Een kind krijgen in Brussel is niet echt anders dan elders, behalve als je er niet de juiste hulp vindt. Het aanbod is er zeker, van organisaties die babyspullen voorzien tot groepsactiviteiten voor jonge mama's, al hebben die allemaal een tik gekregen door corona. Vier zwangere of pas bevallen moeders loodsen lotgenoten door hun parcours.
| Zwanger of net mama in Brussel: Caroline Sleewagen, Hilke Andries, Asian Nurcan en Emi Catteeuw.
Toen ik pas wist dat ik zwanger was, dacht ik: 'Ha, wat nu?' (lacht). Het was wel gepland, maar zodra je het weet, volgt toch een lichte paniekaanval. Ik heb gewoon naar Wheel of Care gebeld omdat ik hen kende via een vriendin die er heel tevreden over was. Zij volgen mij nu op.” Emi Catteeuw (31) is vijf maanden zwanger en krijgt alle informatie die ze nodig heeft via de Brusselse vroedvrouwenpraktijk Wheel of Care. “Ik besefte onlangs dat mijn huisarts helemaal niet weet dat ik zwanger ben, wat soms wat raar is. Kind en Gezin belde me dan met informatie over andere organisaties, zoals Zwanger in Brussel, maar ik had al gekozen voor Wheel of Care, dan wil ik niet beginnen te 'shoppen' bij andere hulpverleners. Voor een eerste kind is het best wel moeilijk om door het bos de bomen nog te zien. Er is soms wat te veel informatie.”
Een kind krijgen in Brussel is een zoektocht naar de juiste medische hulp, babywinkels, crèches en administratie. Elk jaar worden ongeveer 23.000 kinderen geboren in Brussel, van wie net geen driekwart daar ook zal wonen. De andere hebben meestal ouders uit Vlaams- of Waals-Brabant. Die driekwart komt neer op bijna 17.000 Brusselse geboortes per jaar, met evenveel moeders en vaders die hun weg moeten vinden binnen de Brusselse babymarkt.
“Ik ben nu zeven maanden zwanger en me volop aan het verdiepen in het aanbod van Brussel,” vertelt Hilke Andries (35), die een eerste kindje verwacht in januari. Ze heeft net nog een workshop rond meertalig opvoeden gevolgd bij het Huis van het Kind, waar ze onlangs ook al leerde hoe je een baby'tje in een draagdoek draagt. Allebei online weliswaar, want corona heeft de groepssessies geschrapt.
“Ik was met zwangerschapsyoga begonnen in Gemeenschapscentrum De Kriekelaar, maar dat is nu gestopt. Ik word opgevolgd door de vroedvrouwen van Zwanger in Brussel, maar bepaalde workshops moeten we nu via Zoom volgen. Dat is jammer, want ik had gehoopt om in contact te kunnen komen met andere zwangere vrouwen. Je voelt je toch wat alleen in de zoektocht.”
De juiste start
Een zoektocht die begint bij de juiste huisarts en gynaecoloog. Of via vroedvrouwenpraktijken zoals Wheel of Care, Zwanger in Brussel en – aan Franstalige kant – Arbre de Vie of Safems. Die eerstelijnswerkers kunnen de vrouwen doorverwijzen naar het volledige hulpaanbod in Brussel, van zwangerschapsyoga tot wandelingen in groep, van tweedehandsbabywinkels tot de hele papierwinkel aan premies en verzekeringen. Een goede start is dan goud waard.
“Ik wist pas in januari dat ik zwanger was. Zelf dacht ik gewoon dat ik wat overtijd was, maar mijn huisarts wilde toch een bloedtest doen. Toen die positief was, heb ik meteen een gynaecoloog gezocht.” De Anderlechtse Asian Nurcan (35) is eind augustus bevallen van haar eerste kindje Lena. Ze is alleenstaande moeder, halftijds werkloos en halftijds afhankelijk van het OCMW, waar ze een medische kaart heeft. “Ik ben naar het ziekenhuis gegaan dat het dichtst bij mij lag, Joseph Bracops, voor een afspraak bij de gynaecoloog. Pas later hebben ze mij gezegd dat ze daar geen bevallingen doen. Dat zou nochtans logisch zijn in een ziekenhuis? Maar als je het niet vraagt, dan weet je het niet.”
Asian moest dus wisselen van gynaecoloog, zodat ze toch in een ziekenhuis kon bevallen. Dat werd de Clinique Sainte-Anne-Saint-Remi, een duurder ziekenhuis in haar gemeente. “Gelukkig kon het OCMW wat bijleggen. Ik ga nu zelf weer naar Joseph Bracops voor de pediatrie en gynaecologie,” zegt ze.
Tijdens de zwangerschap kreeg ze wel alle informatie die ze nodig had. Het OCMW verwees haar door naar het Huis der Gezinnen, dat haar kinderkleertjes gaf en haar verder doorverwees naar wijkgezondheidscentrum Medikuregem. Daar kon ze meedoen aan een reeks groepssessies met drie andere zwangere vrouwen.
“Dat was echt fijn, want ze leggen je allerlei dingen uit over hoe je een mama kan zijn. Er kwamen ook moeders hun eigen ervaringen delen. Nu iedereen intussen bevallen is, zou het leuk zijn om elkaar nog eens terug te zien,” zegt Asian.
Door de coronamaatregelen heeft Medikuregem nog geen terugkomsessie voor Asians groep kunnen organiseren. In hun groepsproject, dat BBBRU heet, zijn alle zwangere vrouwen van Anderlecht welkom. Ze leren er in negen sessies samen hoe een zwangerschap verloopt, wat ze best eten en hoeveel ze horen te wegen. Maar ze bespreken er evengoed vragen rond opvoeden en minder evidente thema's als huiselijk geweld. Alles gebeurt gratis en in meerdere talen. De filosofie achter BBBRU is dat vrouwen soms sneller advies aanvaarden als het van hun eigen groep komt, in plaats van een arts of vroedvrouw van buitenaf.
Behalve in Anderlecht bestaat BBBRU nog in wijkgezondheidscentrum De Brug in Molenbeek. Het Brugmannziekenhuis en de vzw Aquarelle – voor zwangere vrouwen zonder papieren – willen een gelijkaardige groepsaanpak uitrollen, maar door de coronacrisis zijn de meeste sessies afgelast.
Babyspullen
Het nut van het netwerk is duidelijk: hoe meer hulpverleners elkaar kennen, hoe vlotter de juiste mensen worden geholpen in Brussel. Vanuit de VUB is er een project op til om dat netwerk te versterken. Met Born in Brussels wordt een onlinetool gemaakt die eerstelijnswerkers een handig overzicht geven van de volledige sociale kaart in Brussel. Zo kunnen zij zwangere vrouwen met een kwetsbaar profiel – of dat nu te maken heeft met een laag inkomen, dan wel met ziekte of een precaire thuissituatie – correct doorverwijzen naar hulporganisaties zonder hen te stigmatiseren. Op dit moment werken er al tachtig organisaties aan mee, maar de onderzoekers willen dat aantal verder omhoog. “De zwangerschap is het moment waarop je vrouwen het best kan bereiken,” zeggen ze. Een vrouw met weinig eigen middelen die toch graag een kinderkamer wil inrichten, zou dan naar de winkels van Spullenhulp, naar weggeefkasten, pamperbanken of naar de Babytheek kunnen worden geleid.
Die materiële hulp is bijzonder belangrijk in Brussel. Eén op de vijf kinderen wordt geboren in een gezin zonder eigen inkomen, terwijl een volledig nieuwe uitzet voor een eerste kind al snel boven de 2.000 euro uit klimt. Zelfs voor gezinnen waar de financiën geen hoofdbekommernis zijn, is dat vaak veel geld.
“Dat zou ik er nooit aan geven,” zegt Hilke, die zelf zoveel mogelijk tweedehandsspullen zoekt via het internet. “Ik hoor van iedereen dat baby's snel groeien en dat je de dingen niet lang kan gebruiken, dus ik zoek liever andere oplossingen.” Ze vond een Tripp Trapp-stoel via een Facebookgroep van Brusselse ouders en nog een tweedehandsbuggy via Facebook Marketplace. Haar grootste aankoop is een gloednieuwe elektrische bakfiets. Verder heeft ze alles gratis gekregen via vrienden, familie en de Facebookgroep Brussel Verniet. “Ik heb daar zelfs een gratis kolfmachine gevonden,” zegt ze. “Ik ben zopas een kinderboekje gaan ophalen bij een mama in de buurt en dat was een heel fijne ontmoeting. Zo sla je nog eens een babbel over thema's die alle jonge mama's wat aangaan.” Maar, beseft ze, “met duurzaamheid bezig zijn, betekent dat je een inspanning moet leveren. Het vraagt meer organisatie dan één keer naar een babywinkel gaan.”
Papierwerk
Bovendien wacht jonge ouders nog een hoop andere praktische beslommeringen. “Als het gaat over bijvoorbeeld een crèche, wist ik op voorhand dat we ons vrijwel meteen moesten inschrijven,” zegt Caroline Sleewagen (28), die pas bevallen is van haar eerste zoontje Oscar. “Die site is duidelijk opgebouwd, maar je moet echt heel concreet ingeven hoeveel dagen je opvang wenst en welke dan, terwijl je nog maar pas weet dat je zwanger bent. Wij hebben allebei geen 9-to-5-job, dan is dat moeilijk in te schatten.”
Caroline is zelf vroedvrouw van opleiding en werkt nu als praktijklector aan de Erasmushogeschool. “Ik weet waar ik de info moet opzoeken, wil alles graag in orde brengen en toch vind ik het veel werk,” vertelt ze over de administratie die erbij komt kijken. “De Brusselse premies, zoals de geboortepremie, hebben we vrij snel gekregen. Wat moeilijker is, is uitzoeken hoelang je thuis mag blijven, of ouderschapsverlof nadien nog mogelijk is en waarom borstvoedingsverlof blijkbaar onbetaald is. Dat staat allemaal los van Brussel, maar voor mensen die de taal niet spreken is dat echt niet eenvoudig of vlot afgestemd op elkaar.”
Zo heeft de zwangere Emi intussen ontdekt dat ze recht heeft op verschillende premies die ze bij vijf verschillende instanties moet aanvragen. “Je krijgt kraamgeld en ook nog eens kindergeld. Dat weet ik nu via Kind en Gezin, maar je moet het wel allemaal zelf aanvragen. Voor sommige mensen kan dat veel papierwerk zijn,” zegt ze. “Je hebt nog aparte premies via het ziekenfonds, dan zou je in principe op zoek moeten gaan naar welk ziekenfonds het beste is. Ik zoek zelf wel veel op, maar het is ingewikkeld.”
Asian, die door het OCMW was ingelicht over de kinderbijslag, was er niet van op de hoogte dat er een geboortepremie bestond. “Ik heb die info zelf op het internet gevonden en heb die premie dan ook aangevraagd en gekregen,” zegt ze. Met het geld kocht ze een bedje en een commode, verschillende kleertjes en babymelk.
Een crèche heeft Asian als werkloze moeder voorlopig niet nodig. Bij Emi en Hilke is het wachten op de beslissing van het systeem. Elk gezin mag vijf voorkeuren in de eigen buurt doorgeven en moet hopen dat er eentje plaats heeft. “We zullen pas in februari weten of we opvang hebben,” zegt Emi, die uitgerekend is voor maart. “Dat is nog helemaal niet zeker. Het is vreemd dat we ons niet tegelijkertijd kunnen inschrijven voor een Franstalige crèche, je moet meteen kiezen.”
“Niemand zei me dat ik recht had op een geboortepremie. Ik heb dat zelf op het internet gevonden”
En door de coronacrisis zijn bezoeken nu niet overal mogelijk. “Ik word verdrietig van het idee dat ik niet weet waar mijn kindje zal belanden,” zegt Hilke. “Ik weet dat we dat nog heel vaak zullen tegenkomen in Brussel. De keuzevrijheid als Nederlandstalige ouder is beperkt, zowel voor crèches als voor scholen. Dat wordt nu nog eens beperkt door corona omdat je niet kan gaan kijken.”
Diezelfde corona maakt de eerste maanden na de geboorte er ook niet eenvoudiger op in Brussel. “Normaal gezien zou Zwanger in Brussel lunches organiseren voor de bevallen moeders, of kan je in de Huizen van het Kind thee gaan drinken. Dat valt nu allemaal weg,” zegt Caroline. “Dat zorgt wel voor meer isolement. Onze nieuwe hobby is wandelen geworden, gewoon om familie te kunnen zien. Al ben je altijd beperkt: je kan geen uur of twee wandelen met een pasgeborene als je nergens kan stoppen om borstvoeding te geven.”
BRUSSEL HELPT
Brussel Helpt steunt dit jaar de uitbreidingsplannen van Babytheek Brussel. Dat is een uitleendienst voor babyspullen, en een plek om andere jonge ouders te ontmoeten. Brussel Helpt droomt van een Babytheek in iedere Brusselse gemeente. Help je mee? Doneer een abonnement van 20 euro via Brusselhelpt.be
Met elke 10.000 euro die BRUZZ inzamelt, kan Babytheek Brussel een andere organisatie helpen bij het opstarten van een eigen Babytheek.
Caroline woont in Molenbeek dicht bij Thurn & Taxis. “Daar zijn in de hallen wel wat bankjes en een propere wc, maar in het centrum van Brussel zou ik niet weten waar ik de borst kan geven. In andere tijden zou je even naar een museum kunnen. Maar zomaar in openlucht, ik denk niet dat veel mama's zich daar comfortabel bij voelen.” Op de website breastfriend.brussels zijn wel alle borstvoedingsvriendelijke plekken in Brussel opgelijst, zoals bibliotheken of gemeenschapscentra. Velen daarvan zijn nu dicht.
Meer gaan wandelen vraagt ook om meer parken of groen in de stad. Als Caroline vanaf Molenbeek met de buggy richting Brussel-Stad wandelt, verbaast ze zich over de veelheid aan opengebroken voetpaden. “Brussel is echt niet gemaakt voor moeders met een koets,” zegt ze. “Als ze de gezinnen echt op langere termijn in de stad willen houden, moeten ze meer inzetten op fietsvriendelijkheid en betere huizenprijzen. Als je mij vraagt waarom dertigers na hun eerste kind Brussel verlaten, dan denk ik dat het zeker de hoge kosten van de appartementen zijn.”
Hulp nodig?
De Babytheek is een uitleendienst voor babyspullen. Een lidmaatschap kost 20 euro per jaar. In de gemeentelijke Give Boxes kunnen mensen hun ongebruikte spullen achterlaten. In Molenbeek dient de weggeefkast in de Liverpoolstraat ook specifi ek voor kinderspullen. Bij vzw Nasci kunnen gezinnen in armoede terecht voor gratis babyspullen of om hun jongste telg een badje te geven. Brussel telt drie pamperbanken in de Huizen van het Kind in Brussel-Stad, Anderlecht en Jette. Ouders kunnen er ongebruikte luiers doneren, die nadien herverdeeld worden bij gezinnen zonder inkomen. De Huizen van het Kind verdelen ook kinderkleertjes. Verschillende apotheken lenen borstkolven uit aan jonge mama’s, omdat de aankoop van zo’n kolf vaak duur is. Er bestaan aparte tweedehandswinkels voor
Lees meer over: Brussel , Samenleving , zwangerschap , moederschap , Babytheek Brussel , Brussel Helpt
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.