De veelbesproken voetgangerszone in de binnenstad is nog niet af, maar de voorbije jaren zijn enkele andere Brusselse openbare ruimtes vernieuwd. We vroegen twee experten om drie nieuwe pleinen aan een kritische blik te onderwerpen.
| Het Koningin Astridplein, AKA Spiegelplein, in Jette
Lees ook: Afwerking nadert voor luifel Rogierplein
Koningin Astridplein: geslaagd
Het Spiegelplein of Koningin Astridplein in Jette onderging de voorbije jaren een serieuze gedaanteverwisseling. De zwarte asfaltvlakte van weleer maakte plaats voor een breed plein van gevel tot gevel. Bovengronds verdween heel wat parkeergelegenheid, maar in de plaats kwam een ondergrondse garage met bijna tweehonderd plaatsen.
Samen met de nieuwe tramlijn 9 werd het nieuwe plein begin september feestelijk ingehuldigd in het bijzijn van de koninklijke familie. Buurtbewoners en bezoekers lijken vlot hun weg te vinden naar het nieuwe Spiegelplein. Maar wat denken onze stedenbouwkundige experten?
“Het is een typische configuratie voor het hart van een gemeente,” zegt landschapsarchitect Dr. Thierry Kandjee (medeoprichter van het bureau Taktyk en docent aan ULB La Cambre). “Het is netjes gedaan en alle basiselementen voor een goede openbare ruimte zijn aanwezig: bomen, banken, fonteintjes, terrassen en er is plaats voor de wekelijkse markt.”
“Als je een nieuwe tram aanlegt, moet je dan nog een ondergrondse parking bouwen?"
En toch blijven onze critici een beetje op hun honger zitten. “Je komt er niet van terug met een verhaal. De bekleding met graniet voelt een beetje generisch aan. Die zou je bijna overal in Europa kunnen aantreffen. Het voelt wat commercieel aan en dat is iets waar we voor moeten opletten in Brussel. Je ziet wel vaker dat nieuwe voetpaden of pleinen snel worden ingepalmd door terrassen, ten nadele van de voetganger.”
“Naar mijn gevoel is het wat te opzichtig nieuw,” zegt architecte Dr. Petra Pferdmenges (oprichter Alive Architecture en docent aan KU Leuven Sint-Lucas). “Je ziet het vaak dat men kiest voor moderne stenen, meubilair en verlichting. Ik vind dat ontwerpers meer moeten kijken naar het bestaande en daarmee aan de slag gaan. Maar politici willen natuurlijk kunnen tonen dat ze iets veranderd hebben. Kies je om te investeren in stenen of in mensen die de ruimte onderhouden?”
“Het risico bestaat dat de gebruikte stenen over tien of vijftien jaar gedateerd aanvoelen,” zegt Kandjee. “Ook voor het latere onderhoud is het inderdaad beter om het aantal verschillende materialen te beperken. Ik vertel mijn studenten altijd dat een goede interventie opgaat in de omgeving. Anderzijds kan ik mij wel inbeelden dat buurtbewoners blij zijn dat er geïnvesteerd is in hun wijk en dat een parking plaatsmaakte voor een multifunctioneel plein. Voor hen is dat misschien voldoende.”
Het nieuwe Spiegelplein lijkt te beantwoorden aan de huidige wensen, maar niet aan de toekomstige noden. “Ik stel mij vragen bij de mobiliteit,” zegt Kandjee. “Als je een nieuwe tram aanlegt, moet je dan nog een ondergrondse parking bouwen? Zo zal je de mobiliteitsgewoonten niet veranderen.”
Ook het groen had beter gekund. “Er is een lint van bomen geplant, maar met het oog op de klimaatverandering had het best meer mogen zijn. Het is misschien niet evident door de parking, maar de zonnekant van het plein heeft nu geen bomen en dus geen schaduw. Daar zou je een heuse tuin kunnen aanleggen, gevoed door het water dat de fonteinen.”
