Wiels-directeur wil ook in 2011 de verwachtingen overtreffen

Sam Steverlynck, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
06/01/2011
Wiels heeft een topjaar achter de rug. Drie jaar na de start gaat het Brusselse centrum voor hedendaagse kunst moeiteloos de concurrentie aan met het Smak in Gent en het Muhka in Antwerpen. En met de expo van Francis Alÿs, goed voor weldra dertigduizend bezoekers, staat Wiels ook internationaal op de kaart. Een blik op 2011 met directeur Dirk Snauwaert.

W iels kwam dit jaar vooral met geldperikelen in de nationale media. Ten onrechte. Het kunstencentrum heeft in drie jaar tijd haast geruisloos een prominente plaats opgeëist in het Brusselse culturele landschap. Daarvoor hebben blockbusters als Francis Alÿs gezorgd, maar ook kleinere experimentele tentoonstellingen slaan aan bij een steeds internationaler publiek. Het Duitse kunstblad Monopol noemt Brussel onomwonden het nieuwe Berlijn. De ene galerie na de andere opent de deuren. Brussel is hip.

Directeur Dirk Snauwaert smeedt het ijzer terwijl het heet is. Ook volgend jaar ziet er veelbelovend uit. In februari begint de overzichtstentoonstelling van videokunstenaar David Claerbout, in mei wordt de Brusselaar Sven Augustijnen in de kijker gezet, en in het najaar staat de Poolse beeldhouwster Alina Szapocznikow centraal.
"Het zal de eerste keer zijn dat we een overleden kunstenaar programmeren," vertelt Snauwaert. "Onze basisregel is dat we geen kunstgeschiedenis schrijven, dat we alleen de actualiteit bijtimmeren. Maar voor Szapocznikow maken we graag een uitzondering. Ze maakte deel uit van een trio vrouwelijke kunstenaars uit de Europese popbeweging, herontdekt door het feminisme. Szapocznikow is een mythische figuur van de naoorlogse Poolse kunst. Dat heeft ook met haar leven te maken. Ze overleefde de concentratiekampen, het stalinisme, de Koude Oorlog. Ze was een tijdje staatskunstenares, zocht asiel in Parijs... Wat het helemaal uitzonderlijk maakt: het is de eerste door ons georganiseerde tentoonstelling die nadien door het Moma in New York wordt overgenomen."

Als u kijkt waar Wiels nu staat, is dat dan zo ongeveer wat u verwacht had?
Dirk Snauwaert: "Ik ben een contextualist. Ik ben geïnteresseerd in het raamgebeuren van wat toelaat dat iets ontstaat. Wat is onze context? Er is vooreerst de afgelegen locatie van Wiels: we liggen ver van de Kunstberg. De druk van de cultuurindustrie is hier anders. Daarnaast is er ook het avant-gardistische gebouw waarin we gehuisvest zijn. Er is nog een utopische rest die nog niet is opgedroogd. We hebben ook al twee jaar op rij kunstenaars in residentie en educatieve activiteiten. Al die elementen dragen bij tot wat Wiels vandaag is."

Vindt u dan dat u staat waar u verwacht had te staan?
Snauwaert: "Als je in Brussel iets begint, dan stel je die vraag niet. Omdat hier zo ongeveer alles onmogelijk gemaakt wordt. Brusselaars zijn mensen die zichzelf graag saboteren."

Maar u kunt best fier zijn op wat u bereikt heeft. Wiels is een sterk merk geworden.
Snauwaert: "Ondanks alle financiële perikelen zullen we tot onze eigen verbazing het jaar afsluiten met een omzet van meer dan twee miljoen euro. Dat overtreft alle verwachtingen."

De inspectie Financiën heeft in maart de Beliris-renovatiebudgetten geblokkeerd. Hoe staat het daar nu mee?
Snauwaert: "Dat sleept aan. Wiels is hierop bijna gekapseisd. Maar er is een oplossing in zicht. Onze raad van bestuur werkt daar hard aan."
De werking van Wiels krijgt vooral subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. De Franse Gemeenschap stemt nu ook in met een toelage. Is dat wel een goed idee? Flagey bewijst dat een co-communautaire subsidiëring niet altijd heilzaam is.
Snauwaert: "Wij drómen van een scenario als Flagey. De fout bij Flagey is dat toenmalig minister van Cultuur Bert Anciaux een uitsluitend politiek samengestelde raad van bestuur heeft geïnstalleerd. Dat kun je bij een culturele instelling niet doen. Affiniteit met kunst moet primeren."

