De maakbare stad: de paviljoentjes aan Ter Kameren

Brussel verandert elke dag, en vaak kunnen we ons al snel niet meer precies herinneren hoe een plek er een tijdje geleden uitzag. Voor één keer gaan we helemaal terug naar 1920 om een vergelijking te maken met vandaag.

Als je de foto's vergelijkt, zie je dat het paviljoentje vooraan op de foto's zowat het enige is dat er nog staat sinds 1920. Vandaag herbergt het een dubbele vestiging van het immokantoor Engel & Völkers.

Maar oorspronkelijk waren het tolhuisjes, net als hun zusjes die vandaag nog aan de Anderlechtse- en Ninoofsepoort staan. Samen zijn ze een ontwerp van architect Auguste Payen. In 1862 besliste de Stad Brussel ze te verhuizen naar de ingang van het Ter Kamerenbos. De Duitse tuinarchitect Edouard Keilig had een wedstrijd gewonnen voor de heraanleg van de uitloper van het Zoniënwoud daar en de paviljoentjes pasten wonderwel bij de Engelse stijl van zijn ontwerp.

De tolhuisjes van vroeger aan de Naamsepoort zijn paradepaardjes van de immosector aan de ingang van de groene long van Brussel geworden. Dat ze, in tegenstelling tot hun zusjes aan de Anderlechtse- en Ninoofsepoort, helder wit geverfd werden past bij hun nieuwe standing.

Wat is er verder nog te zien? De IT tower op de achtergrond draagt vandaag de grootste sticker van Europa, Kool Koor, Mino1 en Alvari, ontwierpen de tekening samen "om te tonen dat harmonieus samenleven in Brussel mogelijk is." Dat was in 1920, twee jaar na WOI, gelukkig geen zorg meer voor de mensen op de oude postkaart. Het valt op hoe rustig het daar was in 1920. Een zebrapad, zoals op de foto uit 2022, was nog niet nodig.

Brussel verandert elke dag, maar de lantaarnpaal op de voorgrond kreeg een quasi identieke remake van die uit 1920. De andere gebouwen op de oude foto moesten er blijkbaar wel aan geloven tijdens de naoorlogse bouwwoede.