“Vermits het nu een beetje saai is, stel ik voor dat we ergens een hoekje weer openbreken en daar de natuur haar gang laten gaan,” zegt Pferdmenges. “Zo krijgen we een stukje wilde natuur in de stad.”
Rogierplein: onderscheiding
Het Karel Rogierplein in Sint-Joost-ten-Node werd al opengebroken in 2009. Toen was het een vrij onopvallend en eenvoudig plein, met wat bomen, een typische metro-ingang en een glazen piramide.
Vandaag vind je er een grootse metro-ingang die daglicht tot op de perrons brengt. Boven de hoofden hangt een enorme luifel. Arbeiders leggen dezer dagen de laatste hand aan de bijzondere constructie, maar het plein zelf en de promenade langs de Kleine Ring zijn ondertussen al een tijdje afgewerkt.
De moeizame en kostelijke werf was een proces van vallen en opstaan, maar het resultaat mag gezien worden, vinden onze experten. “Dit is een statement dat kan tellen in Brussel,” zegt Thierry Kandjee. “Het getuigt van veel moed en ambitie om alle verschillende instanties te laten samenwerken en zoiets neer te zetten. De schaal is ongezien voor Brussel. Vooral de link met de metro vind ik heel sterk. Het bovengrondse plein gaat een relatie aan met de ondergrondse openbare ruimte. Dit is een intense plek waar duizenden mensen elkaar kruisen en ontmoeten.”
"Het bovengrondse plein gaat een relatie aan met de ondergrondse openbare ruimte"
Daarnaast is het vooral de luifel die allure geeft aan het nieuwe plein. “Dat is een signaal in de stad, een herkenningspunt, en tegelijk heeft men geprobeerd om daar, in een buurt vol kantoren, winkels en hotels, toch een aantrekkelijke ruimte te creëren. Bij slecht weer kan de luifel een beetje bescherming bieden tegen de regen en de alomtegenwoordige wind. Ik denk dat het een plek is waar mensen met elkaar afspreken, eerder dan dat ze gaan zeggen ‘aan Belfius’ of ‘voor de Zara’.”
“Het is een gedurfd en groots ontwerp, maar toch staat het niet op zichzelf,” aldus Petra Pferdmenges. “Er is goed gekeken naar de omgeving en het bestaande. Dat zie je aan de nieuwe straatverlichting, die heeft dezelfde kleur en soberheid als de bestaande. De beplantingen zijn anders, maar liggen wel in de lijn van de bomen hogerop langs de Kruidtuinlaan. Het is een groot gebaar, maar het is gedaan met gevoel en respect. Wat banken en tafels zouden wel op hun plaats zijn. Nu is het niet echt een plek om te verblijven.”
“Het is een groot gebaar, maar het is gedaan met gevoel en respect."
Vooral aan de kant van de Belfiustoren, met zwarte ondergrond, zijn de voorzieningen beperkt. “Ik ervaar dat als een achterkant”, zegt Kandjee. “Je hebt een nooduitgang, maar geen banken of ander meubilair. Het dient enkel om de achterliggende gebouwen te bedienen. Terwijl de luifel toch uitnodigt om in het rond te bewegen. Dat begrijp ik niet goed.”
De promenade langs de Kleine Ring vindt Kandjee dan weer erg geslaagd. “In plaats van zoals vroeger een rij bomen te planten, zijn hier kleine bosjes gezet. Die zullen al over enkele jaren voor een groene massa zorgen, terwijl we twintig jaar of meer zouden moeten wachten tot de bomen wat groter zijn. In de schaduw ervan zijn grote banken in de vloer verwerkt, waar mensen even kunnen verpozen tijdens de lunch.”
De vraag is of het niet te druk is om even te verblijven. “Het verkeer van de Kleine Ring is inderdaad de grootste uitdaging, ook om de link te leggen met de binnenstad, maar ik hoop dat we de ruimte van de ringlanen kunnen herverdelen. Dit project zet alvast een belangrijke stap door een hele promenade te creëren op redelijk grote schaal, van de Kruidtuin tot de Albert II-laan.”
Dumonplein: tweede zit
Het vernieuwde Dumonplein in Sint-Pieters-Woluwe werd begin juni ingehuldigd. De heraanleg moest de handelskern Stokkel nieuw leven inblazen en een ontmoetingsruimte creëren voor de omliggende wijken. Dat hield in dat de parkeerplaatsen grotendeels zouden verdwijnen.
In de praktijk zien we echter dat het midden van het vernieuwde plein tijdens de winkeluren toch weer dienst doet als parking. Het gaat in principe om een tijdelijke toegeving aan de handelaars. Door dit compromis zijn een deel van de banken en de nieuwe fontein een aanzienlijk deel van de week onbruikbaar. Het eerste halfuur parkeren is bovendien gratis, wat het af- en aanrijden op en rond het plein stimuleert.
“Je geeft een vreemd signaal door parkeren daar toe te laten, want het ontwerp van het plein gaat net uit van een strakke afscheiding tussen het plein zelf en de ruimte voor auto’s en tram errond,” zegt Thierry Kandjee. “Zodra je de auto toelaat, blijkt het vaak om moeilijk om hem opnieuw te weren.”
"Je zit een beetje in het midden van een rotonde.”
“Ik geloof wel in een stapsgewijze aanpak,” zegt Petra Pferdmenges. “In Brussel gaat het allemaal iets trager vooruit, maar dat is ook de charme van de stad. In Londen of Parijs zijn de dingen beter geregeld, maar die steden zijn exclusief, Brussel is en blijft hopelijk inclusief.”
Naast de open zone die soms parking is, zijn er twee verblijfszones aan de uiteinden van het ovale plein. Aan de ene kant is er een luifel met daaronder een frituur, café en ijssalon. “Een luifel is in zinvol in ons klimaat. Hij heeft bovendien een interessante vorm en de juiste schaal in vergelijking met het plein. Jammer dat de invulling toch weer louter commercieel is.”
“En dat de gemeente het niet kon laten om er traditionele bloembakken aan op te hangen,” vult Pferdmenges aan. “Net zoals de auto’s, was dit waarschijnlijk niet zo bedoeld door de ontwerpers (lacht). De luifel ziet er misschien goed uit, maar zal niet helpen bij slecht weer. Daarvoor is hij te klein. Hij is er voor de ontwerper, niet voor de gebruiker.”
"De luifel is er voor de ontwerper, niet voor de gebruiker"
Aan de andere kant is er een rustplek met wat groen. “Het idee is interessant: langs de gevels kan je winkelen, maar hier kan je je even terugtrekken of iemand opwachten,” zegt Kandjee. “Je kan niet zeggen dat het niet werkt, want er komen mensen zitten. Het is goedbedoeld, maar je zit wel een beetje in het midden van een rotonde. Een eiland tussen de auto’s en trams. Het voelt wat aan alsof alles te veel gedefinieerd is. Elk stukje ruimte heeft een functie. Het zware meubilair helpt ook niet. Er zijn een pak paaltjes en betonnen muurtjes nodig om de verschillende gebruikers hier te scheiden. Het geheel voelt nogal druk en zwaar.”
Net als in Jette noemt Kandjee de bomen een gemiste kans. “Het zijn kleine exemplaren die bovendien traag groeien. De hittegolf van deze zomer heeft ons eraan herinnerd dat we de natuur in de stad niet als bijkomstig mogen beschouwen. Ze is essentieel in de strijd tegen klimaatopwarming, overstromingen en luchtvervuiling. ”
“Wij kijken natuurlijk vanuit onze kennis en onze expertise, maar misschien zijn veel mensen hier best tevreden met hun nieuwe plein,” besluit Pferdmenges. Het klopt natuurlijk dat het ultieme oordeel van de publieke ruimte komt van de mensen die ze gebruiken. Oordeel dus vooral zelf.
Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , Dumonplein , rogierplein , Spiegelplein
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.