Volgend jaar beslist de Vlaamse Gemeenschap over de toelagen voor beeldende kunst voor de komende jaren. Ziet u dat positief tegemoet?
Snauwaert: "De Vlaamse Gemeenschap heeft ons al laten verstaan dat de subsidies zeker niet stijgen. We moeten dus consolideren wat we hebben. Maar daar ben ik het niet mee eens. Wij zijn in twee jaar tijd tot een 'grote instelling' uitgegroeid en dus moeten we ook in die categorie gesubsidieerd worden. Wij vragen hetzelfde als de Kunsthalle-activiteit van het Smak. Vandaag krijgen we iets minder dan Argos, en evenveel als Netwerk in Aalst. En wat de Franse Gemeenschap betreft: we krijgen de helft van het Iselp. Dat zegt niets en alles tegelijk..."

Gewest en gemeente hoopten met Wiels op een effect op de buurt.
Snauwaert: "Vragen over gentrificatie (opgeknapte buurten lokken rijker volk, maar jagen armere mensen weg, red.) zijn listig. Wiels is een prestigieus gebouw. Maar dat was het zestig jaar geleden ook al. Laten we zeggen dat we de depressie hebben helpen stoppen. Wiels was een domper op de buurt, een loden deksel. Dat is nu verdwenen. En ja, nu komen hier ook lofts. Maar de huizenprijzen hier zijn niet hoger dan in de rest van Brussel."

Van de drie grote centra voor hedendaagse kunst in Vlaanderen - Muhka, Smak en Wiels - zijn jullie de enige zonder collectie. Is dat een nadeel?
Snauwaert: "Dat is een nadeel, maar ook een voordeel. We transporteren geen ballast. Een verzameling in huis hebben is een gigantische opgave. Ze moet bewaard worden, gerestaureerd en getoond. Het is trouwens frappant dat u de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) niet vermeldt. Waarom worden de federale instellingen in de culturele overzich­ten systematisch vergeten? Actuele kunst is ook hun opdracht. Want als wij onze positie in Brussel bepalen, dan is dat niet ten aanzien van het Muhka of het Smak, maar ten aanzien van de KMSK en Bozar."

Bozar programmeert ook hedendaagse kunst. Kan Wiels zich makkelijk onderscheiden?
Snauwaert: "Wat Bozar brengt, grote historiserende overzichten, is precies wat wij vermijden. Om het wat iconoclastisch te stellen: Bozar gaat voor prestige, wij voor inhoud. Er zijn nu eenmaal instellingen nodig om met fanfares en toeters en bellen de verjaardag van een kunstenaar of van een land te vieren. Dat is ceremoniële cultuur waar wij gelukkig buiten vallen."

Brussel is op cultuurgebied een hippe stad geworden. Speelt Wiels daarin een rol?
Snauwaert: "Dat moet u aan een buitenstaander vragen. Ik zie wel een nieuwe dynamiek. Vandaag komen bijvoorbeeld Duitse kunstverzamelaars naar Brussel die eerst het Magritte Museum aandoen en vervolgens Wiels en dan op zondag galerieën bezoeken."

Vooral Vlaanderen subsidieert Wiels, maar een Vlaamse vlag zult u niet snel hangen. Sommigen zullen daarin een gebrek aan Vlaamse fierheid zien.
Snauwaert: "We hebben een hele batterij vlaggen, voor onze openingsceremonie. Maar door een protocollaire fout werd de politieke deelname aan die ceremonie afgevoerd en hebben we dan maar meteen de vlaggen in de doos gelaten."
"Ik houd niet van nationalisme. Ook niet van Belgisch nationalisme. Kunst moet de contradicties van het nationalisme juist blootleggen en ze laten botsen. Ik sta er soms van te kijken wat er allemaal gezegd wordt over de andere gemeenschappen in België en over welk regime gehanteerd zou moeten worden in Brussel. Ik kijk met veel argwaan naar de 93/7-regel (communautaire verdeelsleutel in Brussel, red.) die een aantal viceministers hebben voorgesteld. Dat lijkt me heel dicht te komen bij wat we in de Balkan hebben gezien. Kunst kan hiertegenover alleen maar subversief zijn. "
"Aan de andere kant ben ik heel ongerust over Brussel als een akkoord uitblijft. Sommige Vlaamse partijen zullen zeggen: 'We zetten Brussel in quarantaine en zien wat er gebeurt.' Ik kan als hoogopgeleide Europeaan moeilijk aanvaarden dat dertig procent van de bevolking hier in armoede leeft. Dat er 22 procent structurele werkloosheid is. Dat is menselijk gezien niet aanvaardbaar."

--------------------------------------------------------------------

Dirk Snauwaert werd in 1963 geboren in Tielt. Hij studeerde Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Gent.
Van 1989 tot 2005 was hij programmasamensteller bij Bozar, en van 1996 tot 2001 directeur van Kunstverein München. Sinds 2005 leidt hij Wiels.
In 2009 was hij curator van het Belgische paviljoen op de 53ste Biënnale van Venetië.
Hij woont in Brussel sinds 1988.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Vorst , Samenleving , Cultuurnieuws , Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni