rwdm Drazen Brncic BRUZZ 1564

RWDM-trainer Drazen Brncic maakte als speler van AC Milan zijn droom waar

Tim Schoonjans
© BRUZZ
29/03/2017

De spanning in en rond het Edmond Machtensstadion is te snijden. Pakt RWDM de titel en de promotie naar de tweede amateurklasse? Coach Drazen Brncic (46) blijft er rustig bij. Hij heeft dan ook een pak ervaring verzameld in zijn dertigjarige carrière als speler. Het bracht hem van een Kroatische vijfdeklasser tot de absolute top. Een goedgevulde carrière met verrassende wendingen.

Mijn vader kreeg regelmatig te horen dat ik talent had, maar in die tijd moest je wat geld schuiven of de juiste mensen kennen om voor een grote club te mogen spelen,” vertelt Brncic. “Dinamo Zagreb heeft mij altijd gevolgd. Bij die ploeg spelen was mijn droom, maar mijn ouders hadden niet genoeg geld en niet de juiste connecties.”

Het was bij NK Trnje, een club uit de Joegoslavische vijfde klasse, dat de tienjarige Brncic met clubvoetbal begon. Hij maakte er snel indruk en werd regelmatig opgenomen in regionale selecties. Nog voor zijn zestiende verjaardag mocht hij voor het eerst invallen in de eerste ploeg. “Dat was in een galamatch tegen een gemengde ploeg van Dinamo Zagreb. Bij hen stond Robert Prosinecki op het veld. Het seizoen erna werd ik titularis bij de eerste ploeg. De trainer gebruikte me zowel links op het middenveld als centraal achteraan. Ik had een snedige pas en zag het spel goed.”

“Op mijn achttiende kwam HNK Segesta me halen, een satellietclub van Dinamo die in de derde klasse speelde. Als je ziet hoe groot Joegoslavië was, begrijp je dat het niveau er uitstekend was. We trainden twee keer per dag, zoals professionals. Ik zat in mijn laatste jaar secundair onderwijs en sliep in een kamer in het stadion. Ik leefde er zeer goed, verdiende twee keer zoveel als mijn beide ouders samen. Mensen hadden toen niet zoveel, maar we misten niets. Ik herinner me nog hoe ik op mijn negentiende de eerste kleurentelevisie, hifiketen en videospeler voor mijn ouders kocht.”

Brncic deed er als titularis opnieuw een stap vooruit. Door al zo jong met volwassen mannen te spelen, sloop er ook volwassenheid in zijn spel. Terwijl de Balkanoorlog een veertigtal kilometer verderop losbarstte, mocht hij de U21 van Dinamo Zagreb versterken en deelnemen aan een tornooi in Italië. Er werd hem zelfs een contractvoorstel gedaan. “Het toeval wil dat Besnik Hasi ook ter versterking was opgeroepen voor die beloftenploeg. We speelden een sterk tornooi, maar verloren de finale. Was ik in de halve finales niet geblesseerd uitgevallen, dan was ik volgens een official tot beste speler van het tornooi uitgeroepen.”

“Toen over het contract werd gepraat, zei mijn vader dat hij bang was dat ik nooit mijn kans zou krijgen. Hij had het geld niet om mij te ‘helpen’. Daarom tekende ik bij Vrapce, in de tweede klasse. De voorzitter had ambitie en wou dat ik de ploeg op sleeptouw nam. Bij ons bestaat het gezegde: Het is beter de eerste te zijn in je dorp dan de laatste in de stad.”

Het werd door de oorlog echter steeds moeilijker om verplaatsingen te maken voor wedstrijden. De ene keer ging de wedstrijd toch door, de andere keer niet. En dan waren er nog de bijna dagelijkse luchtalarmen. “De lichten moesten uit en iedereen moest de schuilkelder in. De gevechten maakte ik niet van dichtbij mee, maar die luchtalarmen wogen wel.”

De zus van Galliani
Uiteindelijk besloot Brncic in te gaan op het voorstel van een manager, de oom van een vriend, die hem vertelde dat Racing Jet Wavre iemand met zijn profiel zocht. Zijn club liet hem gaan in ruil voor het teruggeven van zijn tekengeld. Hij kon als een vrije speler naar België. “Mijn voorzitter zei dat ik niet al wenend moest terugkomen. Ik antwoordde dat ik zou slagen, al was dat aanvankelijk niet zo evident, want Wavre ging niet door, waardoor ik in de maand november bij Hemptinne-Eghezée terechtkwam, in vierde klasse. Een ambitieuze ploeg, onder meer Lambic Wawa was overgekomen van RWDM. We werden meteen kampioen.”

“Tijdens mijn tweede seizoen had ik wat last van mijn abdomen en adductoren. De club zei dat ik me moest laten opereren. Het werd een slechte ervaring. Ik liep een bloedklonter op die levensbedreigend was, en de chirurg maakte een fout. Hij creëerde een onevenwicht, en dat heb ik heel mijn carrière lang gevoeld. Gelukkig heb ik later dokter Joris ontdekt. Hij begeleidde mij uiteindelijk heel mijn carrière. Ik heb altijd extra oefeningen moeten doen, extra moeten stretchen en nog veel andere bijkomende trainingen moeten doen om normaal te kunnen spelen.”

Brncic raakte er weer bovenop en wekte de interesse van eersteklassers. Onder meer voorzitter Mabille van RWDM kwam hem bekijken. Na 4,5 jaar bij Hemptinne-Eghezée kon hij de stap hogerop zetten, en hij trok naar Charleroi. Daar draaide hij meteen vlot mee en beleefde er drie mooie seizoenen. “Tijdens mijn tweede seizoen werd ik zelfs tot Zèbre d’Or uitgeroepen, daar ben ik best trots op. Toen Italiaanse ploegen interesse toonden, besliste ik te vertrekken. Voor Kroaten is Italië dé referentiecompetitie.”

“Mijn eerste seizoen, bij tweedeklasser Cremonese, werd overschaduwd door twee blessures die me telkens twee maanden aan de kant hielden. De club zakte, maar gelukkig kon ik naar reeksgenoot Monza. Zij werkten de seizoenen daarvoor samen met AC Milan, en de zus van Milan-voorzitter Galliani kwam nog altijd kijken. Zij zag mij een topseizoen spelen. Ik scoorde vlot, was zeer regelmatig en hielp de club om in tweede te blijven.”

De voorzitter van Monza beloofde Brncic hem te verkopen aan een grote club, als bedanking voor het uitstekende seizoen. Hij hield woord. Dat kwam de Kroaat op een maandagochtend te weten. “Een journalist belde mij op om me te feliciteren. ‘Waarmee?’ vroeg ik. Met mijn transfer naar AC Milan, zo bleek. Mijn mond viel open!”

“Ik was 29, nooit international geweest en had nog niet in de Italiaanse eerste klasse gespeeld. Wel was ik bij Monza uitgeroepen tot beste buitenlander en tweede beste speler van het seizoen, maar toch. Milan vertelde me dat ze 35 spelers nodig hadden om op drie fronten te kunnen strijden, en dat ze iemand met ervaring nodig hadden. Mijn salaris was niet torenhoog, maar ik tekende wel bij AC Milan! Achteraf bleek dat de zus van de voorzitter had aangedrongen om eens naar mij te komen kijken en dat ze zo bij mij terechtkwamen.”

Ploegmaat Ronaldo
Brncic verzamelde één invalbeurt in de Champions League, één wedstrijd in de competitie en vier in de beker van Italië. Na een half seizoen besliste hij te vertrekken. Hij wou spelen. “In de positie van steun aan de spitsen moest ik afrekenen met Leonardo en Boban, en als centrale middenvelder met Albertini, Ambrosini en Gattuso. Dat kan tellen (lacht). Ik zat in de kern voor de Champions League, dat zegt iets, maar een van de problemen was dat ik te weinig had gekost. De voorzitter zei het eens zelf, nadat ik twee keer had gescoord tijdens de voorbereiding: ‘Had Redondo dat gedaan, dan had hij twee pagina’s in de krant gekregen.’ Maar ik? Als er moest gekozen worden, speelde de transferprijs een rol.”

“Ach, ik heb me met de allergrootsten kunnen meten. Daar ben ik trots op. Daarom speelde ik voetbal. Leonardo probeerde me nog te overtuigen om te blijven, dat ik mijn kans nog zou krijgen, maar ik had de knoop doorgehakt.”

Ondanks een uitleenbeurt aan Vicenza die amper speelminuten opleverde, tekende Brncic het seizoen erna bij… Inter Milan. Hij werd betrokken in de aankoop van Andrea Pirlo, om de prijs wat te laten zakken, en trok naar de blauw-zwarte buren. “Zij zagen mij als een speler om uit te lenen aan clubs met interessante spelers. Zo konden ze goodwill wekken. Ik vond het interessant om bij hen te tekenen omdat het goed op mijn visitekaartje stond, en omdat Ronaldo daar speelde. De kern telde maar liefst 41 spelers. Ik trainde met een groep naast de vaste kern van dertig, omdat we met te veel waren. Vier of vijf keer heb ik er op de bank gezeten, maar dat is alles. Ik weet nog dat ik aan mijn vrouw zei: ‘Ik heb Ronaldo gezien, nu kan ik gaan (lacht).’”

Brncic werd uitgeleend aan Ancona en aan Venezia. Toen zijn zoon Alan in 2002 een zusje Sara kreeg, keerde hij terug naar België. Hij verbrak zijn contract bij Inter en tekende bij MVV, in de Nederlandse tweede klasse. “De drie en een halve seizoenen bij MVV zijn na AC Milan mijn mooiste periode geweest. Een familiale club, leuk stadion, goede supporters. Ik ben er nog speler van het seizoen en topscorer geweest. Ik voetbalde uiteindelijk tot mijn veertigste, onder meer nog bij Visé en Seraing.”

Meteen na zijn spelerscarrière schreef Brncic zich in voor trainerslessen. Tijdens zijn passages bij Verviers, Union Saint-Gilloise, Maasmechelen en Seraing bewees hij dat hij heel wat in zijn mars heeft. Hij ademt voetbal en ziet het spel goed. Dat wil hij de komende jaren bij RWDM bewijzen. “Hier ben ik aan een nieuw hoofdstuk begonnen. Hopelijk kunnen we veel plezier aan de supporters geven, dat verdienen ze. RWDM is een club met een ziel, daar hou ik van.”

“Ik wil met de club een stap hoger gaan. Mijn contract loopt eind dit seizoen af, maar ik zou graag blijven. Zeker drie seizoenen, om iets stevigs neer te zetten en mijn voetbalvisie over te kunnen brengen.”

Het seizoen van RWDM

Op de laatste speeldag in derde amateurklasse speelt RWDM zondag in het Edmond Machtensstadion tegen Doornik. Het seizoen van de gedoodverfde Brusselse titelfavoriet liep niet altijd zoals gewenst. Met onder meer een trainersontslag. Maar uiteindelijk staat RWDM nu op één overwinning van de titel. Herbeleef het seizoen met artikels en video's van BRUZZ.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Sport , Het seizoen van RWDM

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni