In oktober werd Michel Khleifi, de grondlegger van de Palestijnse cinema die al ruim vijftig jaar thuis is in Brussel, nog gelauwerd op Film Fest Gent. Vandaag kan je een selectie van zijn films, gerestaureerd door Cinematek, streamen op het Belgische platform Sooner. “Ik wil Palestijnen niet voorstellen als heiligen, maar als mensen.”
Nadat hij de handen heeft geschud van mensen die hem komen groeten, voegt Michel Khleifi zich bij ons aan een tafeltje in Bar du Matin. Het licht dat door de grote ramen van het café in Vorst valt, verzacht de sfeer, alsof het de grauwe buitenwereld wil verdrijven.
Khleifi is zo iemand die zich in tweeën lijkt te kunnen delen. Terwijl hij nauwkeurig onze vragen beantwoordt – met een rustige toon die zijn jaren als filmdocent verraadt –, glijdt zijn blik onophoudelijk over de bedrijvigheid in het café. Elke scène neemt hij in zich op. “Ik ben geen voyeur,” vertelt hij, “maar iedereen hier heeft een verhaal dat het vertellen waard is.”
Om de verhalen die hij puurt uit de wereld om zich heen werd hij onlangs gelauwerd op Film Fest Gent, en een deel ervan is nu in een door Cinematek gerestaureerde versie te streamen op het platform Sooner. Maar zijn eigen verhaal begint op het scherpst van de snede. Tijdens de eerste maanden van zijn bestaan balanceerde hij tussen leven en dood, en leek zijn gezondheidstoestand uitzichtloos. Wanhopig raadpleegden zijn ouders een waarzegster, die adviseerde om zijn voornaam Elias te veranderen in Michel. “Ik ben genezen,” zegt hij. “Maar ik denk dat ik mijn overleving vooral te danken heb aan de Duitse chirurg.”
Onder zijn nieuwe naam werd Michel Khleifi in 1981 de eerste Palestijnse filmmaker die een film voorstelde op het Filmfestival van Cannes: zijn documentaire Fertile memory. Na die primeur zou hij regelmatig opnieuw verschijnen op de Croisette, maar onder de rode loper gaat een pijnlijker verhaal schuil. “Ik praat er nu over, omdat er tijd overheen is gegaan,” zegt hij. “Er zijn zoveel dingen die ik voor mezelf heb gehouden.”
Terwijl het festival in volle gang was, vertelt Khleifi, kreeg hij een telefoontje van Gilles Jacob, destijds algemeen afgevaardigde van het prestigieuze festival, die hem meldde dat Fertile memory met de Caméra d'Or zou worden bekroond. Toch werd de prijs aan iemand anders overhandigd. “Later vertelde men me dat een Amerikaanse regisseur had gedreigd om het festival te verlaten als de Caméra d'Or aan een Palestijn zou worden toegekend,” zegt Khleifi, die in de loop van zijn carrière nog soortgelijke vernederingen moest ondergaan. “Je zegt dan tegen jezelf dat de wereld oneerlijk is en dat een prijs je niet definieert, maar dat neemt niet weg dat de wonde blijft.”
Kind van Galilea
Michel Khleifi werd in 1950 geboren in een bescheiden gezin dat woonde in Nazareth, Galilea, een stad die twee jaar eerder, na de oorlog van 1948, onder Israëlische controle was gevallen, met strenge reisbeperkingen tot gevolg. “In mijn jeugd ben ik maar een paar keer buiten Nazareth geweest, omdat je een militaire vergunning nodig had om er weg te mogen. Dat heeft me geholpen om een innerlijke wereld te creëren,” legt hij uit. Als liefhebber van theater en cinema voedde hij zijn verbeelding met boeken en films. Als hij zich geen bioscoopkaartje kon veroorloven, verzon hij verhalen over de films die hij niet had gezien en vertelde de plot ervan aan zijn vriendjes, die niets doorhadden.
Op zijn dertiende nam hij, om zijn familie te steunen, een vakantiebaan aan bij een Israëlische timmerman in een pas aangelegde wijk. Die ervaring liet diepe sporen na. “Hij vernederde en beledigde me. Hij noemde me 'vuile Arabier', liet me buiten in de kou staan en schreeuwde tegen me. Toen begreep ik dat ik hier niet kon blijven. Het geweld zou alleen maar erger worden. Geen enkel volk zou zich op deze manier laten onderwerpen, het kon alleen slecht aflopen. Toen ik de kans kreeg om te vertrekken, ben ik vertrokken.“
Met 200 dollar op zak en zonder retourticket arriveerde hij op zijn twintigste in België, er vast van overtuigd dat zijn verblijf tijdelijk zou zijn. Een neef van zijn schoonbroer, die in Waals-Brabant woonde, had beloofd hem naar Duitsland te helpen om bij Volkswagen aan de slag te gaan. Maar het lot kwam tussenbeide. Op weg naar Brussel om vrienden te bezoeken, belandde hij in Elsene in een betoging tegen de 'wet-Vranckx' (genoemd naar de toenmalige minister van Justitie Alfons Vranckx, red.), die buitenlandse studenten zou verbieden om na hun studies in België te werken. Hij werd uit de menigte geplukt en naar het politiebureau gebracht. “Ik had geen papieren. Om me te helpen, zeiden ze dat ik Frans moest leren. Als ze me hadden gevraagd om Nederlands te leren, dan had ik dat ook gedaan. Daarna vroegen ze wat ik wilde studeren.” Khleifi antwoordde openhartig: “Theater.”
