Brusselse sportclubs hernemen trainingen: 'Uitlaatklep geven aan kinderen'

Slechts een handvol Brusselse sportclubs maakt gebruik van de versoepeling van coronamaatregelen om opnieuw trainingen te organiseren. Voetbalclub Crossing in Schaarbeek en hockeyclub Daring in Molenbeek doen dat wel en vervullen daardoor een belangrijke maatschappelijke functie. "We willen onze jonge spelers opnieuw levensvreugde bieden."

We zaaiden onze nieuwe grasvelden in en hebben dus geen terrein meer, meneer. Geen kantine, dus geen inkomsten om onze trainers te betalen. Het voetbalseizoen zit erop, waarom zouden we nog trainen? Voetballen zonder contact, dat bestaat niet. De redenen voor Brusselse voetbalclubs om geen trainingen te hervatten, zijn talrijk.

Nochtans gaf de Nationale Veiligheidsraad toestemming om - onder strikte voorwaarden - in open lucht opnieuw in groep te trainen. Een versoepeling, ingegeven vanuit de overweging dat sport de mentale en fysieke gezondheid van de Belg ten goede komt. Vooral voor de jongsten ons ons een welgekomen ingreep, aldus VUB-socioloog Ignace Glorieux.

Maar alle voetbalclubs zien een hoop praktische en financiële struikelblokken. Volgens Brussels Football, de overkoepelende verenging van Brusselse voetbalclubs, zijn er voorlopig slechts drie teams die alsnog trainingen aanbieden. Eén van die drie: Crossing Schaarbeek, met zo'n 500 ingeschreven jongeren een van de grotere teams van het Gewest.

Na overleg met trainers en gemeentebestuur besliste Crossing om de jeugdtrainingen opnieuw te laten plaatsvinden vanaf maandag. "Na deze lange, maar noodzakelijke periode van opsluiting denken we dat onze kinderen dit nodig hebben", aldus voorzitter Erdal Sevik. "Het is belangrijk dat zij opnieuw levensvreugde vinden. En er is geen betere manier om dat te bereiken dan ze opnieuw hun favoriete sport te laten beoefenen."

Circulatieplan en contactloze trainingen

Deelname aan de trainingen is niet verplicht, benadrukt Crossing. Wie zin heeft om een balletje te trappen met de ploegmaats, kan dat bovendien enkel onder strikte voorwaarden. Zo blijven de kleedkamers en kantine gesloten. "We vragen de kinderen dus om aangekleed naar de training te komen. En douchen doen ze dus thuis", zegt de voorzitter. Er zal enkel een toilet beschikbaar zijn.

De Schaarbeekse voetbalclub stelt zijn voetbalveld daarnaast slechts één week op twee open. Er zal een circulatieplan uitgetekend worden, aan de hoofdingang worden kinderen gevraagd hun handen te wassen met handgel, ouders mogen het stadion niet betreden en na de trainingen begeleiden de trainers de kinderen naar de uitgang aan de Algemeen Stemrechtlaan, waar ze opnieuw de handen kunnen wassen. Trainers zullen contactloze oefeningen in elkaar steken.

Hockey neemt sociale rol op

Een groepssport die zich bij uitstek leent tot contactvrije handelingen is het hockey. Heel wat Brusselse clubs starten de trainingen dan ook opnieuw op. Landskampioen Léopold legt nieuwe terreinen aan, maar sloot een overeenkomst met Daring Bruxelles om de jongeren toch maar opnieuw aan het sporten te krijgen - op het veld van de aartsvijand nota bene. Of hoe de coronacrisis erin slaagt stokoude vetes te beslechten.

Bij Royal Daring Molenbeek, volgend seizoen opnieuw een eersteklasser bij de mannen, zijn ze er voorbije maandag al opnieuw aan begonnen. "En de rest volgt ons voorbeeld", grapt voorzitter Ryan Deuvaert. "Neen, wij vonden het onze plicht naar de ouders die inschrijvingsgeld betaald hebben. Op die manier geven we hen waar voor hun geld, al heeft niemand om een terugstorting gevraagd. Bovendien bestaat er geen betere manier om een glimlach op onze leden hun gezicht te toveren. We trainen door tot eind juni."

De eerste trainingsweek na de quarantaine verliep vlekkeloos, zegt Deuvaert. "We hebben heel snel een coronateam op de been gebracht om de voorschriften uit te voeren. En ook het overleg met de gemeente en politie van Molenbeek verliep vlot. Het had veel voeten in de aarde. Binnen de club is er iemand bijna full-time bezig om alles veilig te laten lopen, maar we zijn blij dat we op deze manier iets kunnen teruggeven aan de maatschappij."

Daring Molenbeek richtte zijn volledige infrastructuur in, zodat er ruimte is voor alle leeftijdscategorieën om opnieuw te sporten. Elk van de twee hockeyterreinen kreeg een eigen drop-offzone, die via een circulatieplan verbonden is met het speelveld. De in- en uitgangen zijn van elkaar gescheiden, kleedkamers, terras en clubhuis zijn dicht, ouders zijn niet toegestaan, ieder gebruikt zijn eigen hockeystick en krijgt een persoonlijke handgel.

"En de trainingen, die zijn allemaal aangepast zodat er maximale afstand bewaard wordt", vult Deuvaert aan. "We zijn onze vrijwilligers dankbaar, want zonder hen was dit niet mogelijk. Zij zijn karakteristiek voor het hockey, dat is misschien anders dan in het voetbal. Voor de kinderen is het belangrijk dat ze opnieuw gaan sporten. En ook voor de ouders, natuurlijk. Zij bedanken ons al de hele week dat we hun kind een uitlaatklep bieden."