De organisatie van het WK wielrennen in Brussel, in 2030, zou naar schatting 25 miljoen euro kosten, zegt burgemeester Philippe Close (PS). Om de nodige middelen te vinden, denkt hij aan een samenwerking tussen publieke en private instellingen.
WK wielrennen in Brussel kost 25 miljoen: 'Dat geld vloeit terug naar de staatskas'
De Stad Brussel heeft zich kandidaat gesteld om gastheer te zijn van het WK Wielrennen in 2030, in nauwe samenwerking met verschillende publieke en private spelers, waaronder Flanders Classics. Dat bevestigen zowel Stad Brussel als het Brussels Gewest woensdag tijdens een persmoment.
In augustus zal de Union Cycliste Internationale (UCI) zich uitspreken over de kandidatuur.
Ter herinnering: twee jaar geleden vond het WK in Leuven plaats. In 2030 zijn dan ‘slechts’ negen jaar verstreken. Hoewel over het algemeen een wachtperiode van twintig jaar geldt voor een kandidatuur in hetzelfde land, hoopt burgemeester Philippe Close (PS) dat Brussel toch in aanmerking komt.
In 2030 viert België namelijk de tweehonderdste verjaardag van de onafhankelijkheid. Voor Close is het belangrijk om naast culturele evenementen – zoals Brussel Culturele Hoofdstad 2030 – ook sport een plaats te geven in de festiviteiten.
Premier Alexander De Croo (Open VLD), ook aanwezig tijdens de persvoorstelling, vond de kandidatuur van Brussel niet meer dan logisch. "Als het op wielersport aankomt, dan kan België ongelooflijk veel expertise voorleggen", zei hij. En bovendien leent de Brusselse geografie zich perfect voor een uitdagend sportief traject. "Brussel is niet plat als een pannenkoek: er zijn allerlei mogelijkheden om een interessant parcours uit te stippelen."
'Terugverdieneffect'
Grote evenementen zoals de Grand Départ van de Ronde van Frankrijk of het Wereldkampioenschap in Leuven kosten de overheden vaak heel wat geld. In Leuven ging het om een bedrag van om en bij de 25 miljoen. Close mikt ook voor Brussel op een dergelijk bedrag. Hij kijkt voor de financiering naar verschillende overheden én naar de private sector. "We hebben nog zeven jaar om dat uit te zoeken," lacht hij tijdens de persconferentie.
Brussels minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD) verwijst naar een studie die de VUB liet uitvoeren na afloop van de Grand Départ in 2019. Daaruit bleek dat de organisatie van het evenement veel kost, maar dat dit zich ruimschoots terugbetaalt.
Concreet heeft het Brussels Gewest destijds 32 miljoen aan inkomsten verdiend tijdens de twee dagen van de start van de Tour de France. Er kwamen toen 800.000 mensen naar de stad, met als gevolg 5 miljoen inkomsten voor hotels, 12 miljoen voor hotels en restaurants en nog eens 15 miljoen aan detailhandel.
Gatz spreekt daarom van een terugverdieneffect. "Dat geld vloeit namelijk vroeg of laat gedeeltelijk terug naar de staatskas," aldus de begrotingsminister. "De studie liet bovendien zien dat 84 procent van de Brusselaars meer van dit soort evenementen wil."
Het parcours ligt voorlopig nog niet vast, mogelijk zullen de wielrenners ook een stuk van Waals- of Vlaams-Brabant meenemen. Wie het evenement zal organiseren is ook nog niet duidelijk, mogelijk kan dat Flanders Classics worden, organisator van onder andere de Ronde van Vlaanderen, die mee de kandidaatstelling voorbereidde. "Ik kwam op het idee toen ik het WK in Leuven meemaakte", zegt Wouter Vandenhoute, eigenaar van Flanders Classics, tegen BRUZZ. "Dat de UCI de kandidatuur van Brussel ernstig neemt, beschouw ik als een grote eer."
Lees meer over: Brussel , Sport , Brussels Grand Départ , wk wielrennen