Onderzoeksrechter fraude Belgisch voetbal van zaak gehaald

Het Antwerpse hof van beroep heeft het wrakingsverzoek dat scheidsrechter Bart Vertenten had ingediend tegen onderzoeksrechter Joris Raskin, ontvankelijk en gegrond verklaard. Raskin moet volgens het hof dus onmiddellijk van het onderzoek naar witwaspraktijken en wedstrijdvervalsing in het Belgische voetbal worden gehaald. Er is nog cassatieberoep mogelijk.

De Brusselse scheidsrechter Bart Vertenten wordt in een grootschalig onderzoek van het federaal parket in verdenking gesteld van matchfixing. Maar zijn advocaat Hans Rieder verweet onderzoeksrechter Joris Raskin belangenvermenging omdat die zetelde in de licentiecommissie van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) en diende een wrakingsverzoek in.

Dat verzoek is dus door het Antwerpse hof van beroep ontvankelijk en gegrond verklaard.

Het hof van beroep struikelt over het feit dat Joris Raskin nog lid was van de licentiecommissie van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) toen het gerechtelijk onderzoek van start ging. De eerste onderzoeksdaden gebeurden in november 2017, terwijl Raskin pas op 17 maart 2018 ontslag nam uit de commissie. Hij zetelde er sinds 18 maart 2011 in. Volgens het hof is door die jarenlange functie een band ontstaan tussen Raskin en de KBVB die "bij de publieke opinie een objectieve schijn van partijdigheid kan doen ontstaan".

Raskin moet van het onderzoek worden gehaald en vervangen worden door een andere onderzoeksrechter. Het federaal parket, dat geen graten zag in het lidmaatschap van Raskin in de licentiecommissie, kan nog cassatieberoep aantekenen tegen het arrest.