Geen publiek, geen blok, geen topfavorieten, maar de VUB-veldrit gaat gewoon door

De derde editie van de veldrit op het terrein van de VUB en ULB vindt plaats op een nieuwe datum en in een nieuwe realiteit. Zonder Van der Poel, Van Aert en publiek wordt er toch spektakel beloofd.

Een van de slotakkoorden van een opmerkelijk veldritseizoen vindt dit weekeinde plaats op het terrein van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Université Libre de Bruxelles (ULB). Op een besneeuwd en bevroren parcours rijdt de West-Vlaming Eli Yserbyt er normaal gesproken naar de zege in het eindklassement van de de X2O Badkamers Trofee, de vroegere Gazet van Antwerpen Trofee.

Waar er bij de eerste twee edities van de Brussels Universities Cyclocross protesten waren van studenten omdat de wedstrijd middenin hun blokperiode de campus inpalmde, wordt er zondag enkel op het sportieve gefocust. De wedstrijd verhuisde op de kalender immers van begin januari naar midden februari. En bovendien wordt er door de coronacrisis zowel op de universiteit als bij sportevenementen nog zo min mogelijk publiek ontvangen.

“Het is de twintigste wedstrijd al die we volgens de huidige maatregelen organiseren,” zegt Christophe Impens van organisator Golazo. Ondanks de afwezigheid van publiek, konden de meeste veldritten deze winter gewoon doorgaan. “We missen het publiek enorm, maar het begint inmiddels wel een beetje een gewoonte te worden.”

Het terrein wordt hermetisch afgezet en enkel directe betrokkenen bij de renners, leden van het productieteam en pers worden toegelaten. Iedereen die in contact komt met de renners, dient een negatieve coronatest voor te leggen.

Maatschappelijke rol

Veldrijden, de publiekssport bij uitstek, lijkt corona wonderwel te overleven. “We hebben allemaal solidariteit getoond: renners, leveranciers en organisatoren. Wij als organisatoren hebben ons best gedaan om de wedstrijden te organiseren. Zo kregen de renners en sponsoren van ploegen de kans om zich te tonen. Maar de renners hebben ook water bij de wijn moeten doen.” In dat laatste geval gaat het dan over de startgelden.

Door nog zoveel mogelijk wedstrijden te laten doorgaan, konden ook de TV-contracten gerespecteerd worden. “Op die manier hebben we de mensen thuis, in een periode waarin niet veel te doen is, toch wat vertier kunnen bieden. Afgelopen weekeinde keken nog 955.000 mensen naar de veldrit in Lille. Ik vind dat we dus ook onze maatschappelijke rol vervullen.”

Maar organisator Golazo blijft in de eerste plaats een commercieel bedrijf. Of het de broek scheurt aan een lege VUB-campus, kan Impens niet zeggen. “Wij bekijken alle wedstrijden liever als geheel. We moeten onze rekeningen nog maken, maar ik vermoed dat we deze winter ongeveer op break-even zullen uitkomen. Dat geldt ook voor onze andere partners en de renners.”

Zonder de Grote Twee

Over renners gesproken: zondag zullen de twee bekendste veldrijders niet naar Brussel komen. Mathieu van der Poel en Wout Van Aert zijn al in voorbereiding op het wegseizoen dat over twee weken begint. “Jammer natuurlijk, maar met twee van zulke talenten weet je dat zij keuzes in hun kalender moeten maken,” aldus Impens. “Het was al snel duidelijk dat ze na het WK (31 januari, red.) niet meer het veld in zouden gaan. Bij de vrouwen hebben we wel de volledige wereldtop aan de start.”

Zonder de Grote Twee, valt een open wedstrijd te verwachten tussen renners als Eli Yserbyt, Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout en Toon Aerts. Die laatste twee knokken bovendien nog voor de tweede plaats in het eindklassement van de X2O Badkamers Trofee. In dat klassement schelen ze slechts 9 seconden. Yserbyt heeft als leider met ruim 3 minuten een mooie marge.

Het parcours is nagenoeg gelijk aan vorig jaar, met dat verschil dat er nu sneeuw ligt en de grond zondag vermoedelijk nog hard bevroren zal zijn. “Zo’n keihard parcours heeft zijn charmes en maakt het crossen anders,” klinkt Impens hoopvol. Hij rekent op een mooie strijd. Ook zonder Van Aert en Van der Poel.