een vale gier bijvoorbeeld, die had ik nooit eerder gezien, en ook twee reuzensterns.”
Goulem beperkt zich niet tot kijken. Met speciale opnameapparatuur neemt hij ook de nachtelijke geluiden van de vogels op. “Tot voor kort waren we maar met enkelen in Europa die dat deden, maar sinds corona lijkt het of elke vogelliefhebber wil weten wie er ’s nachts boven zijn huis vliegt.”
Hoewel Goulem tegenwoordig vooral focust op de trek, kan hij ook nog ongelofelijk genieten van een paar vogeltjes in de tuin. “Zo ben ik als kind ook begonnen, met naar meesjes te kijken in de tuin.”
Wat een beginner eigenlijk nodig heeft? “Twee dingen die je kan kopen en een derde dat niet te koop is,” zegt Goulem. “Je moet een degelijke verrekijker aanschaffen en een goede gids. De bijbel onder de vogelaars is de Collins Bird Guide, in het Nederlands ANWB Vogelgids. Maar even onontbeerlijk is het om met ervaren vogelkijkers mee op pad te gaan en van hen te vernemen wat je ziet en hoort. Daar leer je heel veel van.”
Vogeltjes luisteren
Ornitholoog Niels Goulem raadt debuterende vogelliefhebbers aan met de makkelijke zangers te beginnen: via de QR-codes hiernaast is het gezang van merel, koolmees en tjiftjaf te beluisteren.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Milieu , vogels , vogeltrek , besmetting coronavirus
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.