Ruim 86 procent van de Belgen ziet onze Paralympische sporters als rolmodellen. Het is zelfs zo dat ze de Paralympiërs nog meer zien fungeren als rolmodel, ten opzichte van de Olympische sporters zonder beperking. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
VUB-onderzoek: 'Paralympiërs fungeren nog meer als rolmodel dan Olympische sporters'
De resultaten van de studie vloeien voort uit een grote bevolkingsbevraging gehouden bij 1.000 Vlamingen en 1.000 Walen en Brusselaars. Ze werden ondervraagd over de maatschappelijke impact van topsport, hun sportvoorkeuren en -kennis, de betalingsbereidheid aan topsport en welke topsporters als rolmodel fungeren.
Acht op de tien (82 procent) is akkoord dat de Paralympische topsporters de inclusie van mensen met een beperking in de maatschappij kunnen bevorderen en bijna evenveel ondervraagden (79 procent) vindt dat de Paralympiërs gehandicaptensport (G-sport) moeten promoten bij jongeren met een beperking.
Trots
De Belgen hechten ook belang aan de prestaties op de Paralympische spelen. Zo vindt 73 procent het belangrijk dat ons land medailles wint en 80 procent vindt een medaille halen op de Paralympische Spelen even belangrijk is als er één behalen op de Olympische Spelen.
Tegelijkertijd is meer dan drie vierde (77 procent) van de bevolking trots op de Paralympische topsporters wanneer ze goed presteren en geeft zeven op de tien aan dat die prestaties hen gelukkig maken.
Te weinig budget
In Vlaanderen gaat 4 procent van het totale topsportbudget naar Paralympische sporten en dat is volgens de onderzoekers te weinig. "Om de vijftien behaalde medailles in Parijs 2024 te evenaren of overtreffen zijn meer middelen nodig voor de ondersteuning van Paralympische atleten en hun entourage", stelt VUB-professor Veerle De Bosscher. "Als de maatschappelijke waarde van topsport hoog is volgens de Vlaming moeten we durven verder investeren."
Lees meer over: Brussel , Sport , Samenleving , Paralympische Spelen , Tokio 2020 , paralympics