Ode aan de vrouwen
Na zijn studies aan het INSAS, de Franstalige tegenhanger van het RITCS, kreeg hij een baan als regieassistent bij de RTBF. Maar zijn verlangen om zijn eigen verhalen te vertellen dreef hem ertoe om journalist André Dartevelle te overtuigen hem naar Palestina te volgen voor een reportage. “Het was de periode na mei '68, men begon te praten over 'de Palestijnse kwestie'. Mensen waren gevoelig voor wat er daar gebeurde,” herinnert hij zich. Samen zouden ze verschillende keren in Palestina filmen, maar ook in Libanon, midden in de burgeroorlog.
Toch besloot Khleifi op een dag om geen reportages meer te maken. “Men vroeg ons om objectief te zijn, maar objectiviteit is een illusie. Elk perspectief is per definitie subjectief.” Hij begon aan zijn eerste auteursdocumentaire, Fertile memory, die nu wordt beschouwd als een baanbrekend werk in de Palestijnse cinema. Khleifi was de eerste die zijn eigen land filmde, binnen de Israëlische grenzen.
In Fertile memory volgt Khleifi twee Palestijnse vrouwen: een stedelijke schrijfster in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever, en een plattelandsvrouw in Nazareth. De ene is een gescheiden moeder, de andere een weduwe. Het zijn twee verschillende levenspaden, maar beide zijn getekend door patriarchale tradities en de wonden van de bezetting. Via de verhalen van de twee vrouwen belicht de regisseur een subtiele vorm van verzet. “Mannen gaven zeer gestandaardiseerde antwoorden als ik hen interviewde. De vrouwen daarentegen waren authentieker en lieten me toe in hun intimiteit,” vertelt hij. Met Fertile memory legde hij de basis voor zijn stijl. “Ik wilde dat de Palestijnse cinema aansluiting vond bij de moderniteit.”
“Ik ben een product van de Belgische cinema. Ik omarm dat erfgoed totaal”
Ook toen hij overstapte naar fictie, bleef Michel Khleifi sterke, vrije en soms provocerende vrouwen van alle leeftijden centraal plaatsen. Hij toont hen in al hun menselijkheid, inclusief hun lichaam. In zijn bekende film uit 1987, Wedding in Galilee, waagt hij zich aan een scène over een ritueel bad, waarin de bruid, volledig naakt, wordt gewassen door andere vrouwen uit haar omgeving. Haar pose, met opgeheven armen, is een mythologisch schilderij waardig. “Ik liet me inspireren door het beeld van de moedergodin Ishtar,” legt hij uit.
Een gedurfde keuze die hem allerlei bedreigingen opleverde: “Hoe durf je een Palestijnse naakt te tonen?” Ook al kwam de actrice uit Parijs, vandaag geeft Michel Khleifi toe dat het “waanzin” was om zijn idee door te zetten. “Maar ik heb er geen spijt van.” In dezelfde film doorbrak hij nog een taboe: dat van een niet-geconsumeerde huwelijksnacht. Door dit intieme falen te tonen, gaf Khleifi een weergave van mannelijke breekbaarheid die zelden op het scherm wordt verkend.
Regisseur zijn betekent voor Michel Khleifi ook leven in onzekerheid, risico's nemen en soms je leven op het spel zetten voor de film. “Tijdens de opnames van Canticle of the stones (een film over twee Palestijnse geliefden die gescheiden worden in Jeruzalem en elkaar vijftien jaar later terugvinden, red.) hebben we meerdere keren de dood in de ogen gekeken. Een van mijn medewerkers kreeg zelfs een kogel in de rug. Maar we geloofden zo sterk in het project dat we geen oog hadden voor de risico's. In mijn herinnering was ik buitengewoon kalm.”
Gekken
De opnames van Tale of the three jewels in de Gazastrook begonnen in een apocalyptische sfeer. Op 25 februari 1994 vermoordde een Israëlische kolonist 29 Palestijnen in Hebron. Het land riep de noodtoestand uit. De BBC, coproducent van de film, vroeg de ploeg om het gebied te verlaten. “We hebben samen besloten om te blijven en de film af te maken. Ik was zo trots op mijn team.” Sommige scènes vereisten het gebruik van nepwapens, een constante bron van angst in zo'n explosieve context. “Of het nu aan Israëlische of Palestijnse kant was, mensen hielden ons voor gek!”
Een reportage uit het RTBF-archief (Les enfants de la haine, te bekijken op de site van Sonuma) toont hoe het er tijdens de opnames toeging. Een Belgisch team – “Vlamingen, Franstaligen” – leert er de dakbe, een traditionele Palestijnse dans, samen met de jonge acteurs. “Ik ben een product van de Belgische cinema. Mijn films zijn niet altijd als zodanig erkend of gefinancierd, maar ik omarm dat erfgoed volledig,” zegt Khleifi.
Op de archiefbeelden zie je Khleifi, toen een veertiger, in een mouwloos bruin jasje – bijna identiek aan wat hij vandaag draagt –, voor de camera spreken: “Het dagelijkse geweld in Gaza mag niet onopgemerkt de Geschiedenis in glijden, we moeten het kunnen tonen.” Het archief onthult ook de trauma's van Mohamed, de jonge acteur die na een spontane casting in een lokale garage de rol van Youssef krijgt toebedeeld. Zijn intense blik spreekt boekdelen. “Op achtjarige leeftijd zag hij zijn vader sterven. Hij werd voor zijn ogen neergestoken. Elke nacht heeft hij nachtmerries,” zegt Khleifi.
Tale of the three jewels , een coming-of-ageverhaal tegen de achtergrond van de Eerste Intifada (de Palestijnse opstand tegen de bezetting tussen 1987 en 1993), verkent jeugd en dromen in een wereld vol oorlog. Khleifi situeert het verhaal in landschappen vol leven: weelderige bossen, uitbundige sinaasappelgaarden, oases vol vogelgezang, dit alles omringd door een opvallend blauwe zee. “Het is pijnlijk om te zeggen, maar die natuur bestaat niet meer,” betreurt hij. “Ze is zo aanwezig in mijn films, omdat ik wilde vastleggen wat ik wist dat zou verdwijnen.”
In Ma'loul celebrates its destruction volgen we de voormalige bewoners van een Galilees dorp dat in 1948 met de grond gelijk werd gemaakt. Ze reconstrueren de contouren van hun dorp met een muurschildering, getekend op basis van hun herinneringen. Het dorp, nu veranderd in een bos geplant ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het nazisme, is één keer per jaar voor hen toegankelijk, tijdens de onafhankelijkheidsdag van de staat Israël. We zien een oude man dwalen tussen het puin, zich afvragend wat er is geworden van de olijf- en amandelbomen die er ooit stonden. Wat verderop picknickt een groep mannen met hun familie in de schaduw van de pijnbomen. Ze vertellen dat ze alles zouden geven om hier opnieuw te komen wonen, desnoods in tenten.
De cinema van Michel Khleifi verkent evenveel manieren om Palestijn te zijn als er Palestijnen zijn. Mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden. Traditionalisten en modernen. Zij die de wapens opnemen en zij die ervan afzien. Zij die ervan dromen om te vertrekken en zij die weigeren te verhuizen. “Ik wil Palestijnen niet voorstellen als heiligen, maar als mensen,” verduidelijkt hij. “Slachtoffers van de Israëlische beul, maar soms ook zelf beulen.” Toch blijft die menselijkheid volgens hem onbegrepen aan Israëlische kant: “De Israëlische samenleving is niet in staat om ons als mensen te zien, om geroerd te worden door ons lot.”
Stichtende misdaad
Michel Khleifi hoorde over de aanslagen van 7 oktober 2023 bij het ontwaken, via een sms van een vriend. “De dood van om het even wie is een tragedie,” zegt hij ernstig. “Van nature ben ik een pacifist en intellectueel gezien geloof ik in geweldloosheid. Daarom denk ik dat Israël zich had moeten wenden tot het internationale recht om deze tragedie te onderzoeken en de verantwoordelijken te berechten. Maar als je geconfronteerd wordt met een staat die zich als een kolonisator gedraagt en zelf het internationale recht niet respecteert, is er geen hoop.”
Wat zal er dan gebeuren? “Ik heb het gevoel dat de Israëlische samenleving een fase van ultieme collectieve waanzin doormaakt. Dat ze hun genocide mogelijk op nog grotere schaal zullen voortzetten. En dat ze ons pas als mensen zullen beginnen te zien nadat ze hun 'absolute vijand' hebben 'geëlimineerd' – als een stichtende misdaad die ze blijkbaar nodig hebben … Misschien.”
Een selectie van de films van Michel Khleifi is te streamen op Sooner, ook Avila biedt enkele van zijn films aan.
Lees meer over: Film , Michel Khleifi , documentaire , pionnier , fiction , Palestine , Israël-Palestine , cinéma belge , cinéma palestinien